Internationale valutafraudezaak beslecht na procesafspraken: verdachte krijgt deels voorwaardelijke gevangenisstraf en beroepsverbod
/Gerechtshof Amsterdam 5 december 2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:3250
Het gerechtshof Amsterdam veroordeelt een man wegens grootschalige internationale beleggingsfraude en witwassen. De verdachte werkt mee aan schadevergoeding via een Amerikaans receivership, waarbij slachtoffers voor 95% zijn gecompenseerd. Door procesafspraken krijgt hij 40 maanden gevangenisstraf, waarvan 24 maanden voorwaardelijk. Ook krijgt hij een beroepsverbod van drie jaar in de financiële sector. Het hof acht de procesafspraken passend gelet op de ernst van de feiten en het herstel. Alle schadeclaims zijn niet-ontvankelijk verklaard.
Context van de zaak
De zaak betreft een omvangrijke, internationaal vertakte beleggingsfraudezaak die zich uitstrekt over een periode van meerdere jaren en bekend staat onder de zaaksdossiers "Cayenne" en "Panamera". De verdachte is een natuurlijk persoon, geboren in 1979, die zich via meerdere vennootschappen heeft beziggehouden met de handel in valuta. Daarbij heeft hij zich, samen met medeplegers in binnen- en buitenland, schuldig gemaakt aan grootschalige oplichting en witwassen.
De fraude vond plaats tussen 2011 en 2015, waarbij beleggers werden bewogen om aanzienlijke bedragen te investeren in valutahandel. Deze investeringen bleken echter onderdeel te zijn van een frauduleuze constructie waarbij vanaf het begin vaststond dat beleggers structureel verlies zouden lijden. De opbrengsten werden op geraffineerde wijze witgewassen via een complex netwerk van internationale rechtspersonen. De verdachte was eerder al in voorlopige hechtenis gesteld in beide dossiers en stond onder elektronisch toezicht. In de Verenigde Staten loopt parallel een civielrechtelijke procedure, waarbij een receivership is ingesteld ter schadevergoeding aan gedupeerde beleggers.
Tenlastelegging
De verdachte wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van oplichting en witwassen van gelden afkomstig uit beleggingsfraude, gepleegd via de vennootschappen [organisatie 1] en [organisatie 2]. In het dossier Cayenne betreft het feiten die zijn gepleegd in 2011 en 2012, en in het dossier Panamera gaat het om soortgelijke feiten uit 2015. Het gaat in totaal om tientallen miljoenen euro’s schade voor een groot aantal (internationale) benadeelde partijen.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
Het openbaar ministerie heeft in hoger beroep ingestemd met een set procesafspraken, waarin is overeengekomen dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden, waarvan 24 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast is een beroepsverbod voor de duur van drie jaren overeengekomen. De vorderingen van buitenlandse benadeelde partijen, alsmede die van twee in Nederland woonachtige benadeelden, zullen niet-ontvankelijk worden verklaard vanwege hun deelname aan het Amerikaanse receivership. Het openbaar ministerie hecht waarde aan het feit dat de verdachte volledige medewerking heeft verleend aan de schadeafwikkeling.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ingestemd met de procesafspraken en verzocht deze als uitgangspunt te nemen voor de eindbeslissing. De verdachte heeft zijn medewerking toegezegd aan het receivership en zich bereid verklaard afstand te doen van nog openstaande onderzoekswensen. Inhoudelijk is subsidiair verweer gevoerd met betrekking tot de strafmaat, maar primair is bepleit om het afdoeningsvoorstel te volgen. Daarbij is benadrukt dat de verdachte in aanzienlijke mate heeft bijgedragen aan het herstel van de door zijn handelen veroorzaakte schade, en dat hij inzicht heeft getoond in de ernst van zijn gedragingen.
Oordeel van het gerechtshof
Het hof stelt vast dat de verdachte vrijwillig, goed geïnformeerd en met volledige rechtsbijstand heeft ingestemd met de procesafspraken. Het hof acht de afspraken juridisch valide en toetst of deze in verhouding staan tot de ernst van de feiten. Daarbij weegt het hof in het bijzonder mee dat de procedure al langdurig loopt, de bewezenverklaarde feiten oud zijn en dat de meeste slachtoffers inmiddels voor meer dan 95% van hun schade zijn gecompenseerd via het Amerikaanse receivership.
Het hof acht de afspraken, hoewel relatief laat in de procedure tot stand gekomen, passend en verenigbaar met de eisen van een behoorlijke strafrechtspleging. De gemaakte afspraken worden daarom overgenomen.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:
Medeplegen van oplichting in het kader van beleggingsfraude (dossier Cayenne en Panamera)
Witwassen van gelden afkomstig uit de frauduleuze praktijken
Herhaald plegen van soortgelijke feiten tijdens schorsing in voorlopige hechtenis
De bewezenverklaring betreft zowel feiten uit 2011 en 2012 als uit 2015.
Strafoplegging
Het hof legt aan de verdachte een gevangenisstraf op van 40 maanden, waarvan 24 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Bij de straftoemeting weegt het hof strafverzwarend mee:
De omvang van de financiële schade, die aanvankelijk in de tientallen miljoenen euro’s lag
Het internationale karakter van de fraude en het grote aantal benadeelden
De professionele en systematische wijze waarop de fraude is uitgevoerd
Het feit dat de verdachte tijdens een eerdere schorsing opnieuw strafbare feiten heeft gepleegd
Strafverlichtend werkt:
De ruime tijd die sinds de feiten is verstreken
De volledige medewerking aan het receivership, waarbij aanzienlijke geldbedragen zijn teruggevloeid naar benadeelden
De omstandigheid dat de verdachte blijk heeft gegeven van inzicht in zijn handelen
De omstandigheid dat hij onder elektronisch toezicht heeft gestaan en sinds zijn voorlopige hechtenis geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd
Naast de gevangenisstraf legt het hof de verdachte een beroepsverbod op van drie jaren voor het uitoefenen van werkzaamheden in de financiële sector, inclusief het handelen in valuta en cryptovaluta.
Vorderingen van de benadeelde partijen
Het hof verklaart alle benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen tot schadevergoeding, aangezien zij vallen onder het Amerikaanse receivership dat voorziet in een afwikkeling buiten het strafproces. De benadeelden kunnen zich wenden tot de burgerlijke rechter.
Beslag
De verdachte krijgt drie in beslag genomen horloges terug waarvoor zekerheid is gesteld. De overige voorwerpen op de beslaglijst worden verbeurd verklaard, nu deze zijn verkregen met opbrengsten uit de fraude.
Lees hier de volledige uitspraak.
