Sumo-zaak: Hof legt verdachten in belastingfraudezaak van restaurantketen geen straffen op

Het gerechtshof Den Haag oordeelt dat 8 verdachten gedurende een periode van ongeveer 7 jaar voor een aanzienlijk bedrag belastingfraude pleegden. In dat verband vormden de verdachten een criminele organisatie. De verdachten pleegden belastingfraude door hun omzet af te romen, om met dat geld een deel van het loon van het personeel zwart uit te betalen. Dit zijn feiten waarvoor in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. Daar ziet het hof van af vanwege diverse omstandigheden.

Tijdens het onderzoek in deze zaak door de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) mocht een documentairemaker het werk van de FIOD filmen. Het Openbaar Ministerie verleende de toestemming voor het volgen van dit onderzoek. De documentairemaker volgde bij de filmopnames FIOD medewerkers en maakte opnames van verschillende doorzoekingen in de restaurants en van het verkrijgen van bewijsmateriaal. 

Schending privacy verdachten

Het OM had oog voor het beschermen van de privacy van de verdachten door invloed uit te oefenen op de wijze waarop het beeldmateriaal werd getoond. Het OM eiste daarin dat de verdachten onherkenbaar in beeld werden gebracht. Toch schonden het OM en de opsporingsorganisaties hun geheimhoudingsplicht door de documentairemaker toegang te geven tot de gevoelige gegevens van de verdachten. Dit komt doordat er geen noodzaak bestond voor het delen van de privégegevens van de verdachten met de documentairemaker. De privacy van de verdachten is hierdoor ernstig geschonden. Doordat de gegevens zijn verkregen met behulp van strafvorderlijke bevoegdheden is de strafrechter bevoegd om een oordeel te vormen over de rechtmatigheid van het optreden van de FIOD en het OM.

Ontvankelijkheid OM

Het hof oordeelt dat het OM ontvankelijk is in de vervolging. De gang van zaken rondom de documentaire was namelijk niet van invloed op de beslissing tot (verdere) vervolging van de verdachten. Ook de bewijsvergaring is er niet door geraakt en het recht op een eerlijk proces is niet geschonden.

Geen straf vanwege diverse omstandigheden

Volgens het hof is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats bij jarenlange en structurele belastingfraude. In deze zaak ziet het hof af van het opleggen van (gevangenis)straffen om de volgende redenen. 

Het hof oordeelt dat de schending van de privacy van de verdachten en de schending van de geheimhoudingsplicht van het OM ernstig is. Het OM verzweeg het bestaan van de documentaire tegenover de verdediging en de rechter, omdat het daarmee wilde voorkomen dat de documentaire aanleiding kon geven voor verweren in de strafzaak. Toen een landelijk dagblad enkele dagen voor de geplande uitspraak door de rechtbank over de documentaire wilde gaan publiceren heeft het OM de rechtbank en de verdachten alsnog geïnformeerd. Het bekendmaken van de documentaire tijdens het strafproces leidde ertoe dat, ook binnen de Chinese gemeenschap in Nederland, bekend is geworden wat de verdachten verweten werd. Dit heeft tot reputatieschade geleid. 

Daarnaast weegt mee dat de belastingschuld die ontstond als gevolg van het strafbaar handelen geheel is voldaan en de verdachten voor fraude bij andere belastingen een bestuurlijke boete hebben betaald. Daarbij is ook van belang dat de betrokken ondernemingen en horecagelegenheden met aanzienlijke verliezen zijn verkocht als gevolg van de gehele procedure. 

Tot slot is zowel in eerste aanleg als in hoger beroep de redelijke termijn geschonden. Sinds de doorzoekingen in december 2014 is in totaal bijna 9 jaar verstreken voordat het hof uitspraak doet.

De rechtbank Rotterdam legde in eerste aanleg ook geen straf of maatregel op aan de verdachten.

Uitspraken

Print Friendly and PDF ^