Geen witwasveroordeling ondanks miljoenen aan crypto: Hof acht legale herkomst aannemelijk

Gerechtshof Den Haag 27 augustus 2025, ECLI:NL:GHDHA:2025:1766

Het Gerechtshof Den Haag spreekt een man vrij van witwassen, ondanks miljoenen aan cryptovaluta en contanten, omdat hij een plausibele verklaring gaf voor de legale herkomst uit PGP-telefoonhandel. Deze verklaring wordt ondersteund door bewijs uit Colombia. Wel wordt hij veroordeeld voor valsheid in geschrift bij hypotheekaanvragen en voor voorbereidingshandelingen voor drugshandel via versleutelde communicatie. Het hof legt 24 maanden gevangenisstraf op. Alle in beslag genomen goederen worden teruggegeven. Cryptovaluta die niet in beslag zijn genomen worden niet verbeurd verklaard.

Context van de zaak

De verdachte betreft een natuurlijk persoon, geboren in 1969, zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland. Hij is in Colombia werkzaam geweest als ondernemer in de handel van PGP-telefoons. Tegen hem is een strafrechtelijk onderzoek ingesteld vanwege verdenking van grootschalig witwassen van geld en cryptovaluta, het gebruik van valse documenten voor het verkrijgen van een hypotheek, en het voorbereiden van invoer en uitvoer van verdovende middelen.

Het onderzoek heeft geleid tot een strafzaak waarin het Openbaar Ministerie (OM) onder meer miljoenen euro’s aan cryptovaluta en luxe goederen in verband bracht met witwassen. De verdachte is eerder door de rechtbank Rotterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden. Zowel het OM als de verdachte zijn in hoger beroep gegaan.

De tenlastelegging

De verdachte wordt verweten dat hij:

  1. In de periode van juli 2015 tot juli 2021 zich heeft schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen van geldbedragen, cryptovaluta en luxe goederen zoals een Audi A6, motorfiets en horloges, deels met gebruik van valse documenten.

  2. Valsheid in geschrift heeft gepleegd door het vervalsen en gebruiken van arbeidsovereenkomsten en werkgeversverklaringen ten behoeve van een hypotheekaanvraag.

  3. Voorbereidingshandelingen heeft verricht ten aanzien van de invoer en uitvoer van verdovende middelen, onder meer door gebruik van versleutelde PGP-communicatie via Ennetcom-accounts.

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

Het OM handhaaft in hoger beroep zijn standpunt dat het niet anders kan zijn dan dat het vermogen en de goederen afkomstig zijn uit misdrijf. Daarbij wijst het OM op het ontbreken van legale inkomsten die de grote vermogenstoename kunnen verklaren, en het gebruik van vervalste documenten en anonieme cryptotransacties. Voorts stelt het OM dat het bezit van dergelijke vermogensbestanddelen, zonder plausibele verklaring, op witwassen duidt.

Ten aanzien van feit 3 stelt het OM dat de verdachte aantoonbaar verbonden is aan een specifiek Ennetcom-account waarmee is gecommuniceerd over de invoer en uitvoer van verdovende middelen via o.a. Schiphol.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging stelt zich op het standpunt dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het witwasverwijt (feit 1). De verdachte heeft immers een concrete, verifieerbare en niet op voorhand onaannemelijke verklaring gegeven voor zijn vermogen. Hij verklaart dat het startkapitaal van 30.000 euro afkomstig was uit legale verkoop van PGP-telefoons in Colombia, deels betaald in cryptovaluta. De waardestijging van deze cryptomunten heeft volgens hem geleid tot zijn vermogensgroei.

Ten aanzien van feit 3 voert de verdediging aan dat de inhoud van de PGP-gesprekken onvoldoende concreet is om als strafbare voorbereidingshandelingen te worden gekwalificeerd en dat de bewijsvoering voornamelijk uit één bron bestaat, wat niet zou voldoen aan het bewijsminimum.

Het oordeel van het hof

Vrijspraak witwassen (feit 1)

Het hof stelt vast dat er geen direct bewijs is voor een concreet gronddelict waaruit het vermogen zou zijn voortgekomen. Wel acht het hof het vermoeden van witwassen gerechtvaardigd op basis van de sterke vermogenstoename in combinatie met lage opgegeven inkomens, contant geld in de woning, en omvangrijke cryptotransacties via privérekeningen.

Vanwege dit vermoeden mocht van de verdachte een plausibele verklaring worden verlangd. De verklaring van de verdachte – over zijn legale handel in PGP-telefoons en de investering in cryptovaluta – wordt door het hof voldoende concreet en verifieerbaar geacht. Deze verklaring wordt bovendien ondersteund door aanvullend onderzoek van de FIOD en informatie van de Colombiaanse autoriteiten, waaruit blijkt dat de verdachte daadwerkelijk in Colombia een onderneming heeft gehad en inkomsten heeft gegenereerd in de relevante periode.

Het hof oordeelt dat niet met voldoende zekerheid kan worden uitgesloten dat de geldbedragen en goederen een legale herkomst hebben. Ook het gebruik van valse stukken bij hypotheekaanvragen maakt het betrokken geld nog niet “afkomstig uit enig misdrijf” in de zin van artikel 420bis Sr (vgl. HR 21 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:573). De verdachte wordt daarom vrijgesproken van feit 1.

Bewezenverklaring valsheid in geschrift (feit 2)

Het hof acht bewezen dat de verdachte samen met een mededader meerdere geschriften, waaronder werkgeversverklaringen en arbeidsovereenkomsten, valselijk heeft opgemaakt en gebruikt. Dit gebeurde met het doel om een hypothecaire geldlening te verkrijgen. De verdachte erkent zelf dat er sprake was van een fictief dienstverband en dat hij geld contant afgaf om zogenaamd loon te ontvangen.

Bewezenverklaring voorbereidingshandelingen Opiumwet (feit 3)

Het hof acht eveneens bewezen dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan voorbereidingshandelingen gericht op de internationale handel in verdovende middelen. De verdachte is op overtuigende wijze geïdentificeerd als gebruiker van een Ennetcom-account waarmee gesprekken zijn gevoerd over onder meer transportmethoden voor MDMA, verborgen ruimtes in vliegtuigen, en prijsafspraken. Het hof acht de inhoud van deze gesprekken voldoende concreet en strafrechtelijk relevant. De chatberichten worden bovendien onderbouwd door andere schriftelijke bescheiden, waarmee aan het bewijsminimum is voldaan.

De bewezenverklaring

De verdachte wordt veroordeeld voor:

  • Medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.

  • Medeplegen van voorbereidingshandelingen gericht op de invoer en uitvoer van verdovende middelen, waarbij hij anderen trachtte te bewegen en middelen verschafte.

De strafoplegging

Het hof legt aan de verdachte een gevangenisstraf op voor de duur van 24 maanden. Daarbij is rekening gehouden met de ernst van de feiten: het ondermijnen van het maatschappelijk vertrouwen in officiële documenten en het faciliteren van internationale drugshandel. De persoonlijke omstandigheden van de verdachte – waaronder zijn zorg voor een gehandicapt kind en zijn dementerende moeder – worden wel meegewogen, evenals het feit dat eerdere veroordelingen te lang geleden zijn om strafverzwarend te werken.

Beslagbeslissingen

Alle in beslag genomen voorwerpen worden aan de verdachte teruggegeven, nu deze niet in verband kunnen worden gebracht met de bewezenverklaarde feiten. Ook de niet inbeslaggenomen cryptovaluta (295 bitcoins en 546 Monero) worden niet verbeurd verklaard, omdat hun herkomst onvoldoende is vastgesteld en het bezit niet aan de verdachte kan worden toegerekend.

Voorlopige hechtenis

Het hof heft het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op, nu de opgelegde gevangenisstraf reeds geheel in voorarrest is uitgezeten.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^