Uitspraak op ontnemingsvordering vervalt van rechtswege als veroordeling in strafzaak definitief achterwege

Parket bij de Hoge Raad 17 maart 2020, ECLI:NL:PHR:2020:255

In de aan de onderhavige ontnemingszaak ten grondslag liggende strafzaak heeft de AG geconcludeerd dat de officier van justitie alsnog niet-ontvankelijk in de vervolging dient te worden verklaard omdat het recht tot strafvordering ten aanzien van de ten laste gelegde misdrijven is verjaard. De behandeling van de ontnemingsvordering is een sequeel van de vervolging in de hoofdzaak. De schriftuur bevat evenwel, anders dan in de hoofdzaak, geen klacht dat het recht tot strafvordering is komen te vervallen. De Hoge Raad grijpt niet ambtshalve in in gevallen waarin de verjaring reeds voor het indienen van de schriftuur is voltooid en de cassatieschriftuur in dit verband geen klacht bevat. In lijn met dit arrest en vanwege het ontbreken van een klacht, kan in het midden blijven of het verval van het recht tot strafvordering zich ook uitstrekt tot de onderhavige ontnemingsprocedure.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR over gezondheid en welzijn van getuigen

Hoge Raad 17 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:446

Op grond van artikel 288 lid 1 onder b van het Wetboek van Strafvordering kan de rechter van het verhoor van een niet verschenen getuige afzien indien het gegronde vermoeden bestaat dat de gezondheid of het welzijn van de getuige door het afleggen van een verklaring ter terechtzitting in gevaar wordt gebracht en het voorkomen van dit gevaar zwaarder weegt dan het belang om de getuige ter terechtzitting te kunnen ondervragen. De vraag of dat gegronde vermoeden bestaat, dient te worden beantwoord tegen de achtergrond van het in artikel 6 EVRM gegarandeerde recht van de verdachte op een eerlijk proces.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling wegens internetoplichting: uit bewijsvoering blijkt niet dat het feit zou zijn gepleegd in Renkum, en niet blijkt dat verdachte de dader is

Hoge Raad 17 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:376

Het middel bevat de klacht dat de bewezenverklaarde oplichting niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan volgen, in het bijzonder dat daaruit niet kan volgen dat het de verdachte is geweest die de oplichtingshandelingen heeft verricht. Ook kan daar niet uit volgen dat de oplichting te Renkum is gepleegd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Is de ‘Landelijke Handhavingsstrategie’ recht i.d.z.v. artikel 79 RO?

Hoge Raad 17 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:436

Het eerste middel klaagt dat het hof ten onrechte de Landelijke Handhavingsstrategie (LHS) niet als recht beschouwt in de zin van art. 79 Wet RO, althans dat het hof zijn beslissing hieromtrent ontoereikend heeft gemotiveerd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over vordering benadeelde partij wegens immateriële schade

Parket bij de Hoge Raad 10 maart 2020, ECLI:NL:PHR:2020:188

In deze zaak heeft het hof geoordeeld dat de verdachte door opzettelijk in te rijden op het ene politievoertuig en opzettelijk aan te rijden tegen het andere politievoertuig opzettelijk een situatie heeft geschapen waarin de benadeelde partijen ernstig dienden te vrezen voor hun gezondheid. Tegen dat oordeel valt mede in het licht van de bewijsvoering van het hof weinig in te brengen. De vraag is echter of dat toereikend is voor het oordeel dat de verdachte het oogmerk had de benadeelde partijen ander nadeel dan vermogensschade toe te brengen.

Read More
Print Friendly and PDF ^