Fraude onder de loep in Criminaliteit en Rechtshandhaving 2024

Uit de publicatie Criminaliteit en Rechtshandhaving 2024 van het WODC, het CBS en de Raad voor de rechtspraak blijkt dat het totale aantal door de politie geregistreerde misdrijven in 2024 licht is afgenomen met 1%, terwijl het aantal verdachten met 6% daalde. Binnen dit algemene beeld geven de cijfers een genuanceerd beeld van fraude en financieel-economische criminaliteit, met verschuivingen tussen traditionele en digitale vormen van fraude. (p. 7–9).

Algemeen beeld van fraude binnen de vermogenscriminaliteit

Fraude maakt deel uit van de categorie vermogensdelicten zonder geweld, samen met delicten als diefstal, verduistering en oplichting. In 2024 zette de dalende trend van deze categorie zich voort: ten opzichte van 2014 is het aantal geregistreerde vermogensmisdrijven met ongeveer 25 % gedaald (p. 11, figuur 2.1).
De afname geldt ook voor fraude in brede zin, maar het rapport wijst op de groei van digitale varianten. Volgens de geïntegreerde criminaliteitscijfers van politie en CBS is het aandeel online gepleegde vermogensdelicten sinds 2019 sterk toegenomen (p. 34–36).

Binnen de groep fraudezaken worden de volgende subtypen onderscheiden:

  • Identiteitsfraude en cybergerelateerde fraude, zoals phishing, helpdeskfraude en marktplaatsfraude (p. 36–37);

  • Uitkerings- en belastingfraude, waarbij onjuiste gegevens worden verstrekt aan uitvoeringsinstanties (p. 43);

  • Zakelijke of institutionele fraude, waaronder valsheid in geschrift, faillissementsfraude en beleggingsfraude (p. 48–49).

Digitale en online fraude

Het rapport constateert dat cybergerelateerde fraude inmiddels een substantieel deel van de totale geregistreerde fraude vormt. Sinds 2019 registreert de politie jaarlijks tienduizenden zaken van online oplichting, bankhelpdeskfraude en identiteitsmisbruik. Deze vormen van criminaliteit worden in de politiecijfers gerekend tot de vermogensdelicten met een digitaal component (p. 36).
Hoewel de totale criminaliteit afneemt, neemt de relatieve omvang van dit type fraude juist toe, met name bij zaken die via internetbankieren of verkoopplatforms worden gepleegd (p. 37).

Uitkerings- en belastingfraude

Het aantal meldingen en vervolgingen wegens uitkerings- en belastingfraude bleef in 2024 stabiel. Ten opzichte van 2014 is sprake van een lichte daling. Volgens de cijfers over financieel-economische misdrijven bij het OM maken dit type fraudezaken circa 7 % van de ingestroomde economische strafzaken uit (p. 92–93, tabel 5.2).
De opsporing van deze fraudevormen wordt doorgaans geïnitieerd door samenwerkingsverbanden tussen de Belastingdienst, de FIOD en gemeenten (p. 95).

Bedrijfs- en bestuurlijke fraude

Onder de noemer bedrijfsfraude vallen onder meer valsheid in geschrift, faillissementsfraude en beleggingsfraude. In 2024 registreerde de politie 3.600 feiten in deze categorie (p. 49).
Bij faillissementsfraude gaat het doorgaans om bestuurders die activa onttrekken of geen administratie voeren voorafgaand aan een faillissement. Het aantal vervolgingen voor faillissementsfraude bleef ten opzichte van 2023 vrijwel gelijk, maar ligt 30 % lager dan in 2014 (p. 49–50).
Beleggingsfraude – het misleiden van investeerders via niet-bestaande projecten of onrealistische rendementen – blijft een kleinschaliger maar financieel omvangrijk delict, dat veelal wordt vervolgd onder de noemer oplichting of witwassen (p. 50).

Vervolging en berechting van fraudezaken

Ondanks de daling van verdachten, steeg de instroom van zaken bij het Openbaar Ministerie (OM) in 2024 met 9 % ten opzichte van 2023 (p. 67).
Het aantal dagvaardingen en oproepen wegens verzet tegen strafbeschikkingen nam toe met 8 % (p. 68).
Bij de afdoening van fraudezaken kiest het OM relatief vaak voor een strafbeschikking of transactie, vooral bij eenvoudige vormen van uitkeringsfraude of valsheid in geschrift (p. 93).
In complexere zaken, zoals beleggings- of faillissementsfraude, wordt doorgaans gedagvaard.

Het aandeel rechtspersonen als verdachte is in deze categorieën hoger dan gemiddeld: bij economische delicten betreft het circa 18 % van alle verdachten, tegenover 4 % in het totaal (p. 97, tabel 5.3).

Sancties en tenuitvoerlegging

  • Het aantal opgelegde sancties door het OM steeg in 2024 met 20 % en door de rechter met 1 % (p. 70–71).

  • In fraudezaken worden voornamelijk geldboetes en taakstraffen opgelegd. Bij zwaardere zaken, zoals grootschalige faillissements- of beleggingsfraude, volgt vaker een gevangenisstraf (p. 104–106).

  • De gemiddelde duur van vrijheidsstraffen in fraudezaken is de afgelopen tien jaar iets toegenomen. Volgens de cijfers van de Raad voor de rechtspraak bedraagt de gemiddelde gevangenisstraf voor ernstige fraude circa 10 maanden, tegen 8 maanden in 2014 (p. 107).

Langetermijnontwikkelingen (2014–2024)

Op basis van de tijdreeks over tien jaar (p. 11–12, 90–91):

  • Het totaal aantal door de politie geregistreerde vermogensmisdrijven, inclusief fraude, daalde met 25 %;

  • Het aantal verdachten daalde met 24 %;

  • De instroom van zaken bij het OM daalde met 6 %;

  • Het aantal rechterlijke beslissingen daalde met 28 %.

Hoewel traditionele vormen van fraude afnemen, compenseert de stijging in online en hybride fraudevormen een deel van die daling.

Over Criminaliteit en Rechtshandhaving 2024

De 23e editie van Criminaliteit en Rechtshandhaving (C&R) 2024 beschrijft de periode 2014–2024 en is een samenwerking tussen het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Raad voor de rechtspraak.
Het rapport biedt gegevens over de aard en omvang van criminaliteit in Nederland, inclusief fraude, de opsporing door politie en bijzondere opsporingsdiensten, de vervolging door het OM, en de bestraffing door de rechter. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de onderlinge samenhang tussen de schakels van de strafrechtketen en aan de uitgaven voor sociale veiligheid. (p. 3–4).

Print Friendly and PDF ^