Zeer geraffineerde factuurfraude: horen 3 jaar na aanmerken als verdachte leidt tot strafvermindering
/Rechtbank Noord-Nederland 28 april 2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:1637
De rechtbank Noord-Nederland veroordeelt een man tot 18 maanden celstraf wegens medeplegen van witwassen en het gebruik van vervalste facturen. De verdachte werkte samen met anderen in een geraffineerde factuurfraude waarbij bijna 500.000 euro werd buitgemaakt. Hij fungeerde als tussenpersoon tussen hackers en een medeverdachte en gaf instructies voor het opstellen van de valse documenten. De fraude werd in twee fasen uitgevoerd, waarbij ook via een advocaat werd geprobeerd het geld alsnog vrij te krijgen. De rechtbank acht zijn rol essentieel in het criminele proces. Ook moet hij ruim 23.000 euro schadevergoeding betalen aan het gedupeerde bedrijf.
Context van de zaak
De fraude richt zich op een transactie tussen een Nederlands bedrijf dat waterzuiveringsinstallaties levert, en een Egyptisch afnemend bedrijf. In december 2019 sloten deze twee ondernemingen een koopovereenkomst voor de levering van drie industriële vijzels, met een overeengekomen aanbetaling van 488.750 euro. Kort daarna werd een frauduleuze interventie gepleegd in de digitale communicatie tussen partijen, waarbij onder meer valse e-mailadressen en vervalste facturen werden ingezet om de aanbetaling naar een verkeerde bankrekening te leiden. Deze bankrekening stond op naam van een Nederlandse vennootschap die werd bestuurd door een medeverdachte van de verdachte.
De verdachte heeft daarbij een centrale rol gespeeld als tussenpersoon tussen de hackers die de digitale infrastructuur manipuleerden en de medeverdachte die de bankrekening beschikbaar stelde. Hij heeft verklaringen afgelegd waaruit blijkt dat hij betrokken was bij het coördineren van de communicatie, het aanleveren van bankgegevens, en het begeleiden van de financiële afhandeling. Ook blijkt uit onderschepte WhatsApp-gesprekken dat hij actief instructies gaf aan de medeverdachte over hoe te handelen richting de bank, en over de inhoud en opmaak van de vervalste documenten.
De fraude bleef niet beperkt tot één moment. Nadat de bank (ABN AMRO) de verdachte transactie ontdekte en het geld bevroren had, volgde een tweede poging om het bedrag alsnog vrij te krijgen. Dit gebeurde opnieuw met een vervalste factuur, waarin werd gepoogd aan te tonen dat de ontvanger van het geld de rechthebbende zou zijn. Deze tweede factuur werd zelfs via een advocaat ingebracht in een civiele procedure, hetgeen de brutaliteit en het volhardende karakter van de fraude onderstreept.
De verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij betrokken was bij de transacties, en dat hij als schakel fungeerde tussen de uitvoerende hackers en de medeverdachte-rekeninghouder. Hij heeft verklaard dat hij uit was op financieel gewin en dat het zijn taak was om de praktische uitvoering van de fraude te faciliteren. Het betrof een bewuste en intensieve samenwerking, waarbij iedere betrokkene zijn rol had.
Het strafdossier bevat verder informatie over de justitiële voorgeschiedenis van de verdachte, waaruit blijkt dat hij eerder in aanraking is geweest met justitie.
Tenlastelegging
De verdachte wordt verweten dat hij zich, tezamen en in vereniging met anderen, schuldig heeft gemaakt aan:
Het medeplegen van witwassen van een geldbedrag van 488.750 euro, terwijl hij wist dat dit bedrag afkomstig was uit misdrijf;
Het medeplegen van het opzettelijk gebruik maken van valse of vervalste proforma facturen, in de periode van 6 januari 2020 tot en met 3 maart 2020, teneinde te bewerkstelligen dat geldbedragen werden overgemaakt dan wel vrijgegeven.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie acht beide feiten wettig en overtuigend bewezen en vordert een gevangenisstraf voor de duur van 27 maanden. Daarbij wordt verwezen naar de ernst en het professionele karakter van de fraude, de hoogte van het geldbedrag en de actieve rol van verdachte.
Standpunt van de verdediging
De raadsman voert aan dat verdachte moet worden vrijgesproken van beide tenlastegelegde feiten. Ten aanzien van het witwassen stelt hij dat verdachte slechts een faciliterende rol als tussenpersoon heeft vervuld en zelf geen handelingen heeft verricht met betrekking tot het geld. Voor het gebruik van vervalste facturen geldt hetzelfde: verdachte heeft weliswaar facturen heen en weer gestuurd, maar was niet betrokken bij het opstellen of vervalsen ervan. Een eventuele medeplichtigheid is niet ten laste gelegd, en daarmee ontbreekt een juridische grondslag voor een veroordeling wegens medeplegen.
Oordeel van het gerecht
De rechtbank stelt op basis van verklaringen van verdachte, aangiftes, en communicatie via onder meer WhatsApp tussen verdachte en medeverdachte vast dat verdachte niet slechts een tussenpersoon is, maar een cruciale schakel vormt in een nauwe en bewuste samenwerking bij zowel het witwassen als het gebruik van vervalste facturen.
Ten aanzien van het witwassen oordeelt de rechtbank dat verdachte actief heeft meegewerkt aan het tot stand komen van de financiële constructie en beoogde een deel van het crimineel verkregen geld zelf te ontvangen. Daarmee is sprake van medeplegen.
Voor het gebruik maken van vervalste geschriften acht de rechtbank bewezen dat verdachte bewust gegevens aanleverde, zoals bankgegevens, instructies gaf aan de medeverdachte, en op cruciale momenten betrokken was bij het verzenden van de vervalste facturen, onder meer via diens advocaat. Ook hier is sprake van een nauwe samenwerking die de kwalificatie medeplegen rechtvaardigt.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich:
In vereniging met anderen schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van witwassen van een bedrag van 488.655 euro;
In vereniging met anderen opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse geschriften, te weten twee proforma facturen, in de periode van januari tot maart 2020.
Strafoplegging
De rechtbank veroordeelt verdachte tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van achttien maanden. Daarbij overweegt de rechtbank dat het hier een ernstig feit betreft, gepleegd met een grote mate van planmatigheid, waarbij verdachte een centrale rol vervulde.
De rechtbank houdt rekening met het feit dat het frauduleus verkregen bedrag bijna 500.000 euro bedroeg en dat er sprake was van een tweede poging om het geld alsnog te verkrijgen via een opnieuw vervalst stuk. Ook het vertrouwen in het handelsverkeer is ernstig geschaad. Hoewel verdachte al in 2021 door de politie is geïdentificeerd en pas in 2024 is gehoord, en de officier van justitie hiervoor geen verklaring kon geven, leidt dit slechts tot matiging van de duur van de gevangenisstraf ten opzichte van de eis, niet tot een andere strafmodaliteit.
Een taakstraf of geldboete, zoals door de verdediging is bepleit, acht de rechtbank volstrekt onvoldoende gelet op de ernst van de feiten.
Benadeelde partij
De benadeelde partij heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend van 23.027,62 euro wegens gemaakte kosten, waaronder advocaatkosten, voor het terugvorderen van het onterecht overgemaakte bedrag. De rechtbank wijst deze vordering toe, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 april 2020. Verdachte wordt hoofdelijk aansprakelijk gehouden, zodat betaling door een medeverdachte hem in zoverre bevrijdt.
Een schadevergoedingsmaatregel wordt niet opgelegd, aangezien de benadeelde partij als professionele partij wordt geacht de vordering zelfstandig te kunnen innen.
Lees hier de volledige uitspraak.