Vereisten voor ten laste leggen van oplichting

Gerechtshof Amsterdam 18 juni 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:2028

In het onder 2 ten laste gelegde is opgenomen waartoe benadeelde 7 en benadeelde 6 zijn bewogen, namelijk het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, te weten een bankrekeningnummer en/of het pinnen van één of meerdere geldbedragen. De daaraan voorafgaande verrichte oplichtings-handelingen, de handelingen waardoor benadeelde 7 en benadeelde 6 zouden zijn bewogen, zijn slechts in de algemene termen zoals die in art. 326 Sr zijn opgenomen beschreven. Een omschrijving van de feitelijke oplichtingshandelingen ontbreekt in de tenlastelegging.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk wegens indiening per e-mail na afloop van behandeling vordering gevangenhouding

Rechtbank Rotterdam 10 juli 2019, ECLI:NL:RBROT:2019:6742

Een verzoek tot wraking dient mondeling ter zitting te worden gedaan, dan wel schriftelijk te worden ingediend. De gestelde mededeling van de advocaat dat hij tevoren, voordat hij het wrakingsverzoek op kantoor indiende, naar de parketpolitie had geroepen dat hij de rechtbank wraakte, voldoet niet aan deze vormvereisten.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Rb: kosten gemaakt ter vaststelling van schade wel rechtstreeks, maar matiging naar redelijkheid

Rechtbank Limburg 21 augustus 2019, ECLI:NL:RBLIM:2019:7639

De benadeelde partij benadeelde partij heeft een vordering ingediend over de geleden schade als gevolg van het ten laste gelegde feit. Hij vordert een schadevergoeding van €70.488,72 bestaande uit materiële schade. Dit bedrag bestaat voor €69.110,51 aan verduisterde bedragen voor zover die nog niet zijn terugbetaald en voor €1.378,21 aan kosten voor de accountant om de hoogte van dat bedrag vast te stellen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Kan de veroordeling in de proceskosten hoger zijn dan door de benadeelde partij wordt gevorderd?

Parket bij de Hoge Raad 3 september 2019, ECLI:NL:PHR:2019:853

Het middel bevat twee deelklachten. De eerste is dat het hof een hoger bedrag aan proceskosten heeft toegewezen (€4000) dan door de benadeelde partij is gevorderd (€2500). Dat zou onjuist dan wel onbegrijpelijk zijn. De tweede deelklacht is dat het hof bij het bepalen van de proceskosten heeft aangeknoopt bij het tarief dat geldt met betrekking tot zaken met een geldwaarde van €195.000 tot €390.000 terwijl de vordering slechts voor een bedrag van €3.753,39 is toegewezen, zodat de benadeelde partij is aan te merken als de voor het grootste deel in het ongelijk gestelde partij.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vordering BP containerterminal ECT: overwegingen over kosten die verband houden met arbeidsrechtelijke verhouding tussen de verdachte en benadeelde partij

Rechtbank Rotterdam 7 augustus 2019, ECLI:NL:RBROT:2019:6323

De Hoge Raad heeft in het recente overzichtsarrest van 28 mei 2019 (ECLI:NL:HR:2019:793) nog eens uiteengezet dat ter invulling van het begrip ‘rechtstreekse schade’ er tussen het bewezenverklaarde handelen van de verdachte en de schade voldoende verband moet bestaan om te kunnen aannemen dat de benadeelde partij door dit handelen rechtstreeks schade heeft geleden. De concrete omstandigheden van het geval zijn daarbij bepalend.

Read More
Print Friendly and PDF ^