OM eist geldboetes en taakstraffen tegen twee bedrijven en hun bestuurders vanwege illegale import van hout uit Myanmar

Het Openbaar Ministerie verwijt drie feitelijk leidinggevenden van de bedrijven DMPT, Mercura en Fairwind, in leeftijd variërend van 56 jaar tot 67 jaar, het op de markt brengen van hoogwaardig teakhout en het daarmee overtreden van de Europese Houtverordening. Ook vervolgt het OM twee (DMPT en Mercura) van de drie ondernemingen voor dit feit. Volgens het OM hebben de bedrijven en verdachten niet voldaan aan de vereiste zorgvuldigheidsbeginselen waarmee voorkomen moet worden dat illegaal gekapt hout op de markt komt. In totaal is er meer dan 178.2517 kubieke meter teakhout geïmporteerd met een waarde van ruim 2,5 miljoen. Het OM eiste woensdag 12 oktober voor de rechtbank in Amsterdam een geldboete van 100.000 euro waarvan 50.000 euro voorwaardelijk tegen de betrokken bedrijven en een taakstraf van 240 uur tegen de verdachten.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Geen sprake van handelen of nalaten i.s.m. Arbowetgeving waardoor situatie in het leven is geroepen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat daardoor levensgevaar te verwachten was

Rechtbank Oost-Brabant 3 oktober 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:4116

Op 20 februari 2020 vond een ongeval plaats in een loods van verdachte, als gevolg waarvan het Slachtoffer is overleden. Slachtoffer was in dienst bij verdachte als vrachtwagenchauffeur. Toen één van de overheaddeuren van de loods niet meer dicht ging, heeft hij dit geprobeerd te verhelpen door met een ladder boven de deuropening te klimmen. Hij is hierbij van circa 4,5 meter hoogte naar beneden gevallen. Een gevaarlijke situatie is pas ontstaan toen het Slachtoffer op eigen initiatief via een ladder, zonder gebruik te maken van valbescherming, boven de overheaddeur is geklommen in een poging om de overheaddeur weer dicht te krijgen, en niet door het regulier gebruik van een deur die slecht werd onderhouden. Daarmee heeft het Slachtoffer – buiten zijn normale werkzaamheden om – zeer gevaarlijk gehandeld. Deze situatie was voor verdachte niet voorzienbaar. Naar het oordeel van de rechtbank is, onder deze omstandigheden, geen sprake van handelen of nalaten in strijd met de Arbowetgeving waardoor een situatie in het leven is geroepen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat daardoor levensgevaar of ernstige gezondheidsschade voor werknemers ontstond of te verwachten was.

Read More
Print Friendly and PDF ^

OM gaat NAM vervolgen

Naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek gaat het Openbaar Ministerie de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) vervolgen. Het OM verdenkt de NAM van het injecteren van afvalstromen, afkomstig uit aardgaswinning, in de diepe ondergrond zonder vergunning.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Wijziging Wet Bibob per 1 oktober 2022 (tweede tranche)

Op 1 oktober 2022 is de gewijzigde Wet Bibob (tweede tranche) in werking getreden. De wetswijziging van de Wet Bibob tweede tranche is een vervolg op de wetswijziging Wet Bibob eerste tranche die op 1 augustus 2020 in werking is getreden. Het wetsvoorstel tweede tranche leidt onder andere tot een verruiming van de bevoegdheden tot informatiedeling tussen het LBB en overheden en tussen overheden onderling. Zo wordt er een tipfunctie tussen overheden onderling geregeld en kunnen overheden via het nieuwe Bibob-register bij het Landelijk Bureau Bibob (LBB) navragen of eerder een gevaar is gesignaleerd over personen die betrokken zijn bij een vergunning, subsidie, overheidsopdracht of vastgoedtransactie. Overheden krijgen zelf ook toegang tot dit register om hierin hun eigen gevaarsconclusies te registreren.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Onder zich hebben van producten van dieren behorende tot beschermde inheemse diersoorten

Hoge Raad 27 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1312

Ten tijde van het bewezenverklaarde golden de Flora- en Faunawet en het Besluit prepareren van dieren. Ten tijde van de berechting in hoger beroep waren de Wet natuurbescherming en de Regeling in werking getreden. Het cassatiemiddel neemt tot uitgangspunt dat het hof toepassing had moeten geven aan artikel 3.18 van de Regeling. Dat uitgangspunt is niet juist. Dat de voorschriften over het straffeloos onder zich kunnen hebben van een dode vogel ter preparatie op praktische gronden zijn gemoderniseerd, brengt immers niet met zich dat sprake is van een gewijzigd inzicht over de strafwaardigheid van al voor de wijziging begane feiten.

Read More
Print Friendly and PDF ^