Berisping voor advocaat Pels Rijcken wegens schending verschoningsrecht in zaak-Castor

Het Hof van Discipline heeft advocaat Willem Heemskerk (Pels Rijcken) op 12 december 2025 een berisping opgelegd in verband met de zaak-Castor. Hij nam kennis van e-mails die onder het verschoningsrecht vielen van de advocaat van verdachten, zonder diens toestemming of raadpleging van de deken. Het Openbaar Ministerie had deze e-mails via een heimelijke vordering verkregen en stelde dat geen sprake was van verschoningsrecht. Later is onherroepelijk vastgesteld dat de e-mails wél onder het verschoningsrecht vielen.
Het hof oordeelt dat Heemskerk zijn onafhankelijkheid heeft geschonden door het standpunt van zijn cliënt te volgen. Daarmee zijn ook de kernwaarden integriteit en betamelijkheid geschonden; een berisping werd passend geacht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Rechterlijke tik op de vingers: onvoldoende waarborgen bij filtering advocateninformatie in FIOD-onderzoek

Rechtbank Amsterdam 2 december 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:9504

De rechtbank Amsterdam oordeelt dat de filtering van geheimhouderstukken in het FIOD-onderzoek Greenhill tekortschiet. Verschoningsgerechtigde gegevens van advocaten zijn onterecht zichtbaar gebleven en zelfs aan buitenlandse autoriteiten verstrekt. De methode van ‘uitgrijzen’ biedt onvoldoende waarborgen. De rechtbank gelast een nieuwe filtering en eist een gedetailleerd proces-verbaal over de bescherming van deze gegevens. Ook moeten logbestanden worden opgevraagd. Voor het overige is het klaagschrift ongegrond.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Kroniek Straf­(proces)­recht 2025

De Kroniek Straf(proces)recht 2025 geeft een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in het strafrecht op basis van rechtspraak en wetgeving. De Hoge Raad benadrukt dat voorlopige hechtenis ook na veroordeling geen automatisme is en steeds concreet moet worden gemotiveerd. Op het terrein van opsporing zijn de grenzen aan smartphoneonderzoek aangescherpt, met een centrale rol voor rechterlijke toetsing. In de post-Keskin-jurisprudentie is het ondervragingsrecht verder uitgewerkt, met duidelijke kaders voor (late) getuigenverzoeken. Materieelrechtelijk valt de verfijning op bij opzet, voorbereiding, deelnemingsvormen en witwaszaken. Daarnaast laat 2025 een duidelijke doorwerking zien van het nieuwe zedenrecht en ingrijpende ontwikkelingen in het penitentiaire recht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Oordeel Hoge Raad n.a.v. beklag tegen inbeslaggenomen geluidsbanden van gesprekken die door twee advocaten en Peter R. de Vries zijn gevoerd

De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank onvoldoende heeft gemotiveerd of het doorbreken van het verschoningsrecht ook de belangen van andere cliënten van de betrokken advocaten schaadt. Hoewel de rechtbank zeer uitzonderlijke omstandigheden aannam die gebruik van bepaalde geluidsfragmenten toelaten, had zij expliciet moeten beoordelen of de belangen van andere cliënten niet onevenredig worden getroffen. De procedure van artikel 98 Sv is volgens de Hoge Raad ook van toepassing op anoniem toegezonden geluidsbestanden die mogelijk geheimhoudersinformatie bevatten. De klacht over de onzorgvuldige motivering slaagt, de overige klachten niet. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd. De zaak wordt terugverwezen zodat de rechtbank opnieuw kan beoordelen welke fragmenten mogen worden gebruikt in het strafrechtelijk onderzoek.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Rechtbank Overijssel: niet-ontvankelijkheid OM na gesloten transacties met bestuurders

De Rechtbank Overijssel verklaarde op 17 november 2025 in twee zaken het OM niet-ontvankelijk omdat met beide bestuurders al transacties waren gesloten en de fiscale schade volledig was hersteld. De procedures duurden ruim acht jaar en kenden diverse procedurele omissies na aanvang van de zitting. Het OM had bovendien vertrouwen gewekt dat vervolging zou worden gestaakt. Herhalingsgevaar werd gering geacht doordat de betrokken ondernemingen inmiddels waren beëindigd of gewijzigd. De verdachten deden bewust afstand van inhoudelijke rechterlijke beoordeling. De rechtbank oordeelde dat geen strafvorderlijk belang resteerde, waardoor de zaken eindigden zonder strafblad voor de bestuurders.

Read More
Print Friendly and PDF ^