Kan een contactverbod worden opgelegd als de naleving daarvan niet onder alle omstandigheden afhankelijk is van het gedrag van de verdachte?

Hoge Raad 22 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:629

De verdachte klaagt dat de vrijheidsbeperkende maatregel, in het bijzonder het gebod om geen enkel contact “te hebben” met het slachtoffer, niet volledig afhankelijk is van zijn eigen gedragingen. Volgens de verdachte kan immers het slachtoffer zelf contact leggen, waarmee de verdachte mogelijk in strijd met de maatregel zou handelen zonder eigen initiatief.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Kunnen vorderingen BP ter zake van kosten voor geestelijke gezondheidszorg als vergoeding voor materiële schade toewijzen, terwijl hof vorderingen immateriële schade heeft afgewezen?

Hoge Raad 22 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:629

Het hof mocht de vorderingen van benadeelde partijen A en B voor kosten van geestelijke gezondheidszorg en eigen risico toewijzen als materiële schade. Voor toewijzing is vereist dat er voldoende verband bestaat tussen de schade en het bewezenverklaarde handelen van de verdachte, waarbij de concrete omstandigheden van het geval bepalend zijn voor de beoordeling van dit verband. Het hof heeft geoordeeld dat deze kosten directe vermogensschade vormen in de zin van artikel 6:95 en 6:96 BW. Dat het hof daarnaast de vorderingen ter zake van immateriële schade heeft afgewezen op grond van artikel 6:106 BW, doet aan de toewijsbaarheid van de materiële schade niet af.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Procesafspraken bij mestfraudezaken leiden tot aangepaste straffen

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 18 april 2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:1115, ECLI:NL:GHSHE:2025:1114 en ECLI:NL:GHSHE:2025:1113

Drie samenhangende zaken betreffen mestfraude gepleegd door twee transportbedrijven en hun feitelijk leidinggevende. De fraude bestond uit het manipuleren van mesttransportmeldingen en mestmonsters tussen 2016 en 2018. De betrokken bedrijven, Verdachte 1 en Verdachte 2, en bestuurder Verdachte 3 maakten procesafspraken met het Openbaar Ministerie om de zaken snel af te handelen. De afgesproken straffen waren lichter dan oorspronkelijk opgelegd door de rechtbank. Verdachte 1 en Verdachte 2 kregen elk een geldboete van 20.000 in plaats van 25.000. Verdachte 3 kreeg een taakstraf van 320 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 jaar, waar eerder een gevangenisstraf van 2 jaar was opgelegd. De procesafspraken behelsden onder meer het afzien van bewijsverweren en cassatie.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hoge Raad bevestigt veroordeling wegens wederspannigheid bij boerenprotest richting woning minister

Hoge Raad 22 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:646

De zaak betreft een verdachte die deelnam aan een boerenprotest op 28 juni 2022, gericht tegen het stikstofbeleid van de overheid. Naar aanleiding van aangekondigde stikstofmaatregelen was een stoet van trekkers en landbouwvoertuigen onderweg naar de woning van de toenmalige minister voor Natuur en Stikstof. Om te voorkomen dat de demonstranten de woning bereikten, zette de politie meerdere kruisingen af met politieauto’s en afzetlinten. De verdachte, samen met anderen, heeft actief geprobeerd een politieauto weg te duwen en te verplaatsen om ruimte te creëren voor de tractoren om door te rijden richting de woning van de minister. Hierbij zijn ook vernielingen aangericht, waaronder het inslaan van een ruit van een politieauto en het verspreiden van strobalen over de weg en de politievoertuigen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt beoordelingskader aanhoudingsverzoeken

Hoge Raad 22 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:658

De Hoge Raad herhaalt het beoordelingskader voor aanhoudingsverzoeken. Een aanhoudingsverzoek kan op de terechtzitting worden gedaan door de verdachte of door zijn raadsman, ook als deze niet gemachtigd is, mits het verzoek gericht is op het effectueren van het aanwezigheidsrecht. De verdachte of zijn raadsman moet daarbij concreet aangeven welke omstandigheid het verzoek rechtvaardigt, anders mag de rechter het verzoek zonder meer afwijzen. Indien de aangedragen omstandigheid onvoldoende is onderbouwd, kan de rechter om nadere gegevens vragen of het verzoek alsnog afwijzen als onvoldoende aannemelijk. Als de aangedragen omstandigheden wel aannemelijk zijn, moet de rechter een belangenafweging maken tussen het aanwezigheidsrecht van de verdachte en het belang van een doeltreffende en spoedige berechting, en bij afwijzing zijn beslissing deugdelijk motiveren.

Read More
Print Friendly and PDF ^