Artikel: Duidelijkheid over de rol van de advocaat als onderzoeker

De Raad van Discipline heeft een uitspraak gewezen over de rol van de advocaat als feitenonderzoeker. De tuchtrechter erkent daarin de plaats van feitenonderzoek door advocaten, maar stelt hieraan voor bepaalde onderzoeken terechte grenzen. In het geval van een rapport door een onafhankelijk advocaat-onderzoeker dat extern wordt gebruikt gelden er namelijk ‘zware eisen’, aldus de tuchtrechter. De uitspraak laat ook enkele bestaande vragen onbeantwoord en roept nieuwe vragen op. Deze annotatie bespreekt enkele van die vragen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

De spoedbevriezing: juridische fictie versus bancaire praktijk

In het conceptwetsvoorstel Versterking ondermijnende criminaliteit II wordt een nieuwe bevoegdheid voor de FIE geïntroduceerd. De FIE krijgt de mogelijkheid om een financiële transactie te bevriezen. In dit artikel wordt onderzocht of deze nieuwe bevoegdheid past binnen de werking van het bancaire stelsel en hoe effectief deze wijziging in de praktijk zal zijn. Ook de reikwijdte van de strafrechtelijke en civielrechtelijke vrijwaring komen aan bod.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Kroniek ondernemingsstrafrecht

Het nieuws in het eerste halfjaar van 2022 werd gedomineerd door de afzwakking en vervolgens de afschaffing van de maatregelen rondom de Covid 19-pandemie, de (gevolgen van de) oorlog in Oekraïne en de boerenprotesten tegen de maatregelen die uit het stikstofbeleid van de overheid voort kunnen komen. Verder trad begin dit jaar een nieuw kabinet aan dat een coalitieakkoord presenteerde met voor het strafrecht ambitieuze plannen. Met forse investeringen in de strafrechtketen dient het justitieschip weer vlot getrokken te worden. Politie, rechtspraak en justitie kunnen op stevige financiële ­injecties rekenen, terwijl afzonderlijk gelden zijn vrijgemaakt voor de strijd tegen de ondermijning, voor de versterking van de sociale advocatuur en voor de implementatie van het nieuwe Wetboek van Strafvordering.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Onduidelijkheid over toepassingsbereik Blokkeringsverordening blijft voortbestaan

Het HvJ EU verduidelijkt de Blokkeringsverordening voor sancties van de VS met betrekking tot o.a. Iran. Het HvJ EU oordeelt dat (i) partijen de Blokkeringsverordening kunnen inroepen bij nationale rechters, (ii) dat als uit het bij de rechtbank beschikbare bewijs prima facie volgt dat bij de contractbeëindiging gevolg is gegeven aan geblokkeerde sancties, de opzeggende partij moet bewijzen dat hij niet die bedoeling had, en (iii) dat bij de vraag of een opzegging geldig is, ook de mogelijke impact van VS-sancties voor de opzeggende partij meegewogen moet worden. De precieze betekenis van gevolg geven aan geblokkeerde sancties blijft echter onduidelijk.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: De weigering van een jachtakte door de korpschef van de politie als een bestraffende sanctie?

In het bestuurlijke sanctierecht wordt doorgaans een onderscheid gemaakt tussen herstelsancties en bestraffende sancties. De enige algemeen geaccepteerde bestuurlijke bestraffende sanctie is de bestuurlijke boete. Omdat deze sanctie bestraffend van aard is, geldt het zogenoemde una via-beginsel. De strekking van dit beginsel is dat indien dezelfde gedraging zowel bestuurlijk als strafrechtelijk kan worden afgedaan, de keuze voor een der wegen op een gegeven moment definitief is. Indien een bestuurlijke sanctie, zoals bijvoorbeeld de toepassing van artikel 13b Opiumwet, als een bestraffende sanctie zou worden aangemerkt, heeft dit consequenties voor een eventuele strafrechtelijke vervolging wegens hetzelfde feit. Eenzelfde manier van redeneren zou kunnen worden gehanteerd over de Wet Bibob; indien de intrekking van een vergunning op grond van deze wet wordt gekwalificeerd als een bestuurlijke bestraffende sanctie, staat het una via-beginsel een vervolging wegens hetzelfde feit in de weg. De jurisprudentie van de Afdeling is evenwel zonneklaar: zowel de toepassing van artikel 13b Opiumwet als de intrekking van een vergunning op grond van de Wet Bibob worden door de Afdeling niet aangemerkt als een bestraffende sanctie. Geheel vrij van commentaar is deze bestendige jurisprudentie overigens niet. Dat het aanmerken van een bestuurlijke sanctie (of maatregel) als een bestraffende sanctie daadwerkelijk gevolgen heeft voor een hierop volgende vervolging, heeft de jurisprudentie rondom het alcoholslotprogramma laten zien. In de onderhavige casus staat een soortgelijke problematiek centraal, namelijk de weigering tot verstrekking van een jachtakte door de korpschef.

Read More
Print Friendly and PDF ^