Hof mag op grond van de onschuldpresumptie niet de criminele herkomst van de Mercedes vaststellen nu de voormalige eigenaar/bezitter is overleden
/Gerechtshof Amsterdam 21 augustus 2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:2233
Het gerechtshof veroordeelt een man uit Amstelveen tot een gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, wegens het structureel witwassen van grote contante geldbedragen, het plegen van langdurige uitkeringsfraude, het gebruik van valse documenten bij een leningaanvraag en het doen van een valse aangifte. Ook wordt bewezen dat hij een geladen vuurwapen en munitie voorhanden heeft gehad. De verdachte wordt vrijgesproken van witwassen van horloges en een Mercedes, omdat de criminele herkomst daarvan niet vastgesteld kan worden zonder in strijd te handelen met de onschuldpresumptie ten aanzien van een inmiddels overleden derde. De verklaringen van de verdachte over de legale herkomst van het geld, zoals schenkingen, leningen en vastgoedverkopen, acht het hof onvoldoende concreet en niet verifieerbaar. Door de aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn wordt de straf met drie maanden gematigd.
Context van de zaak
Het gerechtshof Amsterdam doet uitspraak in hoger beroep in een strafzaak tegen een man uit Amstelveen, die terechtstaat in drie gevoegde strafzaken (zaak A, B en C). De verdachte is een natuurlijk persoon en wordt onder meer verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen, langdurige uitkeringsfraude, gebruik van valse documenten, het doen van een valse aangifte en het bezit van een vuurwapen en munitie. De feiten hebben zich afgespeeld tussen 2013 en 2017, deels in Nederland en deels in Spanje.
Tenlastelegging
In zaak A wordt de verdachte verweten dat hij onder meer contante stortingen heeft verricht van meer dan 108.000 euro, luxe goederen en auto's heeft gekocht en luxe diensten heeft betaald, terwijl hij en zijn partner leefden van een bijstandsuitkering. Daarnaast zou hij horloges en een Mercedes hebben witgewassen, afkomstig uit een erfenis. In zaak B wordt hem verweten dat hij jarenlang geen juiste gegevens verstrekte aan de gemeente Amsterdam over zijn financiële situatie. In zaak C wordt hem verweten dat hij gebruik heeft gemaakt van valse documenten om een lening te verkrijgen en dat hij een valse aangifte heeft gedaan.
Standpunt van het openbaar ministerie
Het openbaar ministerie acht alle tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen en vordert een gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. Hoewel sprake is van overschrijding van de redelijke termijn, doet dit geen afbreuk aan de ernst en omvang van de feiten.
Standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt vrijspraak voor het witwassen van de Mercedes en de horloges, die volgens haar deel uitmaken van een erfenis van een inmiddels overleden familielid. Zij beroept zich daarbij uitdrukkelijk op de onschuldpresumptie. De overige witwasverdenkingen zouden betrekking hebben op legaal verkregen geldbedragen, afkomstig uit een vastgoedverkoop in Suriname, financiële steun van de biologische vader van de verdachte via Hawala‑bankieren en leningen van bekenden. Daarnaast wordt gewezen op het lange tijdsverloop en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Oordeel van het gerechtshof
Ten aanzien van de Mercedes stelt het hof vast dat het niet kan worden bewezen dat dit voertuig uit misdrijf afkomstig is. Daarbij speelt de onschuldpresumptie een doorslaggevende rol: nu de oorspronkelijke eigenaar van het voertuig is overleden en nimmer is veroordeeld, is het op grond van artikel 6, tweede lid, EVRM niet toegestaan om alsnog diens schuld aan een strafbaar feit vast te stellen. Het hof verwijst daarbij naar bestendige jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (onder andere Vulakh and others v. Russia) en komt tot de conclusie dat een vaststelling over de criminele herkomst van de Mercedes impliciet zou neerkomen op het postuum schuldig verklaren van een overledene, hetgeen in strijd is met het fundamentele mensenrecht op onschuldpresumptie. Daarom volgt vrijspraak op dit punt.
Ook het witwassen van de horloges uit de erfenis wordt onvoldoende bewezen geacht. Daartegenover acht het hof het witwassen van grote contante geldbedragen, de aanschaf van luxe goederen, het gebruik van valse documenten, uitkeringsfraude en vuurwapenbezit wél wettig en overtuigend bewezen. De verdachte heeft geen geloofwaardige, concrete en controleerbare verklaringen gegeven over de legale herkomst van het geld. Verklaringen over vermeende verkooptransacties, buitenlandse giften of leningen zijn onvoldoende onderbouwd, intern tegenstrijdig of evident niet verifieerbaar.
Bewezenverklaring
De verdachte wordt veroordeeld voor het gewoontewitwassen van geld en goederen, medeplegen van witwassen ten aanzien van luxe horloges, het bezit van een vuurwapen en munitie, langdurige uitkeringsfraude, gebruik van valse documenten en het doen van een valse aangifte.
Strafoplegging
Gelet op de ernst van de feiten, de lange duur en het ontbreken van inzicht of berouw aan de zijde van de verdachte, acht het hof een gevangenisstraf passend. Rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn – bijna drie jaar en acht maanden – wordt een gevangenisstraf van 14 maanden opgelegd, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Beslag
Diverse in beslag genomen goederen worden verbeurd verklaard. Voorwerpen van verboden aard, waaronder een geladen vuurwapen en een crypto‑telefoon, worden onttrokken aan het verkeer. Eén voorwerp wordt aan de verdachte teruggegeven.
Lees hier de volledige uitspraak.