Uitsluiting bewijs na zonder bevoegdheid openen van bijrijdersportier van personenauto waar inbrekerswerktuigen werden aangetroffen

Gerechtshof Den Haag 12 oktober 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:2064

Door de verdediging is bepleit dat de verdachte van het tenlastegelegde wordt vrijgesproken, nu verscheidene bewijsmiddelen van het bewijs behoren te worden uitgesloten daar zij onrechtmatig verkregen zijn. Daartoe is aangevoerd dat de dwangmiddelen door welke deze zijn verkregen zijn toegepast zonder daartoe bestaande bevoegdheid, nu deze niet konden worden gebaseerd op een redelijk vermoeden van schuld dat enig strafbaar feit was gepleegd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen m.b.t. de belangenafweging waarvan de motivering van de rechter blijk moet geven bij afwijzing van het verzoek

Hoge Raad 10 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1763

Voor het oordeel dat de omstandigheid die aan het verzoek ten grondslag is gelegd, niet aannemelijk is, volstaat echter niet steeds de vaststelling dat die omstandigheid onvoldoende is onderbouwd. Het is immers mede afhankelijk van de aard van de aangevoerde reden – in het bijzonder of het gaat om een omstandigheid die zich onverwacht aandient, bijvoorbeeld in verband met ziekte van de verdachte – of, alvorens wordt beslist op het verzoek, gelegenheid dient te worden geboden het verzoek van een nadere toelichting te voorzien en/of op een later moment (alsnog) bewijsstukken over te leggen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt overwegingen omtrent de individuele aansprakelijkheid van tot een groep behorende personen (deelnemers) voor onrechtmatig vanuit de groep toegebrachte schade ex art. 6:166 BW

Hoge Raad 3 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1726

Artikel 6:166 lid 1 BW bepaalt dat indien één van tot een groep behorende personen onrechtmatig schade toebrengt en de kans op het aldus toebrengen van schade deze personen had behoren te weerhouden van hun gedragingen in groepsverband, zij hoofdelijk aansprakelijk zijn indien deze gedragingen hun kunnen worden toegerekend.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Geslaagd beklag tegen beslag op vorderingen van klaagster op de NVWA

Hoge Raad 10 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1749

Het cassatiemiddel komt op tegen het oordeel van de rechtbank dat voldoende aanwijzingen bestaan dat de inbeslaggenomen voorwerpen – vorderingen die de klaagster heeft op de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit – aan de klaagster zijn gaan toebehoren met het kennelijke doel de uitwinning van die voorwerpen te frustreren.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: Art. 74 AWR staat niet aan ontneming in de weg als er ook sprake is van niet fiscale delicten

Hoge Raad 3 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1716

Het hof heeft geoordeeld dat artikel 74 AWR niet aan ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel in de weg staat, omdat de betrokkene zich niet alleen aan een fiscaal delict, maar ook aan ‘valsheid in geschrift’ heeft schuldig gemaakt. In dat verband heeft het overwogen dat het wederrechtelijk verkregen voordeel van de betrokkene correspondeert met de opbrengst van de door hem voor zijn diensten in rekening gebrachte prijs en niet met het belastingnadeel. Dit oordeel geeft, in het licht van de hiervoor weergegeven wetsgeschiedenis, niet blijk van een onjuiste uitleg van artikel 74 AWR.

Read More
Print Friendly and PDF ^