Eigendom van goed wordt prijsgegeven als je het aan straat zet om te worden opgehaald door de vuilnisophaaldienst

Hoge Raad 12 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:384

Het hof heeft vastgesteld dat de Verdachte een vuilniszak heeft weggemaakt die door betrokkene 1 voor de voortuin van zijn woning was geplaatst om te worden opgehaald door de vuilnisophaaldienst. Het hof heeft bewezenverklaard dat die vuilniszak ten tijde van het wegmaken aan betrokkene 1 “toebehoorde”, en in dat verband overwogen dat degene die huisvuil aanbiedt door dit te plaatsen aan de stoeprand met het oog op vernietiging daarvan, “hooguit (...) afstand doet van zijn eigendomsrecht ten behoeve van de vuilnisverwerker”.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling voor grootschalige beleggingsfraude

Gerechtshof Amsterdam 5 december 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:3641

De Verdachte heeft zich ruim anderhalf jaar (ook samen met zijn mededaders) meerdere malen schuldig gemaakt aan grootschalige beleggingsfraude en de opbrengsten hiervan witgewassen. De Verdachte is betrokken geweest bij de oplichting van investeerders in onderneming02 en onderneming01.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Succes in de aanpak van zorgfraude via de route ‘witwassen zonder gronddelict’

Rechtbank Oost-Brabant 5 maart 2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:802

De Rechtbank Oost-Brabant heeft uitspraak gedaan in een strafrechtelijk onderzoek naar zorgfraude. In deze zaak is voor het tenlastegelegde witwassen uitgegaan van witwassen met een onbekend gronddelict. Het standpunt van de verdediging was dat eigenlijk sprake was van een niet afgerond onderzoek naar een bekend gronddelict, namelijk fraude met zorggeld afkomstig van zorgverzekeraars. De rechtbank is het hier niet mee eens: er is geen rechtsregel die bepaalt dat bij een concreet bekend gronddelict geen witwassen met een onbekend gronddelict ten laste mag worden gelegd. Uit het strafdossier volgt een gerechtvaardigd vermoeden dat de verdachten zorggeld hebben ontvangen dat geen legale herkomst had, omdat het was verkregen door oplichting van zorgverzekeraars. Hierdoor was sprake van een vermoeden van witwassen, zonder dat het Openbaar Ministerie is gehouden nader onderzoek te doen naar het vermoedelijke gronddelict. Het is aan de verdachten om een verklaring te geven voor de herkomst van het geld. Hen is gevraagd naar het geconstateerde capaciteitstekort van bijna 34.000 uur. Eén verdachte heeft een beroep gedaan op haar zwijgrecht. De ander heeft een rammelende verklaring gegeven die wordt weerlegd door de bewijsmiddelen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR beantwoordt prejudiciële vragen over verschoningsrecht van advocaten en geeft duidelijkheid over werkwijze OM

Hoge Raad 12 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:375

Vanwege lacunes in de huidige strafrechtelijke wetgeving formuleert de Hoge Raad uitgangspunten voor de omgang met grote hoeveelheden gegevens die in het kader van de opsporing beschikbaar zijn gekomen, waarvan een deel vermoedelijk onder het verschoningsrecht van een geheimhouder valt. Ook beantwoordt de Hoge Raad prejudiciële vragen die het hof ‘s-Hertogenbosch heeft gesteld. Kern van deze uitspraak is dat de rechter-commissaris bij de omgang met deze gegevens een grotere rol krijgt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

In strafverzwarende zin kan acht geslagen worden op niet aan verdachte ten laste gelegde veroordelingen voor onder meer soortgelijke feiten: met veroordeling wordt gelijkgesteld strafbeschikking

Hoge Raad 27 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:260

De verdachte is veroordeeld voor feitelijke leidinggeven aan bedrieglijke bankbreuk begaan door een rechtspersoon. In de strafmotivering komt tot uitdrukking dat hof in het nadeel van verdachte gewicht heeft toegekend aan de omstandigheid dat hij eerder is veroordeeld voor “soortgelijke feiten”. Uit de inhoud van het Uittreksel Justitiële Documentatie blijkt dat verdachte op het moment waarop het hof arrest wees, onherroepelijk was veroordeeld voor daar vermelde feiten, waaronder twee vermogensdelicten. De rechter mag bij de strafoplegging rekening houden met een niet ten laste gelegd feiten, onder meer wanneer verdachte voor dit feit onherroepelijk is veroordeeld en dit feit wordt vermeld ter nadere uitwerking van persoonlijke omstandigheden van verdachte. Daarbij wordt met een onherroepelijke veroordeling gelijkgesteld een onherroepelijke strafbeschikking. De opvatting dat veroordelingen die meer dan vijf jaren voor het begaan van het bewezenverklaarde feit onherroepelijk zijn geworden, niet in strafverzwarende zin in strafoplegging mogen worden betrokken, vindt geen steun in het recht.

Read More
Print Friendly and PDF ^