Is het intrekken van een doctorsgraad wegens fraude een ‘criminal charge’?

Rechtbank Gelderland 13 april 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:2068

Van een straf is geen sprake, er is namelijk geen leedtoevoeging beoogd. "De rechtbank kan het college volgen in zijn standpunt dat door eisers proefschrift het vertrouwen in de wetenschap is aangetast en dat het bestreden besluit is bedoeld om dat vertrouwen te herstellen." Het plegen van wetenschapsfraude (vervalsen van onderzoeksgegevens) is verder geen schending van het gestelde bij of krachtens een wettelijk voorschrift - in ieder geval niet van een voorschrift dat het College voor Promoties van de Universiteit Wageningen kan handhaven. De Algemene wet bestuursrecht definieert een 'bestuurlijke sanctie' als iets wat volgt op een overtreding van een wettelijk voorschrift. Er is in dit geval dus geen sprake van een bestuurlijke sanctie. Omdat er geen sprake is van een bestuurlijke sanctie, is titel 5.1 van de Awb niet van toepassing in dit geval. Daarom is artikel 5:4 Awb (geen sanctie zonder bevoegdheid daartoe en geen sanctie zonder voorafgaande verbod), niet van toepassing.
Het was daarom niet vereist dat vooraf duidelijk was voor de doctor dat bij wetenschapsfraude de doctorsgraad ingetrokken zou kunnen worden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Rb herhaalt: enkele niet voldoen aan administratieplicht is niet zonder meer toereikend als bewijs voor ‘bedrieglijke verkorting’

Rechtbank Gelderland 18 april 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:2262

De rechtbank overweegt dat om tot een veroordeling van het primair ten laste te kunnen komen niet alleen wettig en overtuigend bewezen moet worden dat verdachte een slechte of zelfs geen administratie heeft gevoerd, maar ook dat dit plaats vond ter bedrieglijke verkorting van schuldeisersrechten. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad op dit inmiddels gewijzigde wetsartikel impliceert dit dat ten minste de aanmerkelijke kans werd aanvaard op benadeling van schuldeisers en dat tijdens de verweten gedraging het vooruitzicht van faillissement moest bestaan. Het enkele niet voldoen aan de administratieplicht is volgens de jurisprudentie niet zonder meer toereikend als bewijs voor ‘bedrieglijke verkorting’.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hoe moet in Mulderzaken worden omgegaan met verzoeken om belastende getuigen (ambtenaar die de sanctie heeft opgelegd) te horen?

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 14 april 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:3210

Artikel 6 EVRM strekt zich weliswaar ook uit tot de Wet Mulder, aangezien sprake is van een ‘criminal charge’, maar de uit het artikel voortvloeiende waarborgen gelden in deze procedure niet altijd ten volle. Uitgangspunt is dat de betrokkene behoorlijk de gelegenheid krijgt om belastend bewijs te betwisten en in twijfel te trekken. Onder omstandigheden kunnen beroepsgronden de rechter aanleiding geven de ambtenaar op de zitting te horen. Er bestaat echter niet een onbegrensd recht op het horen van de ambtenaar in iedere Mulderprocedure. Daarmee zou het (legitieme) belang van de staat om de verkeersregels efficiënt en doelmatig te handhaven op onaanvaardbare wijze worden doorkruist. In plaats daarvan kan de rechter, wanneer de beroepsgronden daar aanleiding toe geven, schriftelijk vragen voorleggen aan de ambtenaar.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling voor feitelijk leiding geven aan het doen van onjuiste belastingaangiften

Rechtbank Overijssel 20 april 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:1411

De rechtbank Overijssel veroordeelt een 47-jarige man tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De man heeft, kennelijk uit financieel gewin, feitelijke leiding gegeven aan het doen van onjuiste belastingaangiften. De geldstroom die via de zakelijke bankrekeningen heeft gelopen blijkt niet uit de aangiften omzetbelasting die verdachte heeft laten doen. Daardoor is het totale belastingnadeel €208.610.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG: document is niet pas in de bedrijfsadministratie opgenomen wanneer deze aan de Belastingdienst is verstrekt

Parket bij de Hoge Raad 18 april 2023, ECLI:NL:PHR:2023:405

Het middel steunt op de gedachte dat een document pas in de bedrijfsadministratie is opgenomen wanneer deze aan de Belastingdienst is verstrekt. Een dergelijke opvatting vindt echter geen steun in het recht. Een bedrijfsadministratie is immers niet meer dan een samenstel van geschriften met bewijsbestemming, ter zake van de daarin opgenomen gegevens. Het moment waarop dergelijke stukken aan de Belastingdienst worden verstrekt in het kader van een boekenonderzoek is in zoverre niet relevant.

Read More
Print Friendly and PDF ^