De Autoriteit Consument en Markt (ACM) acht de conceptuitvoeringswet elektronisch bewijsmateriaal uitvoerbaar en handhaafbaar, mits aan vier randvoorwaarden wordt voldaan. Zij wijst op de noodzaak van voldoende capaciteit, een operationeel registratieplatform, een duidelijke scheiding tussen bestuurs- en strafrecht en een expliciete rechtsgrondslag voor samenwerking met het Openbaar Ministerie. De ACM verwacht een beweeglijke markt met circa 15.000 dienstaanbieders, waarvan een derde zich proactief zal registreren, en raamt vier fte aan toezichtcapaciteit. Handhaving zal signaalgedreven plaatsvinden, waarbij het ontbreken van een geregistreerde vertegenwoordiger als signaal geldt. De toezichthouder vraagt om structurele financiering en een evaluatie twee jaar na inwerkingtreding. De deadline voor implementatie van de richtlijn is 18 februari 2026.
EHRM 23 september 2025, Italmoda Mariano Previti and Others v. the Netherlands, Application no. 16395/18
Het EHRM oordeelt dat een btw-naheffing geen straf is in de zin van artikel 7 EVRM. De naheffingsaanslagen worden opgelegd omdat Italmoda wist of had moeten weten dat zij deelnam aan btw-fraude. Volgens het Hof vloeien deze aanslagen voort uit het niet-voldoen aan de voorwaarden van het btw-stelsel en hebben zij een herstellend, niet-bestraffend doel. Het Hof volgt daarmee het eerdere arrest van het Hof van Justitie. De maatregelen hebben geen punitief karakter en zijn beperkt tot de verschuldigde belasting. De klacht is daarom kennelijk ongegrond en ratione materiae onverenigbaar met het EVRM.
In Helme tegen Estland (EHRM 7 oktober 2025) stond de inzet van een undercoveragent met het fictieve profiel van een 12-jarig meisje in een groomingonderzoek centraal. De agent observeerde op een openbaar chatforum gesprekken over seks met minderjarigen en hield een passieve houding. De verdachte begon zelf de gesprekken en bracht seksuele onderwerpen ter sprake. Het Hof vond dat de operatie gerechtvaardigd was binnen een afgebakende online omgeving waar aanwijzingen voor misdrijven bestonden. Een individuele verdenking vooraf was niet vereist. De undercoveractie was rechtmatig geautoriseerd en gecontroleerd. Er was geen sprake van verboden uitlokking of schending van artikel 6 EVRM.
Het rapport Criminaliteit en Rechtshandhaving 2024 laat zien dat het totaal aantal misdrijven in 2024 met 1% daalde en het aantal verdachten met 6%. Binnen de vermogenscriminaliteit, waaronder fraude, is sinds 2014 een daling van circa 25% zichtbaar. Traditionele vormen zoals uitkerings- en belastingfraude blijven stabiel of dalen licht, terwijl digitale fraude zoals phishing, marktplaatsfraude en bankhelpdeskfraude sterk toeneemt. Het aantal ingestroomde fraudezaken bij het OM steeg in 2024 met 9%. De meeste sancties betreffen geldboetes en taakstraffen, maar bij grootschalige fraude volgt vaker gevangenisstraf. Rechtspersonen zijn relatief vaak verdachte bij economische delicten. Over tien jaar bezien is sprake van een algemene daling, maar met een duidelijke verschuiving naar online fraudevormen.
Rechtbank Amsterdam 7 oktober 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:7389
De rechtbank Amsterdam oordeelt over een klaagschrift van een bedrijf tegen inbeslagneming van digitale gegevens door de FIOD, uitgevoerd op verzoek van het Europees Openbaar Ministerie in Portugal. Klaagster stelt dat het beslag onrechtmatig is en dat zich geheimhouderstukken onder de gegevens bevinden. De rechtbank bevestigt haar bevoegdheid om de uitvoering van de maatregel te toetsen. Het beslag wordt rechtmatig geacht. Filtering op verschoningsgerechtigd materiaal moet nog plaatsvinden. De behandeling van het beklag wordt aangehouden.