Gemeente kan ten onrechte verleende bijstand niet meer terugvorderen

Centrale Raad van Beroep 29 april 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:1372

De vordering van ruim 35.000 euro van de gemeente Rotterdam op een bijstandsgerechtigde is verjaard. Dat concludeert de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in zijn uitspraak van 29 april 2019. Dat betekent dat de betrokkene in deze zaak dat bedrag niet meer hoeft terug te betalen aan de gemeente. De uitspraak is in lijn met vaste rechtspraak van de CRvB over de invordering van schulden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Benadeelde partij niet-ontvankelijk: vordering immateriële schade door rechtspersoon

Gerechtshof Den Haag 10 april 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:850

De verdachte heeft in deze zaak als boekhouder/hoofd administratie meer dan € 200.000 op zijn eigen rekening laten overmaken. Hij wordt veroordeeld voor verduistering in dienstbetrekking (art. 322 Sr). In het onderhavige strafproces heeft bedrijf 1 zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële en immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 1 ten laste gelegde, tot een totaalbedrag van bedrag van € 130.688,68 (te weten € 25.000 aan immateriële schade, € 86.568,68 aan fraudeschade en € 19.120 aan herstelkosten).

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling voormalig voorzitter Raad van Bestuur en commissaris van verzekeringsbedrijf: afweging detentiegeschiktheid

Rechtbank Rotterdam 23 april 2019, ECLI:NL:RBROT:2019:3258

De rechtbank heeft zich de vraag gesteld of het voorgaande voldoende is om af te wijken van het uitgangspunt in zaken als de onderhavige, te weten de oplegging van een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Namens de verdachte is aangevoerd dat het advies van de psycholoog daaraan in de weg staat.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Verbodenverklaring van rechtspersonen

Onlangs heeft de wetgever een voorstel om een bestuurlijk verbod op rechtspersonen mogelijk te maken ter consultatie aangeboden. In deze bijdrage staat de vraag centraal of invoering van een bestuurlijk verbod naast de civielrechtelijke mogelijkheid wel een goede optie is.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over medeplichtigheid

Parket bij de Hoge Raad 23 april 2019, ECLI:NL:PHR:2019:412

Art. 48 Sr stelt buiten twijfel dat voor medeplichtigheid opzet is vereist: louter het opzettelijk behulpzaam zijn bij het plegen van een misdrijf en het opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van dit misdrijf, leveren medeplichtigheid op. Voorwaarde voor strafbare medeplichtigheid is dat niet alleen wordt bewezen dat verdachtes opzet was gericht op – in dit geval – het verschaffen van gelegenheid als bedoeld in art. 48, aanhef en onder 2˚, Sr, maar tevens dat verdachtes opzet was gericht op het door de dader(s) gepleegde misdrijf.

Read More
Print Friendly and PDF ^