Ontneming: OM niet-ontvankelijk omdat ontnemingsvordering niet tijdig en op de juiste wijze is aangekondigd

Rechtbank Gelderland 20 december 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:7050

De zittingsaantekeningen van de griffier zijn daarom in dit geval leidend. In de zittingsaantekeningen van de griffier van de inhoudelijke behandeling van de strafzaak op 14 en 15 februari 2023 staat enkel dat de officier van justitie heeft gezegd: “de ontnemingsprocedure volgt nog”. De officier van justitie zei dit na zijn requisitoir in de zaken van zeven verdachten. In de zaken van vijf van deze verdachten had de officier van justitie al op een eerdere zitting aangekondigd dat er een ontnemingsvordering zou worden ingediend. Deze vordering was in die zaken bovendien al ingediend. In de zaak van veroordeelde was nog geen ontnemingsvordering ingediend. Ook voor de rechtbank was niet duidelijk dat ook in de zaak van veroordeelde een ontnemingsvordering zou worden ingediend.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: De hoogste tijd

Al decennia staat vast dat naast strafvervolgingen ook bestuursrechtelijke en fiscale boeteprocedures een criminal charge inhouden zoals bedoeld in artikel 6 EVRM dat het recht op een eerlijk proces behelst. Het EHRM heeft in bestendige rechtspraak bepaald dat de strafrechtelijke beginselen die voortvloeien uit artikel 6 EVRM ook van toepassing zijn op procedures over de oplegging van bestuursrechtelijke en fiscale boetes.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Wanneer is het aannemelijk dat een getuige niet binnen een aanvaardbare termijn kan worden gehoord (art. 288 lid 1 sub a Sv)?

Hoge Raad 24 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:8

Het hof heeft het voorwaardelijk verzoek tot het horen van Betrokkene 1 als getuige afgewezen. Aan die afwijzing heeft het hof kennelijk ten grondslag gelegd dat het onaannemelijk is dat de getuige binnen een aanvaardbare termijn kan worden gehoord, omdat in eerste aanleg is geprobeerd om Betrokkene 1 als getuige te horen, maar dit niet is gelukt omdat hij - zoals volgt uit het proces-verbaal van de rechter-commissaris - onvindbaar is gebleken. Die afwijzende beslissing is niet zonder meer begrijpelijk, omdat niet blijkt dat het hof heeft onderzocht of de getuige in hoger beroep, bijna viereneenhalf jaar na het oproepen en dagvaarden van Betrokkene 1 om te worden gehoord als getuige door de rechter-commissaris, wel binnen een afzienbare termijn kan worden gehoord.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR schetst kader beklag ex art. 552a Sv over ‘hoogst onwaarschijnlijk’-maatstaf, proportionaliteit en subsidiariteit voortzetting beslag, hernieuwd beklag en inrichting stelsel van rechtsmiddelen

Hoge Raad 31 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:128

Bij de beoordeling van een klaagschrift van de beslagene dat is gericht tegen een beslag dat is gelegd op grond van artikel 94 Sv, moet de rechter a. beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo nee, b. de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd. Het belang van strafvordering houdt hierbij verband met het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Wanneer is voldaan aan het klachtvereiste (art. 66 lid 1 Sr)

Hoge Raad 10 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:13

De klachtgerechtigde kan zijn bevoegdheid slechts gedurende de in de wet genoemde klachttermijn uitoefenen. Dat betekent dat wanneer voor het instellen van een vervolging een klacht is vereist en de klacht niet is ingediend binnen drie maanden nadat de klachtgerechtigde heeft kennis genomen van het gepleegde delict, de vervolging daarop afstuit. In het geval dat de klacht weliswaar niet voldoet aan alle formele wettelijke eisen of niet is ingediend bij de bevoegde ambtenaar, maar vaststaat dat de klachtgerechtigde de vervolging heeft gewenst, zal van die wens binnen die termijn van drie maanden moeten zijn gebleken.

Read More
Print Friendly and PDF ^