Kan een contactverbod worden opgelegd als de naleving daarvan niet onder alle omstandigheden afhankelijk is van het gedrag van de verdachte?

Hoge Raad 22 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:629

De verdachte klaagt dat de vrijheidsbeperkende maatregel, in het bijzonder het gebod om geen enkel contact “te hebben” met het slachtoffer, niet volledig afhankelijk is van zijn eigen gedragingen. Volgens de verdachte kan immers het slachtoffer zelf contact leggen, waarmee de verdachte mogelijk in strijd met de maatregel zou handelen zonder eigen initiatief.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Kunnen vorderingen BP ter zake van kosten voor geestelijke gezondheidszorg als vergoeding voor materiële schade toewijzen, terwijl hof vorderingen immateriële schade heeft afgewezen?

Hoge Raad 22 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:629

Het hof mocht de vorderingen van benadeelde partijen A en B voor kosten van geestelijke gezondheidszorg en eigen risico toewijzen als materiële schade. Voor toewijzing is vereist dat er voldoende verband bestaat tussen de schade en het bewezenverklaarde handelen van de verdachte, waarbij de concrete omstandigheden van het geval bepalend zijn voor de beoordeling van dit verband. Het hof heeft geoordeeld dat deze kosten directe vermogensschade vormen in de zin van artikel 6:95 en 6:96 BW. Dat het hof daarnaast de vorderingen ter zake van immateriële schade heeft afgewezen op grond van artikel 6:106 BW, doet aan de toewijsbaarheid van de materiële schade niet af.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hoge Raad bevestigt veroordeling wegens wederspannigheid bij boerenprotest richting woning minister

Hoge Raad 22 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:646

De zaak betreft een verdachte die deelnam aan een boerenprotest op 28 juni 2022, gericht tegen het stikstofbeleid van de overheid. Naar aanleiding van aangekondigde stikstofmaatregelen was een stoet van trekkers en landbouwvoertuigen onderweg naar de woning van de toenmalige minister voor Natuur en Stikstof. Om te voorkomen dat de demonstranten de woning bereikten, zette de politie meerdere kruisingen af met politieauto’s en afzetlinten. De verdachte, samen met anderen, heeft actief geprobeerd een politieauto weg te duwen en te verplaatsen om ruimte te creëren voor de tractoren om door te rijden richting de woning van de minister. Hierbij zijn ook vernielingen aangericht, waaronder het inslaan van een ruit van een politieauto en het verspreiden van strobalen over de weg en de politievoertuigen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt beoordelingskader aanhoudingsverzoeken

Hoge Raad 22 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:658

De Hoge Raad herhaalt het beoordelingskader voor aanhoudingsverzoeken. Een aanhoudingsverzoek kan op de terechtzitting worden gedaan door de verdachte of door zijn raadsman, ook als deze niet gemachtigd is, mits het verzoek gericht is op het effectueren van het aanwezigheidsrecht. De verdachte of zijn raadsman moet daarbij concreet aangeven welke omstandigheid het verzoek rechtvaardigt, anders mag de rechter het verzoek zonder meer afwijzen. Indien de aangedragen omstandigheid onvoldoende is onderbouwd, kan de rechter om nadere gegevens vragen of het verzoek alsnog afwijzen als onvoldoende aannemelijk. Als de aangedragen omstandigheden wel aannemelijk zijn, moet de rechter een belangenafweging maken tussen het aanwezigheidsrecht van de verdachte en het belang van een doeltreffende en spoedige berechting, en bij afwijzing zijn beslissing deugdelijk motiveren.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hoge Raad bevestigt veroordeling terminalmanager voor feitelijk leidinggeven aan milieuovertredingen

Hoge Raad 22 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:630

De verdachte was ten tijde van het incident werkzaam als terminalmanager bij A B.V., een onderneming die zich bezighoudt met opslag en transport van gevaarlijke stoffen. Op 14 oktober 2009 vindt bij het Rail Chemie Centrum in Rotterdam een ernstig incident plaats: bij het handmatig beladen van een treinwagon met methanol ontstaat een lekkage. De verdachte is veroordeeld wegens medeplegen van feitelijk leidinggeven aan milieuovertredingen bij het beladen van een wagon met methanol. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep dat zich richt op bewijsklachten over de betrokkenheid van de verdachte. Het hof heeft terecht vastgesteld dat de verdachte als terminalmanager operationeel leiding gaf. Het feit dat de verdachte het terrein verliet, vormt samen met zijn eerdere opdracht strafrechtelijk verwijtbaar handelen. Meerdere getuigenverklaringen bevestigen dat de verdachte actief druk uitoefende om de gevaarlijke belading door te laten gaan. Het hof heeft de bewijsoverwegingen voldoende gemotiveerd en juridisch correct opgebouwd. Er is geen sprake van denaturering of onjuiste interpretatie van verklaringen. De veroordeling blijft in stand, het beroep wordt verworpen.

Read More
Print Friendly and PDF ^