HR geeft in aanvulling op overzichtsarrest redelijke termijn en een overzicht van gevallen waarin kan worden volstaan met de enkele constatering dat redelijke termijn is overschreden

Hoge Raad 26 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:492

De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit HR:2008:BD2578 m.b.t. de algemene uitgangspunten en regels over de inbreuk op het recht van de verdachte op behandeling van zijn strafzaak binnen een redelijke termijn, het uitgangspunt dat overschrijding van de redelijke termijn wordt gecompenseerd door vermindering van opgelegde straf dan wel vastgesteld ontnemingsbedrag en gevallen waarin in strafzaken en in ontnemingszaken geen vermindering wordt toegepast. Algemene regels over wijze waarop straf dan wel ontnemingsbedrag moet worden verminderd, zijn niet te geven. Het staat feitenrechter vrij om (na afweging van alle daartoe in aanmerking te nemen belangen en omstandigheden, waaronder mate van overschrijding van redelijke termijn) te volstaan met constatering dat redelijke termijn is overschreden. Daarbij kan worden aangesloten op door de Hoge Raad genoemde gevallen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Wat als handtekening advocaat ontbreekt op schriftelijke volmacht aan griffiemedewerker om beroep in cassatie in te stellen?

Hoge Raad 30 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:91

Een e-mailbericht kan als een schriftelijke volmacht als bedoeld in art. 450 lid 3 Sv tot het instellen van beroep in cassatie worden aangemerkt als in e-mailbericht zelf de volmacht is opgenomen die beantwoordt aan de eis dat en een verklaring bevat van de advocaat dat hij door de Verdachte of klager bepaaldelijk is gevolmachtigd tot het instellen van dat beroep én die volmacht is voorzien van ondertekening door advocaat. Aan deze voorwaarden is in deze zaak niet voldaan, nu de e-mail van de advocaat van de klager niet (zelf of in de bijlage) een verklaring van de advocaat bevat dat zij bepaaldelijk is gevolmachtigd tot het instellen van beroep in cassatie en die e-mail ook niet door de advocaat is ondertekend. Uit de omstandigheid dat namens de klager een cassatieschriftuur is ingediend door onder anderen dezelfde advocaat die de e-mail aan de griffie van de rechtbank heeft verzonden, moet worden afgeleid dat aan deze op 2 punten onvolkomen volmacht bij het instellen van beroep in cassatie de wens van klager ten grondslag heeft gelegen om (op rechtsgeldige wijze) beroep in cassatie te doen instellen. Daarom leidt die onvolkomen volmacht niet tot niet-ontvankelijkverklaring in dit beroep. Conclusie AG anders.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Openbaarmaking veroordeling niet mogelijk bij veroordeling voor valsheid in geschrifte

Rechtbank Midden-Nederland 23 januari 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:254

De rechtbank heeft een 53-jarige man veroordeeld voor het medeplegen van verduistering en valsheid in geschrift. De rechtbank heeft een taakstraf opgelegd van 200 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden. Als bijkomende straf heeft de rechtbank Verdachte ontzet uit de uitoefening van het beroep van bewindvoerder voor de duur van drie jaren. Deze straf is bijna gelijk aan de eis van de officier van justitie. De officier van justitie had ook de openbaarmaking van de veroordeling gevorderd, maar dat kan volgens de wet niet voor de veroordeling van valsheid in geschrift. In het ontnemingsvonnis heeft de rechtbank ten slotte de verplichting opgelegd tot betaling van €61.044,34 aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Maximale duur van gijzeling als één strafzaak heeft geleid tot twee ontnemingsuitspraken

Hoge Raad 23 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:42

Als de rechter op grond van artikel 36e lid 11 Sr bij de oplegging van de ontnemingsmaatregel de duur van de gijzeling bepaalt die ten hoogste kan worden gevorderd, beloopt die duur ook in zo’n geval ten hoogste drie jaren, waarbij in deze zaak geldt dat onder een jaar 360 dagen moet worden verstaan (vgl. HR 31 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:805). Dit maximum geldt ook als de uit de gevoegde strafzaak voortkomende ontnemingsvorderingen – zoals in deze zaak en in de zaak met nummer 22/00005 P – niet in één ontnemingszaak aan de orde zijn gesteld.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Ontneming: OM niet-ontvankelijk omdat ontnemingsvordering niet tijdig en op de juiste wijze is aangekondigd

Rechtbank Gelderland 20 december 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:7050

De zittingsaantekeningen van de griffier zijn daarom in dit geval leidend. In de zittingsaantekeningen van de griffier van de inhoudelijke behandeling van de strafzaak op 14 en 15 februari 2023 staat enkel dat de officier van justitie heeft gezegd: “de ontnemingsprocedure volgt nog”. De officier van justitie zei dit na zijn requisitoir in de zaken van zeven verdachten. In de zaken van vijf van deze verdachten had de officier van justitie al op een eerdere zitting aangekondigd dat er een ontnemingsvordering zou worden ingediend. Deze vordering was in die zaken bovendien al ingediend. In de zaak van veroordeelde was nog geen ontnemingsvordering ingediend. Ook voor de rechtbank was niet duidelijk dat ook in de zaak van veroordeelde een ontnemingsvordering zou worden ingediend.

Read More
Print Friendly and PDF ^