EVOA en TLL perikelen

Hoge Raad 23 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:620

De verdachte is in deze zaak veroordeeld voor het medeplegen van de opzettelijke illegale overbrenging van 5 afvaltransporten van asfaltgranulaat naar Litouwen, begaan door een rechtspersoon. De Hoge Raad geeft antwoord op twee vragen, namelijk (1) bevat de tenlastelegging voldoende een duidelijke opgave van het feit als bedoeld in art. 261 Sv? En (2) heeft het hof de grondslag van de tenlastelegging verlaten?

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt overwegingen t.a.v. overschrijding van redelijke termijn in geval OM bij de ex art. 366 Sv voorgeschreven betekening van verstekmededeling niet nodige voortvarendheid heeft betracht

Hoge Raad 23 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:618

Het cassatiemiddel klaagt dat het hof niet heeft beslist op het beroep dat namens de verdachte is gedaan op overschrijding van de redelijke termijn bij de betekening van de verstekmededeling. Gelet op wat raadsman heeft aangevoerd over overschrijding van redelijke termijn bij betekening van verstekmededeling, had hof hierover gemotiveerde beslissing moeten nemen. Omdat zo’n beslissing in ‘s hofs uitspraak ontbreekt, is middel terecht voorgesteld.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Wie kan worden aangemerkt als ‘leider’ aan een criminele organisatie?

Hoge Raad 23 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:619

Gelet op wetsgeschiedenis bij art. 140 Sr gaat het bij vraag of deelnemer aan criminele organisatie kan worden aangemerkt als ‘leider’ daarvan, erom of deelnemer binnen organisatie bepaalde macht heeft of bepaald gezag bezit. Omstandigheden die daarvoor van belang kunnen zijn, zijn dat deelnemer dwingende aanwijzingen kan geven of dat deelnemer binnen organisatie belangrijke initiatieven ontplooit, waarnaar anderen zich richten. Het is onder omstandigheden mogelijk meerdere deelnemers als ‘leider’ aan te merken. Verder staat aan aanmerken van deelnemer als ‘leider’ niet in de weg dat deelnemer binnen organisatie zelf ondergeschikt is aan een of meer andere deelnemers.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling van compliance officer in zaak biodieselfraude

Gerechtshof Amsterdam 11 april 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:909

De verdachte werkte als compliance officer bij BV1, een bedrijf dat zich bezig hield met de productie en in- en verkoop van biodiesel. In die functie heeft hij zich jarenlang schuldig gemaakt aan het samen met anderen opmaken van valse duurzaamheidsdocumenten en verkoopfacturen. Door het opnemen van de valse verkoopfacturen in de administratie van het bedrijf, door het versturen van valse documenten, alsmede door het tonen van een schaduwadministratie bij de audits, heeft hij structureel derden, waaronder de controlerende instanties, weten te misleiden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

OM niet-ontvankelijk in vervolging voor niet voldoen aan informatieplicht ex art. 47 AWR

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 9 april 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:1228

Verdachte is vervolgd wegens het niet voldoen aan de informatieplicht ex artikel 47 van de AWR, strafbaar gesteld bij de artikelen 68 jo. 69 van de AWR. De fiscale fraudekamer van het gerechtshof 's-Hertogenbosch is van oordeel dat aan het niet geoorloofde gebruik van de (voor fiscale doeleinden verkregen) gegevens voor deze strafprocedure de sanctie dient te worden verbonden van niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de vervolging.

Read More
Print Friendly and PDF ^