OM niet-ontvankelijk in ontnemingsvordering wegens schendig art. 6 EVRM: Joep van den Nieuwenhuijzen hoeft Staat niets meer te betalen

Gerechtshof Den Haag 17 november 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:2282

Hoewel geen rechtsregel zich ertegen verzet dat het OM een hoger bedrag vordert dan dat in de (oorspronkelijke) ontnemingsvordering en het daarop gebaseerde proces-verbaal is genoemd en ook de rechter hieraan niet is gebonden, is het hof van oordeel dat de onderhavige gang van zaken in strijd is met de beginselen van een behoorlijke procesorde; met name het naleven van artikel 6 EVRM; het recht op een eerlijk proces en het recht op equality of arms. De betrokkene en zijn raadslieden hebben zich gedurende alle voorafgaande jaren in navolging van de aanvraag SFO in de verdediging gericht op een ander perspectief (faillissementsfraude) en daarmee mogelijk kansen om de grondslag van de nieuwe berekening te weerspreken (moeten) laten liggen. Daarbij neemt het hof tevens in aanmerking dat de verhoging van de ontnemingsvordering enkel en alleen het gevolg is geweest van de vrijspraak in de strafzaak van faillissementsfraude. Daarnaast neemt het hof in aanmerking het procesverloop in de ontnemingsprocedure, nadat het arrest van het gerechtshof in de strafzaak was gewezen. Zo is een ontnemingsdossier verstrekt waarin de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uitsluitend is gebaseerd op faillissementsfraude. Voorts heeft het Openbaar Ministerie na het gewezen arrest niet binnen aanvaardbare termijn actief informatie verschaft over het voornemen om de ontnemingsprocedure te baseren op de veroordeling ter zake van omkoping en het ontnemingsbedrag fors te verhogen, maar is daarentegen door de officier van justitie tijdens de zitting van 19 november 2015 expliciet medegedeeld dat het Openbaar Ministerie er bewust voor heeft gekozen om het te ontnemen bedrag zo te laten als het is en dat het genoten wederrechtelijk voordeel uit omkoping min of meer gelijk is aan het bedrag dat op de huidige vordering tot ontneming van wederrechtelijk voordeel is opgenomen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conservatoir beslag na verdenking van handelen met voorwetenschap: Klaagschrift ex artikel 552a Sv ongegrond in Hunter Douglas-zaak

Rechtbank Amsterdam 15 november 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:6629

Op 3 januari 2022 heeft de AFM mogelijke handel met voorwetenschap gesignaleerd door handelaren van klaagster in aandelen Naam aandelen. Klaagster heeft aangevoerd dat, nu de AFM haar eigen onderzoek heeft afgerond en zij in haar onderzoek naar de vermeende overtreding van artikel 14, aanhef en onder a, van de Verordening Marktmisbruik (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik de argumentatie van klaagster volgt waarom er geen redelijk vermoeden van marktmisbruik is ontstaan, daaruit tevens dient te worden afgeleid dat er op dit moment geen redelijk vermoeden meer voor handel met voorwetenschap (art 14 MAR) bestaat. Deze conclusie neemt de raadkamer echter niet over. Immers volgt uit het door klaagster overgelegde vonnis in kort geding dat de AFM ter zitting van de voorzieningenrechter heeft toegelicht dat en waarom de AFM hiermee niet is teruggekomen op haar standpunt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Geheimhoudingsclausules versus jaarrekeningverplichtingen

In het handelsverkeer is het niet ongebruikelijk om vanwege commerciële belangen het bestaan van bepaalde overeenkomsten of details daarvan buiten de openbaarheid te houden. Soms is het belang van niet-openbaarmaking zo groot dat partijen nadrukkelijk een geheimhoudingsclausule overeenkomen. Maar wat te doen als de jaarrekeningregelgeving nadrukkelijk wel de vermelding van deze informatie verlangt?

Read More
Print Friendly and PDF ^

Aanhouding in onderzoek naar faillissementsfraude

Op 9 november heeft de FIOD een 43-jarige man uit Gorinchem aangehouden op verdenking van faillissementsfraude. Het strafrechtelijke onderzoek is gestart na een melding faillissementsfraude van de curator van een vermoeden van bedrieglijke bankbreuk. Het onderzoeksteam van de FIOD vermoedt dat de verdachte ruim grote bedragen heeft onttrokken uit de boedel van zijn onderneming. Daarnaast bestaat het vermoeden dat verdachte voor het faillissement een aantal schuldeisers heeft bevoordeeld door ze te betalen, terwijl andere schuldeisers onbetaald bleven.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Bunq vs. DNB: alle wegen leiden naar Rome?

Op 18 oktober jl. deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) uitspraak inzake een geschil tussen Bunq en DNB over de vermeend gebrekkige naleving van Bunq van de op haar rustende Wwft-verplichting tot het verrichten van cliëntenonderzoek. Wat zijn de mogelijke consequenties van deze uitspraak voor de manier waarop het Wwft-cliëntenonderzoek door een bank mag worden verricht en de wijze waarop een Wwft-toezichthouder (zoals DNB) het Wwft-toezicht dient in te richten.

Read More
Print Friendly and PDF ^