Accountant verduistert ruim zes ton van werkgever: rechtbank volgt procesafspraken

Rechtbank Den Haag 14 november 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:21452

De rechtbank Den Haag veroordeelt een accountant die in 2019 ruim 665.000 euro verduisterde van zijn werkgever Serviceheroes B.V. De man maakte het geld over naar eigen rekeningen en benadeelde het bedrijf ernstig. Op basis van procesafspraken tussen het OM en de verdediging krijgt hij 12 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank legt daarnaast een schadevergoedingsmaatregel op van 147.726 euro, met gijzeling bij wanbetaling. De straf is mild vanwege de belangen van het slachtoffer en overschrijding van de redelijke termijn. De procesafspraken worden door de rechtbank als eerlijk en zorgvuldig beoordeeld.

Context van de zaak

De verdachte betreft een 51-jarige man, geboren in 1974, woonachtig in Voorburg. Hij is werkzaam als accountant/boekhouder en is in deze hoedanigheid verbonden geweest aan Serviceheroes B.V., een onderneming waar hij gedurende langere tijd verantwoordelijk is geweest voor de financiële administratie. De strafzaak draait om verduistering van aanzienlijke geldbedragen, gepleegd vanuit deze vertrouwenspositie.

De rechtbank behandelt deze zaak in meervoudige kamer en op tegenspraak, waarbij een verkort vonnis is gewezen. Opvallend is dat de strafzaak is afgedaan op basis van zogenoemde procesafspraken tussen het Openbaar Ministerie en de verdediging, vastgelegd in een overeenkomst van 28 augustus 2025. Deze afspraken beogen een gezamenlijke en efficiënte afdoening van de zaak, onder behoud van een eerlijk proces en toetsing door de rechtbank.

De tenlastelegging

De verdachte wordt verweten dat hij in de periode van 1 januari 2019 tot en met 21 november 2019 te Voorburg geldbedragen ter hoogte van in totaal 665.071 euro, toebehorend aan Serviceheroes B.V., opzettelijk en wederrechtelijk heeft toegeëigend. De verdachte zou deze bedragen als accountant en boekhouder uit hoofde van zijn functie onder zich hebben gehad en vervolgens verduisterd hebben door deze over te boeken naar rekeningen van zichzelf of van gelieerde vennootschappen.

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie conformeert zich aan het in de procesafspraken vastgelegde standpunt. In dat kader wordt gerekwireerd tot een bewezenverklaring van verduistering in dienstbetrekking van het genoemde bedrag. Ten aanzien van de strafmaat vordert de officier een taakstraf van 240 uur (met vervangende hechtenis van 120 dagen) en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden, met een proeftijd van drie jaar.

Daarnaast stelt het Openbaar Ministerie zich op het standpunt dat de schadevergoedingsvordering van de benadeelde partij tot een bedrag van 147.726 euro dient te worden toegewezen, inclusief oplegging van een schadevergoedingsmaatregel met 360 dagen gijzeling bij wanbetaling.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging conformeert zich volledig aan de inhoud van de procesafspraken en voert geen afzonderlijke verweren. De verdachte erkent de feiten, doet afstand van verdedigingsrechten en legt zich neer bij de voorgestelde afdoening. Tevens spreekt de verdediging de bereidheid uit om zich niet te onttrekken aan de tenuitvoerlegging van de straf en de betalingsverplichting.

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank stelt voorop dat de totstandkoming van de procesafspraken zorgvuldig heeft plaatsgevonden en dat de verdachte vrijwillig, goed geïnformeerd en met kennis van de rechtsgevolgen zijn instemming heeft verleend. De rechtbank beoordeelt de afspraken aan de hand van het toetsingskader zoals vastgesteld door de Hoge Raad in het arrest van 27 september 2022 (ECLI:NL:HR:2022:1252). Hierbij geldt dat de rechter de inhoud van de procesafspraken betrekt bij zijn eigen afweging, maar niet daaraan gebonden is.

Inhoudelijk acht de rechtbank het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen. De verdachte heeft gedurende bijna een jaar herhaaldelijk geldbedragen verduisterd van Serviceheroes B.V., waarmee hij het in hem gestelde vertrouwen ernstig heeft geschonden. De rechtbank acht de feiten ernstig, mede gezien de hoogte van het verduisterde bedrag en het langdurige karakter van de gedragingen. De schade is tot op heden slechts gedeeltelijk vergoed.

De bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat de verdachte in de periode van 1 januari 2019 tot en met 21 november 2019 te Voorburg geldbedragen van in totaal 665.071 euro, toebehorend aan Serviceheroes B.V., heeft verduisterd terwijl hij deze uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als accountant en boekhouder onder zich had.

De strafoplegging

De rechtbank acht, gelet op de ernst van het feit, een voorwaardelijke gevangenisstraf en een forse taakstraf passend. Hoewel de feiten op zichzelf aanleiding zouden kunnen geven voor oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, weegt de rechtbank zwaar mee dat met de gemaakte procesafspraken een efficiënte en victimgerichte afdoening is bereikt. De belangen van de benadeelde partij worden in hoge mate gediend, nu de opgelegde schadevergoedingsmaatregel – met mogelijkheid tot gijzeling bij wanbetaling – uitzicht biedt op afsluiting van een langdurig geschil.

Ook het blanco strafblad van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn met ruim tweeënhalf jaar worden als strafmatigende factoren meegewogen.

De rechtbank veroordeelt de verdachte dan ook conform de procesafspraken tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden, met een proeftijd van drie jaar, alsmede een taakstraf van 240 uur.

De schadevergoedingsmaatregel

Serviceheroes B.V. heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding. De vordering is uiteindelijk ter zitting bijgesteld tot 147.726 euro, bestaande uit materiële schade. De rechtbank acht deze vordering voldoende onderbouwd en wijst deze integraal toe. Tevens wordt aan de verdachte de verplichting opgelegd dit bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van de benadeelde partij. Bij uitblijven van betaling wordt een gijzeling van 360 dagen opgelegd, zonder dat deze de betalingsverplichting opheft.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^