Artikel: Tussen belastingmoraal en sanctiearsenaal

Met genoegen presenteer ik u de nieuwe editie van het Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving met als thema ‘fiscaal strafrecht’. Hoewel we binnen de redactie nog af en toe discussie voeren over de vraag wat onder de definitie ‘bijzonder strafrecht’ valt, is het fiscale strafrecht daar zonder twijfel onderdeel van. Het onderscheid tussen belastingbesparing, belastingontwijking en belastingfraude is al jaren voer voor discussie. Volgens de hoogste belastingrechter is het streven van de belastingplichtige naar het voor hem meest gunstige belastingtarief nog steeds geoorloofd, mits binnen zekere grenzen. De grens tussen belastingontwijking en belastingfraude blijft desondanks onderwerp van internationaal maatschappelijk debat en ook de wetgever neemt maatregelen om belastingregels in dat kader aan te scherpen. Toch zit tussen belastingontwijking en belastingfraude nog steeds één wezenlijk verschil, namelijk de intentie van de belastingplichtige.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Levert eerste aanbetaling waarvan hof heeft vrijgesproken wegens ontbreken van oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling rechtstreekse schade op van bewezenverklaarde oplichting?

Hoge Raad 7 oktober 2025, ECLI:NL:HR:2025:1490

In deze zaak staat centraal of de eerste aanbetaling van € 500 – waarvoor de verdachte is vrijgesproken wegens het ontbreken van het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling – kan worden aangemerkt als rechtstreekse schade van de wél bewezenverklaarde oplichting. De Hoge Raad oordeelt dat het hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom die eerste betaling in causaal verband staat tot de latere oplichtingshandelingen, namelijk de twee aanbetalingen voor verf die nooit zijn geleverd. Omdat het hof dit verband niet inzichtelijk heeft gemaakt, is het oordeel dat sprake is van rechtstreekse schade niet begrijpelijk. De Hoge Raad vernietigt daarom het arrest gedeeltelijk en verwijst de zaak terug. De centrale rechtsvraag is dus ontkennend beantwoord: zonder nadere motivering levert de vrijgesproken aanbetaling geen rechtstreekse schade op van het bewezenverklaarde feit.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Bezwaarschriften tegen dagvaardingen wegens valsheid in geschrift en overtreding Sanctieregeling Oekraïne en EU-sanctieverordening verworpen: topfunctionarissen en bedrijf moeten zich verantwoorden

Rechtbank Overijssel 11 september 2025, ECLI:NL:RBOVE:2025:5780, ECLI:NL:RBOVE:2025:5781, ECLI:NL:RBOVE:2025:5782 en ECLI:NL:RBOVE:2025:5786

De rechtbank Overijssel verklaart vier bezwaarschriften tegen dagvaardingen ongegrond. Drie topfunctionarissen van een internationaal concern worden verdacht van feitelijk leidinggeven aan het plegen van valsheid in geschrift binnen een corruptiegevoelig agentenbeleid. De betrokken vennootschap wordt daarnaast verdacht van het schenden van EU-sancties door strategische goederen aan Rusland te leveren en valse uitvoeraangiften te doen. De verdediging stelt dat geen sprake is van wetenschap of betrokkenheid bij de strafbare feiten. De rechtbank acht de vervolging echter niet lichtvaardig. De zaken worden inhoudelijk behandeld op een openbare terechtzitting.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Witwasveroordeling ondanks onderbouwde verklaring: verdachte hoefde herkomst geld niet aannemelijk te maken

Hoge Raad 7 oktober 2025, ECLI:NL:HR:2025:1499

In cassatie klaagt de verdediging dat het hof ten onrechte de verklaring van de verdachte over de herkomst van € 27.490 als onvoldoende concreet heeft verworpen. Volgens de AG heeft het hof blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting: het is niet aan de verdachte om aannemelijk te maken dat het geld niet uit misdrijf afkomstig is. Het hof had moeten motiveren waarom de verklaringen en stukken geen aanleiding gaven tot nader onderzoek door het OM. De Hoge Raad erkent dat het oordeel van het hof niet zonder meer begrijpelijk is, maar oordeelt dat er wel degelijk nader onderzoek is gedaan. Daarom blijft de veroordeling voor witwassen in stand.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Over de aangifteverplichting, bestraffing en de rol van de uitnodiging

De aangifteplicht staat wellicht wel op nummer één in de top drie van fiscale verplichtingen. In een themanummer over het ‘fiscaal strafrecht’ kan een bijdrage over de belastingaangifte dan ook niet ontbreken. Daarbij neem ik de conclusie van A-G Sinnige van 1 april 2025 tot uitgangspunt, hetgeen ook zorgt voor een afbakening van deze bijdrage. In deze conclusie is onder andere de vraag behandeld of de aanwezigheid van de uitnodiging tot het doen van aangifte vereist is om tot een bewezenverklaring van de fiscale fraudebepaling van artikel 69 lid 1 Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) – het opzettelijk niet (tijdig) doen van aangifte – te kunnen komen.

Read More
Print Friendly and PDF ^