Het nieuwe Wetboek van Strafvordering in de Miljoenennota 2026

De herziening van het Wetboek van Strafvordering (Sv) is de grootste wetgevingsoperatie in het strafrecht sinds de invoering van het huidige wetboek in 1926. Door bijna een eeuw van losse wetswijzigingen en aanvullingen is het huidige wetboek onoverzichtelijk en lastig toepasbaar geworden. Het nieuwe Sv moet leiden tot een moderne, overzichtelijke en toegankelijke strafvordering, die aansluit bij de hedendaagse eisen van de rechtsstaat.

De Miljoenennota 2026 en de JenV-begroting 2026 maken duidelijk dat deze vernieuwing niet alleen juridisch, maar ook organisatorisch en financieel van groot belang is. De implementatie vraagt forse investeringen in capaciteit, scholing en digitalisering, en raakt alle schakels van de strafrechtketen.

Budgettaire basis

De JenV-begroting laat zien dat de invoering van het nieuwe Sv direct doorwerkt in de begroting van het Openbaar Ministerie. Voor 2026 is een budget van € 1.551 miljoen beschikbaar, tegenover € 1.472 miljoen in 2025.

“Dit budget is bestemd voor de financiering van de apparaatsuitgaven […] Het verschil ten opzichte van 2025 wordt grotendeels verklaard door de loon- en prijsontwikkelingen en daarnaast door enkele aanvullende investeringen ten behoeve van volumeontwikkelingen, de bestrijding van ondermijnende criminaliteit en het nieuwe wetboek van strafvordering.”
(JenV-begroting 2026, p. 66)

Hieruit blijkt dat de implementatie van het nieuwe Sv één van de belangrijkste redenen is voor de stijging van de OM-uitgaven. De kosten zitten niet alleen in juridische aanpassingen, maar vooral in de organisatie en uitvoering.

Een wetboek voor de hele strafrechtketen

Het nieuwe Sv raakt niet één organisatie, maar de hele strafrechtketen.

  • Politie: moet opsporingsbevoegdheden en -processen afstemmen op nieuwe wettelijke regels. Denk aan termijnen, bevoegdheden bij digitale opsporing en bewijsvergaring.

  • Openbaar Ministerie: moet dagvaardingen, vorderingen en processtukken aanpassen en inspelen op nieuwe termijnen en procedurele kaders.

  • Rechtspraak: krijgt een nieuwe structuur voor de behandeling van zaken, inclusief het gebruik van digitaal bewijs en het werken met digitale dossiers.

  • Advocatuur: ziet veranderingen in toegang tot processtukken, het voeren van verweren en de planning van termijnen.

  • Reclassering en DJI: moeten rekening houden met veranderingen in het sanctiestelsel en de uitvoering van rechterlijke beslissingen.

Door de omvang en de samenhang raakt het nieuwe wetboek alle professionals in de strafrechtspraktijk.

Digitalisering als randvoorwaarde

De begroting koppelt het nieuwe Sv nadrukkelijk aan de digitaliseringsagenda. De invoering moet samengaan met:

  • Uniforme digitale dossiers, toegankelijk voor politie, OM en rechtspraak.

  • Gebruik van multimedia (beeld- en geluidsmateriaal) als vast onderdeel van bewijsvoering.

  • Datagedreven werken, zodat prioritering en selectie van zaken efficiënter en transparanter verlopen.

Zonder deze digitale ondersteuning kan het nieuwe wetboek niet effectief functioneren. De investering in digitalisering is dus niet los te zien van de wetgevingsoperatie.

Strategische prioriteit

De JenV-begroting positioneert het nieuwe Sv naast thema’s als ondermijning en volumeontwikkelingen als strategische prioriteit. Het feit dat het wetboek expliciet wordt genoemd als reden voor extra middelen laat zien dat het kabinet deze operatie als stelselversterkend ziet, niet als een technische herziening.

De invoering van het wetboek moet leiden tot:

  • meer duidelijkheid en voorspelbaarheid in procedures;

  • kortere doorlooptijden;

  • een betere toegankelijkheid van het recht voor professionals en burgers.

Voorbereiding in de praktijk

2026 wordt voor de strafrechtketen een jaar van voorbereiding. De implementatie vraagt om:

  • Training en opleiding: rechters, officieren, advocaten en politiefunctionarissen moeten vertrouwd raken met de nieuwe systematiek.

  • Aanpassing van werkprocessen: termijnen en bevoegdheden veranderen, wat invloed heeft op interne planning.

  • Aanpassing van ICT-systemen: systemen voor dossiervorming en bewijsverwerking moeten worden aangepast aan de nieuwe procesregels.

  • Ketensamenwerking: de overgang moet gecoördineerd verlopen tussen politie, OM, rechtspraak en advocatuur, om frictie te vermijden.

Gevolgen voor de rechtspraktijk

De gevolgen verschillen per actor in de strafrechtsketen:

  • Voor het OM: modernisering van vervolgingsbeslissingen, digitalisering van dagvaardingen, en aanpassing van strategie bij complexe zaken.

  • Voor de rechtspraak: zittingen en termijnen worden strakker geregeld; digitale dossiers en multimedia worden standaard.

  • Voor de advocatuur: betere en snellere toegang tot dossiers, maar ook strengere procesvoeringstermijnen.

  • Voor politie en opsporing: meer nadruk op digitale opsporing en zorgvuldige vastlegging van bewijs in lijn met nieuwe eisen.

Deze veranderingen zijn bedoeld om het strafproces efficiënter en transparanter te maken, maar vragen van iedere professional een aanzienlijke omschakeling.

Afsluiting

De Miljoenennota 2026 en de JenV-begroting onderstrepen dat de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafvordering een stelselwijziging is die de strafrechtketen in zijn geheel raakt. Er zijn extra middelen uitgetrokken – mede zichtbaar in de stijging van het OM-budget naar € 1,55 miljard – om de overgang mogelijk te maken.

Het wetboek wordt ingevoerd in nauwe samenhang met digitalisering, ketensamenwerking en scholing. Daarmee is het niet alleen een juridische modernisering, maar een hervorming van de praktijk. Voor professionals betekent dit dat 2026 in het teken staat van voorbereiding en transitie, waarbij kennis, samenwerking en digitale innovatie centraal staan.

Leergang Nieuw Wetboek van Strafvordering

Er komt een nieuw Wetboek van Strafvordering aan – en de impact op de strafrechtspraktijk is groot. Onze leergang helpt juridische professionals (van politie tot rechterlijke macht) stap voor stap om volledig voorbereid te zijn op de grootste hervorming van het strafprocesrecht in een eeuw.

Wat leert u?

  • Een compleet overzicht van de belangrijkste wijzigingen en nieuwe regelingen.

  • Inzicht in de samenhang tussen de vernieuwde onderdelen van het strafproces.

  • Handzame documentatie en uitgebreide hand-outs van toonaangevende experts.

  • Directe toepassing op de praktijk, met casussen en werkvormen voor alle procesdeelnemers: rechters, officieren, advocaten, politie en ondersteuning.

Praktische insteek

De leergang is sterk praktijkgericht:

  • veel ruimte voor vragen en casusbespreking;

  • dialoog en uitwisseling met docenten en collega’s;

  • keuze uit de volledige leergang of losse modules, afgestemd op uw behoefte.

Programma & docenten

Onder coördinatie van Eelke Sikkema (Ministerie van Justitie en Veiligheid) bieden we zes bijeenkomsten, waarin alle kernonderdelen van het nieuwe wetboek aan bod komen: van algemene uitgangspunten en opsporingsbevoegdheden tot berechting, rechtsmiddelen en internationale samenwerking. U krijgt les van een unieke mix van wetgevingsjuristen, hoogleraren en ervaren strafrechtadvocaten.

Print Friendly and PDF ^