De waarschuwing preventieve stillegging ex artikel 28a Arbowet; van knelpunten naar inzichten

Sinds de aanscherping van het sanctiebeleid van de SZW-wetgeving (2013) hebben bedrijven die de Arbo-regels overtreden te maken gekregen met strengere sancties. Eén van de belangrijkste elementen van de aanscherping van het sanctiebeleid betreft de maatregel van de preventieve stillegging (art. 28a Arbowet). Op grond van deze maatregel is het mogelijk om bij de tweede of derde overtreding preventief de werkzaamheden stil te leggen. De (preventieve) waarschuwing is hierbij een noodzakelijke voorwaarde.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Oplichting en verduistering: voorwaardelijke gevangenisstraf nu verdachte heeft bekend en op eigen initiatief slachtoffers schadeloos stelt

Rechtbank Noord-Nederland 6 juni 2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:2488

Verdachte heeft zich op grote schaal en gedurende een periode van ruim anderhalf jaar schuldig gemaakt aan diverse oplichtingspraktijken. Hij heeft onder meer actief contact gezocht met meerdere van zijn slachtoffers en heeft de gelegenheid gecreëerd om zichzelf te bevoordelen ten koste van anderen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt vereisten voor medeplichtigheid vereiste opzet

Hoge Raad 18 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:964

Het Hof heeft bewezenverklaard dat de verdachte opzettelijk gelegenheid heeft verschaft tot het plegen van een misdrijf, te weten het opzettelijk telen van hennep. Daartoe is vereist dat niet alleen wordt bewezen dat verdachtes opzet was gericht op het verschaffen van gelegenheid als bedoeld in art. 48, aanhef en onder 2°, Sr, maar ook dat verdachtes opzet al dan niet in voorwaardelijke vorm was gericht op dit misdrijf (vgl. HR 13 november 2001, ECLI:NL:HR:2001:AD4372).

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hoge Raad gaat in op (de mandatering van) de bevoegdheid tot vernietiging van in beslag genomen voorwerpen

Hoge Raad 18 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:972

Een machtiging als bedoeld in art. 117 Sv wordt ingevolge het tweede lid van die bepaling door het openbaar ministerie verleend. Dit betekent, gelet op art. 125 RO, dat deze machtiging slechts kan worden verleend door het College van procureurs-generaal en rechterlijke ambtenaren, als bedoeld in art. 1, onderdeel b, onder 6° en 7°, RO. De uitoefening van deze bevoegdheid kan ingevolge art. 126, eerste lid, RO worden opgedragen aan een andere bij het parket werkzame ambtenaar voor zover het hoofd van het parket daarmee heeft ingestemd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over mogelijke consequenties bij te laat instellen hoger beroep als gevolg van 'manifest failure' van de raadsman

Parket bij de Hoge Raad 11 juni 2019, ECLI:NL:PHR:2019:520

Het middel klaagt dat de beslissing van het hof om de verdachte in hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting, althans niet naar de eis der wet met redenen is omkleed. Daartoe wordt aangevoerd dat (a) sprake was van een manifest failure van de raadsman van de verdachte, terwijl de verdachte op grond van mededelingen van die raadsman in de veronderstelling was dat tijdig beroep was ingesteld, dan wel (b) dat het rechtsmiddel tijdig is aangewend.

Read More
Print Friendly and PDF ^