Hoge Raad over gevolgen van gegevensbestanden Belastingdienst: in uitzonderlijke gevallen vermindering van belastingaanslag mogelijk

Hoge Raad 10 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1748

De Hoge Raad heeft vorige week uitspraak gedaan in een zaak over (de gevolgen van) het zogenoemde project 1043 van de Belastingdienst en de Fraude Signalering Voorziening (databank FSV). In zijn uitspraak geeft de Hoge Raad uitgangspunten voor de behandeling van klachten over project 1043 en (het gebruik van) de databank FSV in belastingzaken. Het gaat daarbij om de situaties waarin de belastingplichtige zelf bewijs moet leveren voor in de belastingaangifte opgenomen aftrekposten. Als de beslissing van de Belastingdienst om de aangifte van iemand te controleren onrechtmatig is omdat die controle voortvloeit uit een onrechtmatige risicoselectie of verwerking van persoonsgegevens, kan dat in uitzonderlijke gevallen gevolgen hebben voor de belastingaanslag die na zo’n controle wordt opgelegd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Wat geldt als redelijke termijn bij tweede beroep in cassatie?

Centrale Raad van Beroep 16 november 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:2912

Voor de berechting van een zaak in cassatie heeft als uitgangspunt te gelden dat de Hoge Raad binnen twee jaar nadat beroep in cassatie is ingesteld uitspraak dient te doen. Indien de Hoge Raad de bestreden uitspraak vernietigt en het geding verwijst, heeft als uitgangspunt te gelden dat de verwijzingsrechter uitspraak doet binnen een jaar na het arrest van de Hoge Raad. De Raad ziet aanleiding om te bepalen dat als uitgangspunt geldt dat de Hoge Raad bij een tweede beroep in cassatie uitspraak doet binnen een periode van een jaar.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Is het kader uit post-Keskin ook van toepassing in ontnemingszaken?

Hoge Raad 30 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1749

De Hoge Raad heeft zijn rechtspraak over de eisen die in strafzaken gelden met betrekking tot de onderbouwing van verzoeken van de verdediging tot het oproepen en horen van getuigen, ten dele bijgesteld naar aanleiding van de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak Keskin tegen Nederland. Deze bijstelling is ook in ontnemingszaken van betekenis, maar alleen indien en voor zover het verzoek tot het horen van getuigen is gedaan in verband met een in de ontnemingsprocedure te nemen beslissing die ertoe strekt dat de betrokkene zelf een concreet aangeduid strafbaar feit heeft begaan.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Procesrechtelijke aspecten van de vordering benadeelde partij in het strafproces: welk wetboek gaat daar eigenlijk over?

In mei 2019 heeft de Hoge Raad een overzichtsarrest gewezen over de vordering benadeelde partij in strafzaken. Hoewel nuttig voor de praktijk waar het de materiële kant van de vordering betreft, roept het arrest juist vragen op als het om procesrechtelijke aspecten gaat. De Hoge Raad verwijst namelijk meermaals naar bepalingen uit het Rv, terwijl de gemiddelde praktijkbeoefenaar er veelal van uitging dat aan dit wetboek helemaal geen relevantie toekomt in strafzaken. Is sprake van een koerswijziging van de Hoge Raad of houdt de Hoge Raad juist koers? En welk wetboek gaat eigenlijk over de procesrechtelijke kant van de vordering benadeelde partij?

Read More
Print Friendly and PDF ^

Uitleg term “zaak”: Indien meer feiten cumulatief aan de rechter ter beoordeling zijn voorgelegd, is de zaak geëindigd indien m.b.t. al die feiten einduitspraak is gedaan

Rechtbank Noord-Nederland 11 november 2021, ECLI:NL:RBNNE:2021:4857

Nu de strafzaak tegen verzoekster niet is geëindigd zonder oplegging van enige straf of maatregel verzoekster, heeft zij geen recht heeft op vergoeding van de door haar gemaakte kosten ten behoeve van rechtsbijstand op grond van artikel 530 Sv. De term “zaak” ziet op een strafvervolging van een persoon ter zake van één of meer strafbare feiten. Indien in een strafzaak meer feiten cumulatief aan de rechter ter beoordeling zijn voorgelegd, is de zaak eerst geëindigd indien de rechter met betrekking tot al die feiten einduitspraak heeft gedaan en deze einduitspraak onherroepelijk is. Dit is alleen dan anders wanneer er sprake is van zaken onder twee of meer parketnummers, die ter terechtzitting zijn gevoegd en waarbij in een van de zaken geen veroordeling is gevolgd.

Read More
Print Friendly and PDF ^