Drie mannen uit Blaricum (30), Velsen (35), Den Haag (55) en een vrouw uit Huizen (48) worden verdacht van onder meer verduistering, oplichting en witwassen. In een kader van het strafrechtelijk onderzoek heeft de FIOD op 27 oktober 2025 een woning in Huizen doorzocht. Een 59-jarige man is aangehouden op verdenking van het bezit van een vuurwapen. Er is beslag gelegd op vuurwapens, contant geld, goud , zilver, zilveren munten, sieraden, luxegoederen en administratie.
Hoge Raad 14 oktober 2025, ECLI:NL:HR:2025:1392
De Hoge Raad bevestigt de veroordeling van een failliete ondernemer wegens faillissementsfraude, waaronder bedrieglijke bankbreuk en benadeling van schuldeisers. De verdachte gebruikte lege bv’s om grote geldbedragen te beheren en aan zichzelf toe te eigenen, buiten zicht van de curator. Het hof mocht aannemen dat deze gelden tot zijn privévermogen behoorden. De contante stortingen en leningen zijn terecht als baten aangemerkt. Wel vernietigt de Hoge Raad de beslissing tot onttrekking van een geldtelmachine en verlaagt hij de straf vanwege overschrijding van de redelijke termijn.
Gerechtshof Amsterdam 8 oktober 2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:2696
Een voormalig bestuurder van een failliete BV wordt veroordeeld wegens faillissementsfraude. Hij onttrekt ruim 22.000 euro aan de boedel terwijl schuldeisers onbetaald blijven. Ook weigert hij, ondanks herhaalde verzoeken, informatie aan de curator te verstrekken. Het gerechtshof legt een taakstraf van 180 uur op en een voorwaardelijke celstraf van 2 maanden. Daarnaast wordt een beroepsverbod van 5 jaar opgelegd.
Het Openbaar Ministerie vraagt input over een passende straf voor het verduisteren van geld of goederen in dienstbetrekking/functie, het ‘stelen van de baas’. De resultaten van deze enquête worden meegenomen bij het aanpassen van de strafvorderingsrichtlijnen over dit onderwerp. Het invullen van de vragenlijst kan tot uiterlijk 1 juli 2026.
Hoge Raad 7 oktober 2025, ECLI:NL:HR:2025:1452
De Hoge Raad vernietigt de strafoplegging in een zaak over faillissementsfraude door een bestuurder die geen deugdelijke administratie voerde. Het hof legde zes maanden cel op en woog daarbij zwaar mee dat de verdachte vaker als katvanger zou hebben gefungeerd. Volgens de Hoge Raad heeft het hof hiermee niet-tenlastegelegde feiten betrokken bij de straf zonder te voldoen aan de voorwaarden hiervoor. Zo is niet gebleken dat deze feiten ad informandum zijn gevoegd, erkend zijn of leiden tot een eerdere veroordeling. De motivering van de straf is daarom ontoereikend gemotiveerd.