Rb: kosten gemaakt ter vaststelling van schade wel rechtstreeks, maar matiging naar redelijkheid

Rechtbank Limburg 21 augustus 2019, ECLI:NL:RBLIM:2019:7639

Verdachte, een voormalig persoonlijk assistente, is veroordeeld voor verduistering in dienstbetrekking van meer dan 100.000 euro. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 4 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en een taakstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis.

De benadeelde partij benadeelde partij heeft een vordering ingediend over de geleden schade als gevolg van het ten laste gelegde feit. Hij vordert een schadevergoeding van €70.488,72 bestaande uit materiële schade. Dit bedrag bestaat voor €69.110,51 aan verduisterde bedragen voor zover die nog niet zijn terugbetaald en voor €1.378,21 aan kosten voor de accountant om de hoogte van dat bedrag vast te stellen. Tevens heeft de benadeelde partij verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen en het bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag.

De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade voor wat betreft het bedrag dat verduisterd is minus hetgeen daarvan al is vergoed, zijnde €69.110,51, kan worden toegewezen. De rechtbank is, anders dan de raadsvrouw, van mening dat de kosten gemaakt ter vaststelling van de schade wel als rechtstreekse schade kunnen worden aangemerkt, maar zal de hoogte van deze kosten matigen en ze naar redelijkheid en billijkheid vaststellen op een bedrag van €500. Daarmee kan de totale materiële schade worden vastgesteld op een bedrag van €69.610,51. De gevorderde wettelijke rente over dit bedrag zal worden toegewezen vanaf 20 augustus 2018 tot de dag der algehele voldoening. De rechtbank zal de benadeelde in het overige gedeelte niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat hij dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.

Verdachte is naar burgerlijk recht aansprakelijk voor deze schade. De rechtbank zal de verdachte daarom veroordelen tot betaling van dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag, te rekenen vanaf 20 augustus 2018 tot de dag der algehele voldoening.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^