Sumo-zaak: Hof legt verdachten in belastingfraudezaak van restaurantketen geen straffen op

Het gerechtshof Den Haag oordeelt dat 8 verdachten gedurende een periode van ongeveer 7 jaar voor een aanzienlijk bedrag belastingfraude pleegden. In dat verband vormden de verdachten een criminele organisatie. De verdachten pleegden belastingfraude door hun omzet af te romen, om met dat geld een deel van het loon van het personeel zwart uit te betalen. Dit zijn feiten waarvoor in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. Daar ziet het hof van af vanwege diverse omstandigheden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: geen strafrechtelijke immuniteit Waterschap voor doden bevers

Hoge Raad 21 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1607

Voor zover het hof heeft overwogen dat voor het aannemen van immuniteit “beslissend [is] of de ten laste gelegde gedraging exclusief is in die zin, dat zij niet anders dan in het kader van een overheidstaak kan worden verricht”, heeft het miskend dat niet beslissend is of de gedraging niet anders dan in het kader van de aan het openbaar lichaam opgedragen bestuurstaak kan worden verricht, maar dat het erom gaat of deze gedraging – kort gezegd – in het kader van de uitvoering van die taak niet anders dan door bestuursfunctionarissen kan worden verricht. Het cassatiemiddel klaagt daarover op zichzelf terecht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen van EHRM in zaak De Legé tegen Nederland: Is aan verdachte gerichte vordering ex art. 19 WED tot overleggen van gegevens in strijd met nemo tenetur-beginsel?

Hoge Raad 14 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1562

Hof heeft vastgesteld dat (i) politie verdachte heeft aangemerkt als verdachte van invoer van illegaal vuurwerk omdat minimaal één postpakket met illegaal vuurwerk voor verdachte op zijn adres was afgeleverd, (ii) postpakket afkomstig was van Poolse webshop voor professioneel, voor particulieren verboden vuurwerk, (iii) politie vervolgens verdachte via brief heeft ontboden voor verhoor en (iv) brief inhoudt: “Ik vorder u o.g.v. art. 19 WED alle gegevens, welke betrekking hebben op bestellen en ontvangen van vuurwerk, mee te nemen naar verhoor. Denk hierbij o.a. aan facturen, bestelbevestigingen, etc.”. Verder heeft hof geconstateerd dat gevorderde stukken niet door politie eigenmachtig konden worden verkregen, waaraan hof conclusie heeft verbonden dat verkrijging van stukken afhankelijk was van wil van verdachte. Daarnaast heeft hof overwogen dat niet kon worden uitgesloten dat informatie die uit verzochte stukken blijkt in strafzaak tegen verdachte zou kunnen worden gebruikt. Voor zover het hof voor oordeel dat vordering tot verstrekken van stukken een schending van uit art. 6 EVRM voortvloeiende nemo tenetur-beginsel oplevert, mede beslissend heeft geacht dat gevorderde stukken niet door politie eigenmachtig konden worden verkregen en verkrijging van stukken daarmee afhankelijk van wil van verdachte was, heeft hof maatstaf aangelegd die niet in overeenstemming is met beoordelingskader van EHRM in zaak De Legé tegen Nederland.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Onderzoek Pioneer: veroordeling vermogensbeheerder voor niet-ambtelijke omkoping. Boekenonderzoek private equity-deal verhinderde strafvervolging niet.

Gerechtshof Amsterdam 21 september 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:2189

BV X hield zich bezig met effectenhandel, vermogensbeheer en bemiddeling. Haar bestuurder en enig aandeelhouder was A. B was senior portfoliomanager bij NV C en onder meer verantwoordelijk voor de private equity en hedge fondsen van NV. A en B ontmoetten elkaar in de zakelijk sfeer en raakten met elkaar bevriend. De Asset and Liability Committee (ALCO) van NV C concludeerde in 2014 dat NV C haar equity-positie moest terugbrengen met het oog op de vereisten uit de Solvency II-richtlijn. Er werd een projectgroep geformeerd waaraan B deelnam. B vroeg A of hij partijen kende die in deze portefeuille geïnteresseerd zouden zijn. A kwam met bedrijf D en dacht als intermediair van D bij een geslaagde aankoop van de portefeuille 2% van de koopprijs van circa € 400 miljoen te kunnen verkrijgen en stelde B voor om die provisie 50/50 te verdelen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verzoek ex art. 530 Sv: in geval van sepot dienen ook reiskosten en tijdverzuim voor vergoeding in aanmerking komen

Rechtbank Noord-Holland 4 oktober 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:10938

Read More
Print Friendly and PDF ^