Hoge Raad wijst nieuw overzichtsarrest over vormverzuimen: geen substantiële wijzigingen in beoordelingskader, wel nuancering en bijstelling maatstaven

Hoge Raad 1 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1889

In aanvulling op eerdere uitspraken ECLI:NL:HR:2004:AM2533 en ECLI:NL:HR:2013:BY5321, waarin is uitgezet wanneer sprake is van een vormverzuim als bedoeld in art. 359a Sv en aan welke (wettelijke) voorwaarden moet worden voldaan voordat toepassing kan worden gegeven aan één van de in dat artikel genoemde rechtsgevolgen merkt de Hoge Raad naar aanleiding van de conclusie van de AG op dat de Hoge Raad geen aanleiding ziet substantiële wijzigingen aan te brengen in het beoordelingskader.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen m.b.t. de belangenafweging waarvan de motivering van de rechter blijk moet geven bij afwijzing van het verzoek

Hoge Raad 10 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1763

Voor het oordeel dat de omstandigheid die aan het verzoek ten grondslag is gelegd, niet aannemelijk is, volstaat echter niet steeds de vaststelling dat die omstandigheid onvoldoende is onderbouwd. Het is immers mede afhankelijk van de aard van de aangevoerde reden – in het bijzonder of het gaat om een omstandigheid die zich onverwacht aandient, bijvoorbeeld in verband met ziekte van de verdachte – of, alvorens wordt beslist op het verzoek, gelegenheid dient te worden geboden het verzoek van een nadere toelichting te voorzien en/of op een later moment (alsnog) bewijsstukken over te leggen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt overwegingen omtrent de individuele aansprakelijkheid van tot een groep behorende personen (deelnemers) voor onrechtmatig vanuit de groep toegebrachte schade ex art. 6:166 BW

Hoge Raad 3 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1726

Artikel 6:166 lid 1 BW bepaalt dat indien één van tot een groep behorende personen onrechtmatig schade toebrengt en de kans op het aldus toebrengen van schade deze personen had behoren te weerhouden van hun gedragingen in groepsverband, zij hoofdelijk aansprakelijk zijn indien deze gedragingen hun kunnen worden toegerekend.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Geslaagd beklag tegen beslag op vorderingen van klaagster op de NVWA

Hoge Raad 10 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1749

Het cassatiemiddel komt op tegen het oordeel van de rechtbank dat voldoende aanwijzingen bestaan dat de inbeslaggenomen voorwerpen – vorderingen die de klaagster heeft op de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit – aan de klaagster zijn gaan toebehoren met het kennelijke doel de uitwinning van die voorwerpen te frustreren.

Read More
Print Friendly and PDF ^

OM deels niet-ontvankelijk in vervolging voor niet tijdig deponeren jaarrekeningen bij KvK

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 21 oktober 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:8410

Aan de verdachte rechtspersoon is ten laste gelegd dat zij de jaarrekeningen over de boekjaren 2002 t/m 2015 niet tijdig heeft gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Het hof is van oordeel dat het recht van vervolging van het openbaar ministerie ten aanzien van de boekjaren 2002 t/m 2013 door verjaring is komen te vervallen, nu er ten aanzien van die boekjaren meer dan drie jaren zijn verstreken tussen het moment waarop er dertien maanden na afloop van het boekjaar zijn verlopen en een daad van vervolging heeft plaatsgevonden. Het openbaar ministerie wordt daarom voor de boekjaren 2002 t/m 2013 niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging.

Read More
Print Friendly and PDF ^