HR herhaalt in aanmerking te nemen factoren bij beoordeling van vraag of sprake is van belaging

Hoge Raad 14 oktober 2025, ECLI:NL:HR:2025:1557

De Hoge Raad bevestigt de veroordeling van een man wegens belaging van zijn ex-partner. In een periode van drie weken stuurde hij herhaaldelijk WhatsApp-berichten, postte brieven en kaarten, en plaatste berichten over haar op Instagram. Ook benaderde hij haar toenmalige vriend. Het hof oordeelde dat sprake was van stelselmatige en wederrechtelijke inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer. De opgelegde straf is een voorwaardelijke celstraf van één maand en een taakstraf van 60 uur. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Detentie in Frankrijk geen verontschuldiging voor te laat hoger beroep

Hoge Raad 14 oktober 2025, ECLI:NL:HR:2025:1523

De verdachte is bij verstek veroordeeld wegens oplichting en stelt te laat hoger beroep in. Hij voert aan dat hij op het moment van de zitting gedetineerd was in Frankrijk en daar geen beroep kon instellen. Het hof acht die termijnoverschrijding niet verschoonbaar omdat hij pas drie weken na terugkeer in Nederland in beroep is gegaan. De Hoge Raad bevestigt dat dit oordeel juridisch juist en niet onbegrijpelijk is. Van een verdachte mag worden verwacht dat hij binnen 14 dagen na het wegvallen van de belemmering handelt. Het cassatieberoep wordt verworpen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hoge Raad over faillissementsfraude: misbruik lege bv’s en benadeling schuldeisers centraal

Hoge Raad 14 oktober 2025, ECLI:NL:HR:2025:1392

De Hoge Raad bevestigt de veroordeling van een failliete ondernemer wegens faillissementsfraude, waaronder bedrieglijke bankbreuk en benadeling van schuldeisers. De verdachte gebruikte lege bv’s om grote geldbedragen te beheren en aan zichzelf toe te eigenen, buiten zicht van de curator. Het hof mocht aannemen dat deze gelden tot zijn privévermogen behoorden. De contante stortingen en leningen zijn terecht als baten aangemerkt. Wel vernietigt de Hoge Raad de beslissing tot onttrekking van een geldtelmachine en verlaagt hij de straf vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt beoordelingskader overschrijding redelijke termijn in eerste aanleg en in hoger beroep en vraag welk rechtsgevolg daaraan moet worden verbonden

Hoge Raad 14 oktober 2025, ECLI:NL:HR:2025:1552

De verdachte is veroordeeld voor medeplegen van oplichting van energiebedrijf Rendo via een constructie met verborgen belangen in SGI. Het hof legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 jaar en een taakstraf van 240 uur op, wegens overschrijding van de redelijke termijn. In cassatie wordt geklaagd dat het hof de redelijke termijn onjuist heeft beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat het hof inderdaad het beoordelingskader heeft miskend. Toch volgt geen cassatie, omdat het opgelegde rechtsgevolg passend is. Wel vermindert de Hoge Raad ambtshalve de taakstraf naar 216 uur wegens vertraging in cassatie.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Grondslagverlating bij witwasveroordeling: Hoge Raad corrigeert hof in martelcontainerzaak

Hoge Raad 14 oktober 2025, ECLI:NL:HR:2025:1516

De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof Amsterdam in de zogenoemde martelcontainerzaak, voor zover de verdachte is veroordeeld voor gewoontewitwassen. Het hof had vastgesteld dat de verdachte slechts redelijkerwijs moest vermoeden dat het geld uit misdrijf afkomstig was, wat duidt op schuldwitwassen, terwijl voor gewoontewitwassen opzet is vereist. Daarmee heeft het hof de grondslag van de tenlastelegging verlaten. De Hoge Raad spreekt de verdachte vrij van het bestanddeel ‘gewoonte’, past de kwalificatie aan naar schuldwitwassen en medeplegen daarvan, en wijst de zaak terug voor nieuwe strafoplegging. De overige cassatieklachten worden verworpen.

Read More
Print Friendly and PDF ^