Grensoverschrijdende misdaad. Wanneer moeten opsporing en vervolging de grens over?

Werkelijk elk opsporingsonderzoek naar georganiseerde criminaliteit in ons land heeft op enig moment rechtshulp van het buitenland nodig. Onder meer cybercrime, smokkelcriminaliteit en witwassen vinden bij uitstek plaats door daders die zich eenvoudig over landsgrenzen heen laten gelden. Anders dan bij internationale misdrijven strictu sensu vindt de vervolging van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad uitsluitend plaats binnen de nationale rechtsorde. Het zijn nationale autoriteiten die zijn ­belast met de bestrijding van grensoverschrijdende misdaad, met een mandaat en bevoegdheden ontleend aan het nationaal recht en met de ogen gericht op berechting door een nationale rechter. Het is de vraag hoe effectief de bestrijding van grensoverschrijdende zware criminaliteit is indien deze uitsluitend wordt gedaan vanuit een nationaal perspectief. Het instrumentarium voor internationale samenwerking is weliswaar tot wasdom gekomen, maar de blik van politie en justitie beperkt zich in de regel tot het eigen ambtsgebied. Wel blijken er steeds meer inspanningsverplichtingen vanuit het internationaal publiekrecht voort te vloeien die aanzetten tot hechte samenwerking bij opsporing en vervolging van grensoverschrijdende zaken. Dit artikel verkent de richtsnoeren die nopen tot een meer internationaal georiënteerde strafrechtspleging.

Read More
Print Friendly and PDF ^

A Paradox of Ethics: Why People in Good Organizations do Bad Things

This article takes a novel approach to explaining the causes of unethical behavior in organizations. Instead of explaining the unethical behavior of employees in terms of their bad organization, this article examines how a good organization can lead to employees’ unethical behavior. The main idea is that the more ethical an organization becomes, the higher, in some respects, is the likelihood of unethical behavior. This is due to four threatening forces that become stronger when an organization becomes more ethical. These forces are the upward, downward, backward, and forward forces. Each of these forces is illustrated with two effects and each effect is explained by a specific theory. The effects are the effects of the gold digger, high-jump bar, retreating-cat, forbidden-fruit, cheese slicer, moving-spotlight, repeat-prescription, and keeping-up appearances. This paradox of ethics, when goodness breeds badness, opens new research directions.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Verkrijging van gegevens door een bijzondere opsporingsdienst van de eigen toezichthouder

Dit artikel bespreekt de wijze van informatieverkrijging door bijzondere opsporingsdiensten van de eigen toezichthouders. Nederland kent vier toezichthoudende instanties die over een dergelijke opsporingsdienst beschikken. De bekendste daarvan betreft de Belastingdienst met de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) als zijn bijzondere opsporingsdienst. Minder bekend zijn wellicht de Nederlandse Voedsel- en Waren­autoriteit (NVWA), de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en hun bijzondere opsporingsdiensten. Deze inspectiediensten handhaven in principe bestuursrechtelijk, maar als het bestuursrecht niet meer toereikend wordt geacht, kan ervoor worden gekozen om strafrechtelijk op te treden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Duidelijkheid over de rol van de advocaat als onderzoeker

De Raad van Discipline heeft een uitspraak gewezen over de rol van de advocaat als feitenonderzoeker. De tuchtrechter erkent daarin de plaats van feitenonderzoek door advocaten, maar stelt hieraan voor bepaalde onderzoeken terechte grenzen. In het geval van een rapport door een onafhankelijk advocaat-onderzoeker dat extern wordt gebruikt gelden er namelijk ‘zware eisen’, aldus de tuchtrechter. De uitspraak laat ook enkele bestaande vragen onbeantwoord en roept nieuwe vragen op. Deze annotatie bespreekt enkele van die vragen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hoever staat de achterdeur van de coffeeshop open voor ontneming?

Het is duidelijk dat zich in de strafrechtspleging de laatste jaren een manifest begrip heeft ontwikkeld voor de ‘achterdeurproblematiek’ van coffeeshops. Dit uit zich in een afdoening middels toepassing van artikel 9a Sr, een schuldigverklaring zonder strafoplegging, bij vervolgingen voor het buiten de coffeeshop aanhouden van grote hoeveelheden cannabis. Gezien de daarvoor gehanteerde argumentatie, valt dan ook in redelijkheid niet langer vol te houden dat het maatschappelijk verantwoord is om aan de ene kant tegen coffeeshopexploitanten te zeggen ‘wij begrijpen dat voor een verantwoorde exploitatie van je coffeeshop een externe handelsvoorraad noodzakelijk is’, maar daarbij tegelijkertijd aan te geven ‘het gevolg daarvan is wel dat de daarmee gegenereerde winst vervolgens weer zal worden afgepakt als wederrechtelijk verkregen voordeel’.

Read More
Print Friendly and PDF ^