Niet-ontvankelijkheid wegens extreem tijdsverloop en inbreuk op verdedigingsrechten

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 27 mei 2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:3274

De rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging van een verdachte wegens langdurige hennepdelicten. De zaak kende een extreem tijdsverloop van bijna 13 jaar. Door dit tijdsverloop konden getuigen niet meer effectief worden gehoord, wat een eerlijke procesvoering onmogelijk maakt. Ook ontbreekt inmiddels voldoende maatschappelijk belang bij verdere vervolging. De rechtbank wijkt hiermee af van de vaste lijn van de Hoge Raad. Er vindt geen inhoudelijke beoordeling of strafoplegging plaats.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Geen ontvankelijk cassatiemiddel bij algemene klacht over motiveringsgebreken

Hoge Raad 27 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:824

De verdachte is door het hof veroordeeld tot een taakstraf van 60 uur wegens mishandeling van een hond in strijd met artikel 2.1 lid 1 Wet dieren. Ook zijn prikbanden onttrokken aan het verkeer. In cassatie is geklaagd dat het hof cruciale informatie uit het dossier en het verweer van de verdachte heeft genegeerd. De Hoge Raad oordeelt echter dat de ingediende schriftuur geen geldig cassatiemiddel bevat. Bovendien is het stuk niet op de juiste wijze en binnen de wettelijke termijn ingediend. Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vergoeding advocaatkosten na jarenlange onzekerheid over verdenking in Marengo-context - zonder uiteindelijke vervolging (voor o.a. ambtelijke)

Rechtbank Amsterdam 24 april 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:2958

Een voormalig buitengewoon opsporingsambtenaar van de gemeente Amsterdam vraagt op grond van artikel 530 Sv een schadevergoeding aan wegens advocaatkosten. Hij wordt gelinkt aan de Marengo-zaak en verdacht van ambtelijke corruptie, maar het Openbaar Ministerie besluit uiteindelijk niet tot vervolging over te gaan. De rechtbank erkent dat sprake is van een langdurige en onzekere situatie zonder mogelijkheid tot verweer. Ondanks het ontbreken van een dossier acht zij een volledige vergoeding van 6.246 euro billijk. Het OM betwist de kosten, vooral die gemaakt vóór dossierinzicht. De rechtbank oordeelt echter dat deze noodzakelijk zijn gezien de ernst van de verdenking.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Struikelblok bij de grens: onvoldoende motivering opzet bij invoer krokodillenleer

Hoge Raad 27 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:811

De verdachte heeft tijdens een verblijf in Thailand producten van krokodillenleer gekocht en laten verschepen naar Nederland, zonder dat vooraf een CITES-invoervergunning was overgelegd. Hij werd door het hof veroordeeld voor opzettelijke invoer in strijd met artikel 3.37 Wet natuurbescherming. De verdediging stelde dat de verdachte erop vertrouwde dat de verkoper de vereiste vergunningen zou regelen. De Hoge Raad oordeelt dat het hof onvoldoende heeft gemotiveerd dat sprake was van (voorwaardelijk) opzet op het ontbreken van de vergunning. Daarmee slaagt het cassatiemiddel. De zaak wordt terugverwezen naar het hof Den Haag voor nieuwe beoordeling.

Read More
Print Friendly and PDF ^

AG: art. 23 WED laat meer toe dan slechts zoekend rondkijken

Parket bij de Hoge Raad 13 mei 2025, ECLI:NL:PHR:2025:517

Opsporingsambtenaren troffen cocaïne aan in een auto nadat zij op grond van artikel 23 WED de bodemplaat in de kofferbak optilden. De verdediging stelde dat dit een onrechtmatige doorzoeking betrof, omdat de WED enkel zoekend rondkijken zou toestaan. De procureur-generaal concludeert echter dat de WED ruimere onderzoeksbevoegdheden biedt dan alleen visuele inspectie. Het optillen van de bodemplaat valt daar volgens hem onder, mits niet verder gegaan wordt dan redelijkerwijs nodig is. Het hof oordeelde terecht dat geen sprake was van een doorzoeking.

Read More
Print Friendly and PDF ^