'Fiod en OM vertragen zelf fraudezaken'

Het Openbaar Ministerie en de Fiod betogen dat de procedureregels die gelden voor het verschoningsrecht op de schop moeten. Advocaten Frans Sijbers en Robbert de Bree (Wladimiroff) reageren hierop in het FD van 12 juni. 'Het OM probeert nu zelf gecreëerde problemen in de uitvoering van onderzoeken op te lossen door te sleutelen aan een fundamenteel rechtsbeginsel.’

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG in zaak veroordeelde executeur testamentair: toewijzing vordering tot schadevergoeding van gemeenschap van erfgenamen aan één van de deelgenoten in de nalatenschap

Parket bij de Hoge Raad 14 mei 2019, ECLI:NL:PHR:2019:465

Het vierde middel komt met een rechts- en een motiveringsklacht op tegen de beslissing tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij en tegen de oplegging aan de verdachte van de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in art. 36f Sr. Geklaagd wordt dat de beslissingen om aan de benadeelde partij benadeelde 1 de vordering tot schadevergoeding gedeeltelijk toe te wijzen en ten behoeve van dit slachtoffer benadeelde 1 de schadevergoedingsmaatregel op te leggen, zijn gebaseerd op de omvang van de schade die niet deze (individuele) benadeelde partij benadeelde 1 alleen heeft geleden, maar die de erven gezamenlijk hebben geleden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

ABRvS: Volledig ontbreken van verwijtbaarheid in Arbozaak

Raad van State 22 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1674

De Afdeling heeft, in afwijking van de rechtbank, geoordeeld dat sprake is van het volledig ontbreken van verwijtbaarheid in een Arbozaak: adequate risico-inventarisatie met toegemeten instructies en toezicht daarop.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Getuigenverzoeken & toepassing noodzaakcriterium. Conclusie AG met beschouwing naar aanleiding van recente jurisprudentie van het EHRM.

Parket bij de Hoge Raad 28 mei 2019, ECLI:NL:PHR:2019:569

De steller van het middel is van opvatting dat het hof niet het noodzaakcriterium had moeten toepassen, maar het getuigenverzoek aan het verdedigingsbelang had moeten toetsen. Zij betoogt hiertoe dat, nu het hoger beroep is ingesteld door de officier van justitie en niet mede door of namens de verdachte, en de verdachte meer dan tien dagen (zelfs anderhalf jaar) voor de terechtzitting de opgave van getuigen heeft ingediend bij de advocaat-generaal, het hof – gelet op art. 414 Sv en behoudends de zich hier niet voordoende uitzondering van art. 418 lid 2 Sv – het in art. 288 lid 1 Sv voorziene verdedigingsbelangcriterium had moeten toepassen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over tardief hoger beroep en verontschuldigende termijnoverschrijding in het geval dat de verdachte een kwetsbaar persoon is

Parket bij de Hoge Raad 4 juni 2019, ECLI:NL:PHR:2019:586

Het gaat in deze zaak om de vraag in hoeverre rekening gehouden moet worden met de kwetsbaarheid van een verdachte als het gaat om de vraag of het te laat instellen van hoger beroep verschoonbaar is. Het middel vormt aanleiding om enige opmerkingen te maken over de vraag of en zo ja welke gevolgen de Aanbeveling van de Europese Commissie van 27 november 2013 betreffende procedurele waarborgen voor kwetsbare personen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure heeft voor de effectuering van het recht op hoger beroep dat aan een (kwetsbare) verdachte toekomt.

Read More
Print Friendly and PDF ^