HR herhaalt overwegingen m.b.t. onschuldpresumptie bij ontneming uit soortgelijke feiten en m.b.t. bewijsrechtelijke regels in ontnemingsprocedures

Hoge Raad 12 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1498

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 29 september 2020, ECLI:NL:HR:2020:1523 overwogen dat het oordeel van de rechter dat voldoende aanwijzingen bestaan dat de betrokkene andere strafbare feiten in de zin van het huidige artikel 36e lid 2 Sr heeft begaan, binnen het eigen kader voor het bewijs in de ontnemingsprocedure in overeenstemming moet zijn met de onschuldpresumptie. De in artikel 36e lid 2 Sr bedoelde “voldoende aanwijzingen” mogen daarom niet door de rechter worden aangenomen indien niet buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat andere strafbare feiten door de betrokkene zijn begaan.

Read More
Print Friendly and PDF ^

De ene getuige is de andere niet

Getuigenverklaringen kunnen relevant zijn bij de vaststelling van eventuele vormverzuimen die in het voorbereidend onderzoek hebben plaatsgevonden en die met toepassing van artikel 359a Sv kunnen worden bestraft. In de onderstaande conclusie bevestigt de Advocaat-Generaal dat dergelijke 'rechtmatigheidsgetuigen' als een aparte categorie moeten worden gezien. Welke gevolgen heeft dit voor het doen van verzoeken tot het horen van deze getuigen en het voeren van 359a-verweren?

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vordering benadeelde partij: HR herhaalt overwegingen m.b.t. begroting van proceskosten, taak van strafrechter, ontbreken van motiveringsplicht & te hanteren maatstaf

Hoge Raad 5 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1443

Read More
Print Friendly and PDF ^

AG schetst beoordelingskader horen getuigen in ontnemingszaken: in hoeverre is Keskin van betekenis?

Parket bij de Hoge Raad 12 oktober 2021, ECLI:NL:PHR:2021:955

Gelet op het specifieke karakter van de ontnemingsprocedure en de in dat verband geldende bewijslastverdeling, kan de ontnemingsrechter die voor de vraag wordt gesteld of door het niet horen van een door de verdediging verzochte getuige de betrokkene redelijkerwijs in zijn verdediging wordt geschaad (het zogeheten verdedigingscriterium), mede betrekken of het verzoek, in het licht van de door het Openbaar Ministerie aan zijn vordering ten grondslag gelegde financiële gegevens, voldoende is onderbouwd. De aan die onderbouwing te stellen eisen mogen afhankelijk worden gesteld van de mate waarin de rechter het standpunt van het Openbaar Ministerie voorshands aannemelijk acht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR verduidelijkt rechtspraak gebruik getuigenverklaringen & eisen eerlijk proces

Hoge Raad 12 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1418

De Hoge Raad ziet mede in verband met de rechtspraak van het EHRM aanleiding deze als volgt te verduidelijken. Voor de beoordeling of wordt voldaan aan de eisen van een eerlijk proces, is het gewicht van de betreffende getuigenverklaring in de bewijsconstructie nog altijd een belangrijke beoordelingsfactor. Dat doet er echter niet aan af dat ook de aanwezigheid van een goede reden voor het niet kunnen ondervragen van de getuige en het bestaan van compenserende factoren in die beoordeling moeten worden betrokken, waarbij al deze beoordelingsfactoren in onderling verband dienen te worden beschouwd.

Read More
Print Friendly and PDF ^