Fraude met loonheffingen in de uitzendbranche: Overwegingen over de kwaliteit van aangifteplichtige, medeplegen, rol van verdachte & de wijze waarop zaken tegen medeverdachten zijn afgedaan

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 11 september 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3314

Het hof heeft in het kader van de straftoemeting tevens de rol van de verdachte in de constellatie van de bewezenverklaarde strafbare feiten in ogenschouw genomen, alsmede de wijze waarop de zaken tegen haar medeverdachten zijn afgedaan. Allereerst stelt het hof vast dat de verdachte als zzp’er in ondergeschiktheid ten opzichte van haar opdrachtgevers medeverdachte 1 en medeverdachte 2 administratieve werkzaamheden heeft verricht. De verdachte heeft, anders dan de directeuren van Uitzendbureau 1 B.V. en Uitzendbureau 2 B.V., geen financieel voordeel uit de strafbare feiten genoten.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Strafrecht en het verbieden van rechtspersonen

In het regeerakkoord van het huidige kabinet staat opvallend veel en opvallend veel concreets over strafrecht. Men zou willen dat het minder was. In andere onderdelen lijkt het besef dat het strafrecht van betekenis is niet, of maar weinig door te klinken. Of misschien wordt het wel opzettelijk verwaarloosd. Dat betreft het onderdeel ‘verbieden van organisaties’. Volgens het regeerakkoord als wetgevingsprogramma komt er een verbod op ‘criminele motorbendes’ en een aanpassing van artikel 2:20 BW ter uitbreiding van verbodsbepalingen van ‘radicale organisaties’.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Geldt uitgangspunt dat zaak binnen zestien maanden moet zijn afgedaan in geval van voorlopig gehechte ook voor ontnemingszaken?

Hoge Raad 9 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:559

De stellers van het middel stellen zich in de toelichting daarop op het standpunt dat het hof ten onrechte heeft overwogen dat het uitgangspunt van een eindvonnis binnen zestien maanden, zoals dat in strafzaken geldt voor verdachten die in verband met de bewezen verklaarde feiten in voorlopige hechtenis verkeren, niet van overeenkomstige toepassing is in ontnemingszaken. Daartoe verwijzen de stellers van het middel naar het arrest van de Hoge Raad van 17 juni 2008, ECLI:NL:HR:BD2578, NJ 2008, 358, dat volgens hen ook geldt voor ontnemingszaken.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Schending vertrouwensbeginsel: Rb verklaart OvJ niet-ontvankelijk in de ontnemingsvordering

Rechtbank Amsterdam 25 juli 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:5592

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat geen sprake is van een schending van het vertrouwensbeginsel. Het Openbaar Ministerie bestrijdt niet de stelling van de raadsvrouw dat de officier van justitie tijdens het onderzoek ter terechtzitting in de strafzaak op 7 maart 2017 de opmerking heeft gemaakt dat de op die terechtzitting aangekondigde ontnemingsvordering slechts zou worden doorgezet, indien er geen regeling met de benadeelde partij zou worden getroffen waarbij de schade vergoed zou worden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hoe voorkom je een openbare terechtzitting?

Een kantelpunt in iedere strafzaak is het moment waarop de dagvaarding is uitgereikt aan de verdachte. Dat lijkt het moment te zijn dat een openbare terechtzitting niet meer voorkomen kan worden. Maar de wet biedt wel mogelijkheden. Op grond van art. 262 Sv kan een verdachte binnen 8 dagen na betekening van de dagvaarding daartegen bezwaar maken. Deze procedure biedt een waarborg voor de verdachte tegen een nodeloze openbare terechtzitting.

Read More
Print Friendly and PDF ^