Gegevensdeling en privacy: juridische schotten in een keten die samenwerking vereist
/Tijdens het rondetafelgesprek van 28 mei 2025 werd het onderwerp gegevensdeling onmiskenbaar als rode draad zichtbaar. Alle betrokken partijen — van poortwachters tot opsporing, van Belastingdienst tot FIU — liepen in de praktijk aan tegen een hardnekkige realiteit: men ziet verdachte patronen, maar mag ze vaak niet delen. Dit komt niet alleen door terughoudendheid, maar vooral door de juridische beperkingen die voortvloeien uit privacywetgeving, beroepsgeheim en versnipperde wet- en regelgeving.
In deze blog analyseren we waarom de huidige wetgeving tekortschiet, welke risico’s dat oplevert voor de effectiviteit van de FEC-aanpak, en wat de voorgestelde oplossingen zijn — allemaal binnen de juridische kaders.
Als bron voor deze blog is het volledige transcript gebruikt van het rondetafelgesprek alsook alle ingebrachte position papers.
Wettelijke beperkingen in de praktijk: drie voorbeelden
1. Poortwachters onderling mogen niets delen
Een notaris, accountant of bank die een klant weigert vanwege witwasindicatoren mag daarover geen informatie delen met collega’s (NBA, KNB). Daardoor gebeurt het regelmatig dat een geweigerde klant bij een andere instelling alsnog toegang krijgt tot het financiële stelsel — met alle risico’s van dien. Het argument is privacybescherming, maar de praktijk levert structurele blinde vlekken op.
2. Gemeenten en provincies hebben geen meldrecht
Lokale overheden zien in hun dagelijkse praktijk signalen van vastgoedfraude of onverklaarbare geldstromen. Toch mogen zij deze signalen niet delen met de FIU, omdat zij wettelijk geen meldrecht hebben (FIU, Verbeek-Kusters). Dit verhindert actieve ketensamenwerking en ondermijnt het preventieve vermogen van gemeenten (zie ook blog 10).
3. FEC-samenwerkingen worden verlamd door de WGS
De Wet gegevensdeling door samenwerkingsverbanden (WGS) werd bedoeld om gegevensuitwisseling te vereenvoudigen. In de praktijk blijkt de wet juist beperkend te werken. Elke nieuwe deelnemer aan een FEC-partnerschap — zoals het Bureau Financieel Toezicht — moet expliciet worden toegevoegd bij wet. Volgens het FEC betekent dit in de praktijk een wetswijzigingstraject van minimaal 18 maanden voordat gegevens gedeeld mogen worden (FEC, Govers).
De juridische paradox: bescherming of verlamming?
Iedere spreker erkende dat privacybescherming fundamenteel is. De AVG, het notarieel beroepsgeheim en grondrechten zoals artikel 10 Grondwet (eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer) zijn hoekstenen van onze rechtsorde. Tegelijkertijd schetsten de sprekers een realiteit waarin criminelen juist profiteren van die juridische fragmentatie:
Door gebruik van buitenlandse crypto-dienstverleners zonder meldplicht.
Door het opzetten van series bv’s die elk onder de meld- en toetsdrempels blijven.
Door informatieversnippering tussen instanties die niet met elkaar mogen of durven praten.
De FIU stelde terecht: “Privacy is belangrijk, maar als het gaat om het verstoren van netwerken en structuren, moeten we meer mogen delen.”
Wat is wél mogelijk binnen de huidige wetgeving?
Wettelijke uitzonderingen maken delen mogelijk: bijv. het incidentenwaarschuwingssysteem in de bankensector is toegestaan vanwege sectorale wetgeving (NVB, KNB).
AVG kent ruimte via artikel 6 lid 1 sub e (publieke taak) mits dit bij wet is geregeld.
De AMLR (Anti-Money Laundering Regulation) van de EU zal naar verwachting extra ruimte scheppen voor informatie-uitwisseling binnen beroepsgroepen (zoals notarissen en banken), mits geïmplementeerd in nationaal recht (KNB, NBA).
De kernvoorwaarde: een duidelijke juridische grondslag. Alleen dan kunnen poortwachters, toezichthouders en overheden informatie delen zonder het risico te lopen privacywetgeving te schenden.
Voorgestelde oplossingen: juridisch en praktisch
Wettelijk meldrecht creëren voor bestuursorganen
Voor gemeenten, provincies, omgevingsdiensten en eventueel woningcorporaties (FIU).
Beschermd via afgebakende criteria en beroepsgroepen.
Gecontroleerde waarschuwingssystemen binnen beroepsgroepen
Zoals voorgesteld door de KNB: een besloten notarieel waarschuwingssysteem waarin notarissen cliënten met integriteitsrisico kunnen signaleren (KNB).
Gebaseerd op bestaande modellen in de bancaire sector.
Verbetering en flexibilisering van de WGS
Voorkom dat elke nieuwe samenwerkingspartner via wetswijziging moet worden toegevoegd (FEC).
Onderzoek een generieke open norm met toetsingscommissie.
Centrale informatievoorziening voor poortwachters
De NBA pleit voor een centrale, veilige databron waarin geweigerde klanten en integriteitsindicatoren worden bijgehouden (NBA).
Alleen toegankelijk voor instellingen met een Wwft-verplichting.
Politieke urgentie: geen integrale aanpak zonder informatiedeling
Zonder een goed functionerend juridisch kader voor gegevensdeling blijft de aanpak van witwassen fragmentarisch en reactief. Het OM, FIU en FIOD benadrukten in het rondetafelgesprek dat juist de integraal werkende netwerken van criminelen vragen om een even integraal reagerend systeem van overheid en poortwachters. Informatiepositie is daarin bepalend: wat je niet mag weten, kun je ook niet bestrijden.
De roep om gegevensdeling is dus géén pleidooi tegen privacy — maar een oproep tot juridische balans. Zoals het FEC stelde: “Laten we de waarborgen niet laten omslaan in verlamming.”
Conclusie
Gegevensdeling is geen luxe, maar een randvoorwaarde voor een effectieve bestrijding van financieel-economische criminaliteit. De huidige juridische structuur biedt te weinig ruimte voor samenwerking tussen partijen die elkaar hard nodig hebben. Wetgever, toezichthouder en beroepsgroepen zullen samen moeten zorgen voor wettelijke grondslagen, technische beveiliging en juridische proportionaliteit. Alleen dan wordt delen niet alleen toegestaan, maar ook verantwoord.