Vrijspraak voor faillissementsfraude: wisselende, ongeloofwaardige en onaannemelijke verklaring leidt nog niet tot conclusie dat is onttrokken aan de boedel

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 9 april 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2305

Weliswaar heeft verdachte bij de politie en op de zitting op een aantal punten wisselend, ongeloofwaardig en onaannemelijk verklaard over de herkomst van de kaarten, de persoon naam en verdachte’s rol bij B.V. 1, maar dat kan er naar het oordeel van de rechtbank niet toe leiden dat dus bewezen kan worden verklaard dat het verdachte was die de kaarten aan het faillissement van B.V. 1 heeft onttrokken.

Read More
Print Friendly and PDF ^

BTW-carrouselfraude: veroordeling autobedrijf tot geldboete van €497.500 en feitelijk leiddinggever tot forse gevangenisstraf

Rechtbank Amsterdam 26 maart 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:1751

De Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het doen van onjuiste en/of onvolledige aangiften omzetbelasting en valsheid in geschrift. Deze strafbare feiten vloeien voort uit btw-fraude. Feitelijke kopers kochten bij Verdachte tweedehands auto’s op naam van katvangersbedrijven, zodat zij als feitelijke koper buiten beeld zouden blijven. Verdachte werkte mee aan deze katvangersconstructies. Door bewijs van autoverkopen te manipuleren, was het mogelijk dat werd belet dat de belasting juist werd geheven, waardoor de goede werking van het gemeenschappelijke btw-stelsel in het gedrang is gekomen. Blijkens het dossier is in de tenlastegelegde periode voor €46.578.500 aan ICL’s gelist op bedrijven die door de FIOD als katvanger zijn aangemerkt. Doordat door Verdachte geen btw is afgedragen over dit bedrag, terwijl dit wel had gemoeten, is een bedrag aan belastingnadeel van €8.083.872 ontstaan. 

Read More
Print Friendly and PDF ^

Beklag tegen verstrekken gegevens in zaak van voormalig verpleegkundige gegrond: geen sprake van zeer uitzonderlijke omstandigheden die maken dat het verschoningsrecht moet worden doorbroken.

Rechtbank Noord-Nederland 29 februari 2023, ECLI:NL:RBNNE:2024:686

De rechtbank verklaart het beklag van een praktijkondersteuner van een huisarts, gericht tegen het verstrekken van gevoelige gegevens met betrekking tot een voormalig verpleegkundige van het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen, gegrond. Verdachte zich schuldig zou hebben gemaakt aan het voortijdig beëindigen van het leven van ongeveer twintig COVID-patiënten, die verpleegd werden op de afdeling van de instelling (instelling) waar Verdachte op dat moment werkzaam was. Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van zeer uitzonderlijke omstandigheden die maken dat het verschoningsrecht van de praktijkondersteuner moet worden doorbroken. De enkele mogelijkheid dat de gevorderde gegevens informatie zouden kunnen bevatten waarin aanknopingspunten zouden kunnen worden gevonden voor nader onderzoek, dat wil zeggen meer of anders dan het onderzoek dat thans al is of wordt uitgevoerd, is daarvoor naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende zwaarwegend.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Toewijzing verzoek vergoeding advocaatkosten in omkopingszaak: overwegingen over kantoorkosten, met meerdere raadslieden werken aan zaak en vergoeding BTW-verlies

Rechtbank Noord-Holland 23 februari 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:2104

De rechtbank komt tot een vergoeding van €290.000 aan advocaatkosten van de verzochte €304.308,51. Er is niet tegen onaanzienlijke uurtarieven gewerkt, een gemiddeld bedrag van €334. Daar staat tegenover dat niet kan worden gezegd dat er buitensporige tarieven of werkzaamheden zijn verricht. De rechtbank kan zich vinden in het behandelen van de zaak door twee raadslieden, mede aangezien ook het OM met vier OvJ’s aan de zaak heeft gewerkt – naast de diverse FIOD-medewerkers. De in rekening gebrachte kantoorkosten van 6% worden vergoed nu hier landelijk nog niet één lijn in wordt getrokken.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vrijspraak verduistering: verdachte is niet direct verrijkt, heeft geen enkele moeite gedaan om de betalingen te verhullen en er is intensief contact geweest met de belastingdienst

Rechtbank Rotterdam 29 februari 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:1881

Verdachte, bestuurder van stichting01, heeft betalingen gedaan die betrekking hebben op de door hem geëxploiteerde sportscholen bedrijf01 en bedrijf04 door onder andere het verstrekken van leningen, het betalen van huur en de aanschaf van fitnessapparaten. Voor alle leningen heeft te gelden dat het geld is verstrekt onder de noemer ‘lening’ zonder dat er een terugbetalingsverplichting was en zonder dat daarvoor zekerheden werden gesteld. De Verdachte heeft deze betalingen niet betwist maar heeft in zijn verklaringen steeds naar voren gebracht dat stichting01 en de aan hem gelieerde rechtspersonen (bedrijf01) in zijn beleving één geheel vormden. Alle betalingen hielden verband met de dagbesteding en zorg voor de cliënten van stichting01, ook de lening aan zijn broer, die levensmiddelen leverde. Er waren over en weer rekeningen-courant waarop onderlinge schuldverhoudingen werden bijgehouden.

Read More
Print Friendly and PDF ^