Proefschrift: Het daderschap van de rechtspersoon

Met het Drijfmestarrest uit 2003 heeft de Hoge Raad een richtinggevend, maar tegelijkertijd open kader ontwikkeld voor het vaststellen van het daderschap van de rechtspersoon. In dit proefschrift wordt aan de hand van 300 uitspraken onderzocht hoe sindsdien in de feitenrechtspraak invulling is gegeven aan het Drijfmestkader. Dat leidt tot nieuwe inzichten, concrete handreikingen en tot een nieuw fundament voor het daderschap van de rechtspersoon - dat als ondergrens kan dienen. Daarnaast is het belang van een deugdelijke motivering van de toepassing van het Drijfmestkader gebleken, omdat dat bijdraagt aan de aanvaardbaarheid van rechterlijke beslissingen tot de vaststelling van daderschap van een rechtspersoon.

Lees verder:

Lees ook:

Print Friendly and PDF ^

Veroordeling feitelijke leidinggever aan belastingfraude

Rechtbank Rotterdam 6 december 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:11043

De verdachte heeft zich in de hoedanigheid van feitelijke leidinggever van een vennootschap schuldig gemaakt aan belastingfraude door mee te werken aan schijntransacties en daarmee aan het opzettelijk onjuist doen van aangiften omzetbelasting over de aangiftetijdvakken van mei 2014 tot en met december 2014. Daarnaast heeft hij valse stukken aan de Belastingdienst verstrekt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Belastingfraude: mag bij straftoemeting rekening gehouden worden met belastingaangiften die niet in de tenlastelegging zijn opgenomen?

Hoge Raad 20 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1900

De HR herhaalt relevante overwegingen uit met betrekking tot het betrekken van niet ten laste gelegde feiten bij de strafoplegging. Het Hof heeft bewezenverklaard dat de verdachte in de in de tenlastelegging genoemde periode opzettelijk 2 onjuiste aangiften heeft ingediend. Het Hof heeft verder overwogen dat o.g.v. het verhandelde op de terechtzitting het grootschalige karakter van het handelen van de verdachte aannemelijk is geworden en heeft in dat verband bij de strafoplegging (naast 2 in bewezenverklaring opgenomen aangiften) ook andere zich in het dossier bevindende aangiften over periode van (gedeelte van) 2009 tot en met oktober 2013 betrokken, waarbij hof is uitgegaan van totaal fiscaal nadeel van € 804.785. In dat verband heeft het hof overwogen dat aangiften omzetbelasting die niet in tenlastelegging en bewezenverklaring zijn genoemd, kunnen worden beschouwd als omstandigheden waaronder de 2 in bewezenverklaring genoemde onjuiste belastingaangiften zijn begaan en dat daardoor uit die andere aangiften het grootschalige karakter van bewezenverklaarde fiscale delicten blijkt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

OM eist celstraffen, taakstraffen en geldboetes tegen belastingfraudeurs en autobedrijven

Op 19 december ging het in de rechtbank Overijssel over grootschalige belastingfraude bij de import van auto’s. Het Openbaar Ministerie eiste tegen vier verdachten, een zoon en zijn vader van 28 en 66 jaar uit Zandvoort, een 31-jarige man uit Diemen en een 30-jarige man uit Haarlem, gevangenisstraffen tot 32 maanden, taakstraffen tot 150 uur en tegen twee autobedrijven uit Hillegom en Diemen geldboetes tot 45.000 euro. De mannen worden verdacht van belastingfraude, valsheid in geschrift en deelname aan een criminele organisatie. Een vijfde verdachte, een 35-jarige man uit Vogelenzang, hoort waarschijnlijk morgen de eis van het OM. Het belastingnadeel door de gepleegde fraude is berekend op een bedrag tussen de 750.000 euro en de één miljoen euro.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling tot het meermaals onjuist en onvolledig doen van belastingaangifte door restinformatie uit een rechtshulpverzoek in een ander strafrechtelijk onderzoek

Rechtbank Overijssel 12 september 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:3599

Het strafrechtelijk onderzoek tegen verdachte is gestart naar aanleiding van restinformatie uit een rechtshulpverzoek in een ander strafrechtelijk onderzoek. Deze restinformatie heeft betrekking op transactiegegevens van de rechtspersonen bedrijf en de bedrijf 2 Op de Luxemburgse bankrekening rekeningnummer van bedrijf kwamen transacties binnen met de omschrijving ‘dividend’, waarna korte tijd later vergelijkbare transactie uitgingen naar natuurlijke personen met de omschrijving ‘gift’. Het vermoeden is ontstaan dat er sprake is van financiële constructies die door bedrijf en/of de bedrijf 2 werden aangeboden, waarbij de herkomst van de gelden telkens leek te worden verhuld. Uit deze informatie bleek tevens dat er op de bankrekening van bedrijf transacties binnen zijn gekomen van Bedrijf 3.

Read More
Print Friendly and PDF ^