HR herhaalt relevante overwegingen m.b.t. ondervragingsrecht en vraag wanneer bewezenverklaring in beslissende mate steunt op verklaring van een niet door verdediging ondervraagde getuige

Hoge Raad 2 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1058

Voor de beantwoording van de vraag of de bewezenverklaring in beslissende mate steunt op de verklaring van - kort gezegd - een, ondanks het nodige initiatief daartoe, niet door de verdediging ondervraagde getuige, is van belang in hoeverre die verklaring steun vindt in andere bewijsmiddelen. Het benodigde steunbewijs moet betrekking hebben op die onderdelen van de hem belastende verklaring die de verdachte betwist. Of dat steunbewijs aanwezig is, wordt mede bepaald door het gewicht van de verklaring van deze getuige in het licht van de bewijsvoering als geheel.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Selectie in cassatie: terugnemen, bestendigen of doorpakken?

Artikel 80a en 81 RO geven de Hoge Raad de ruimte om enerzijds minder aandacht te schenken aan de afdoening van ongegronde cassatieberoepen die niet van belang zijn voor de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling, doch anderzijds beslissingen uitgebreider te motiveren. Is de strafkamer van de Hoge Raad artikel 80a RO niet al te veelvuldig gaan toepassen, of zou de Hoge Raad juist nog scherper moeten selecteren?

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling wegens de aantasting van eer en goede naam van bouwbedrijf (smaadschrift) i.v.m. bouwproject bij Detentiecentrum Zeist blijft niet in stand

Hoge Raad 2 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1059

De verdachte heeft op 5 april 2016 in de nachtelijke uren samen met haar medeverdachte op verschillende plaatsen in de gemeente Krimpenerwaard posters opgehangen met daarop de tekst “ [A] . Uw duurzame partner in deportaties. Bouwt vol trots de gezinsgevangenis voor vluchtelingen op kamp Zeist . Kampzeist .nl”. De verdachte is vervolgd wegens smaadschrift.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Herziening verzocht in witwaszaak o.b.v. rapport van forensische accountant van OM in ontnemingszaak met herziene kasopstelling

Hoge Raad 25 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:1036

De aanvraag tot herziening is gebaseerd op de stelling dat het door de forensisch accountant van het Openbaar Ministerie, verbalisant, opgemaakte “memorandum ontneming [de aanvrager]” van 22 maart 2018 een als nieuw aan te merken deskundigeninzicht oplevert. Dit bij de aanvraag gevoegde rapport is opgemaakt ten behoeve van de ontnemingsprocedure waarin de ontneming van het door de aanvrager wederrechtelijk verkregen voordeel wordt gevorderd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen over toepasselijkheid art. 8.2 Leerplichtwet

Hoge Raad 18 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:960

Art. 8, tweede lid, LPW dient aldus te worden verstaan dat het van toepassing is op iedere jongere die in het jaar voorafgaande aan de dagtekening van de kennisgeving, bevattende een verklaring als bedoeld in art. 8, eerste lid, LPW, geplaatst is geweest op een school in de zin van art. 1 LPW van de richting waartegen bezwaar wordt gemaakt, ongeacht of de jongere toen - kort gezegd - ingevolge art. 3, eerste lid, LPW leerplichtig was (vgl. HR 14 oktober 2003, ECLI:NL:HR:2003:AJ0497).

Read More
Print Friendly and PDF ^