Raad van Europa neemt Verdrag inzake de bescherming van het milieu door middel van strafrecht aan

Het verdrag van 14 mei 2025 stelt strafrechtelijke minimumnormen tegen onwettige vervuiling, illegale afvalhandel en biodiversiteitsdelicten. Artikel 31 voegt een “bijzonder ernstige” categorie toe voor grootschalige, langdurige of onomkeerbare milieuschade, functioneel vergelijkbaar met ecocide. Rechtspersonen zijn aansprakelijk bij leidinggevend daderschap of gebrekkig toezicht; sancties lopen uiteen van hoge boetes tot ontbinding. Ruime jurisdictie, ambtshalve vervolging en verplichte internationale rechtshulp versterken de handhaving. Inwerkingtreding volgt na tien ratificaties (waarvan acht lidstaten), wat nationale wetgevingsaanpassingen en versterkte corporate compliance vergt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Geen ontvankelijk cassatiemiddel bij algemene klacht over motiveringsgebreken

Hoge Raad 27 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:824

De verdachte is door het hof veroordeeld tot een taakstraf van 60 uur wegens mishandeling van een hond in strijd met artikel 2.1 lid 1 Wet dieren. Ook zijn prikbanden onttrokken aan het verkeer. In cassatie is geklaagd dat het hof cruciale informatie uit het dossier en het verweer van de verdachte heeft genegeerd. De Hoge Raad oordeelt echter dat de ingediende schriftuur geen geldig cassatiemiddel bevat. Bovendien is het stuk niet op de juiste wijze en binnen de wettelijke termijn ingediend. Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Duitse rechtbank opent de deur voor klimaataansprakelijkheid van bedrijven

De uitspraak van het Oberlandesgericht (OLG) Hamm van 28 mei 2025 in de zaak Luciano Lliuya v. RWE markeert een nieuw tijdperk voor klimaataansprakelijkheid in Europa. Hoewel het persoonlijke verzoek van Lliuya werd afgewezen, heeft het hof ondubbelzinnig vastgesteld dat grote uitstoters in beginsel civielrechtelijk aansprakelijk kunnen zijn voor wereldwijde klimaatschade op grond van bestaand Duits onrechtmatig-daadrecht (§ 1004 BGB). Daarmee heeft Duitsland zich – na de Nederlandse Urgenda- en Shell-arresten – aangesloten bij de voorhoede van klimaatjurisprudentie, maar dan met de nadruk op schadevergoeding in plaats van uitsluitend op gedragsaanpassingen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Struikelblok bij de grens: onvoldoende motivering opzet bij invoer krokodillenleer

Hoge Raad 27 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:811

De verdachte heeft tijdens een verblijf in Thailand producten van krokodillenleer gekocht en laten verschepen naar Nederland, zonder dat vooraf een CITES-invoervergunning was overgelegd. Hij werd door het hof veroordeeld voor opzettelijke invoer in strijd met artikel 3.37 Wet natuurbescherming. De verdediging stelde dat de verdachte erop vertrouwde dat de verkoper de vereiste vergunningen zou regelen. De Hoge Raad oordeelt dat het hof onvoldoende heeft gemotiveerd dat sprake was van (voorwaardelijk) opzet op het ontbreken van de vergunning. Daarmee slaagt het cassatiemiddel. De zaak wordt terugverwezen naar het hof Den Haag voor nieuwe beoordeling.

Read More
Print Friendly and PDF ^

De strafbeschikking in beweging: van dagvaarden tenzij, naar de strafbeschikking tenzij?

Eind februari kondigde het Openbaar Ministerie een nieuwe koers voor de strafbeschikking aan. Het Openbaar Ministerie gaat de mogelijkheden die de strafbeschikking biedt optimaal benutten door minder te dagvaarden en meer strafbeschikkingen op te leggen, zodat alleen die zaken bij de strafrechter terechtkomen waarin dat gelet op de ernst van het strafbare feit noodzakelijk is. De nieuwe koerswijziging heeft heel veel stof doen opwaaien. In deze bijdrage wordt de aangekondigde koerswijziging bezien in het licht van het doel van de wetgever bij de invoering van de strafbeschikking, de praktijk van de strafbeschikking tot nu toe en enkele toekomstige wijzigingen van de regeling van de strafbeschikking.

Read More
Print Friendly and PDF ^