Vrijspraak voor feitelijk leiding geven aan opzettelijk inleveren van onjuiste invoeraangiften en inkoopfacturen

Rechtbank Overijssel 27 november 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:4789

De rechtbank kan uit de feitelijke gang van zaken en uit de verklaring van Naam 4 niet afleiden dat Naam 4, als de namens bedrijf 1 optredende natuurlijke persoon, met (voorwaardelijk) opzet een onjuiste invoeraangifte heeft opgemaakt en ingediend bij de Douane. Dit opzet kan evenmin worden afgeleid uit het beleid van bedrijf 1. Dat beleid was juist gericht op compliance met de geldende fiscale en douaneregels. Uit de feitelijke gang van zaken kan wel afgeleid worden dat de interne communicatie binnen bedrijf 1 over de verleggingsvergunning van bedrijf 2 te wensen over heeft gelaten (in de zin dat Naam 4 ingelicht had moeten worden over het feit dat de verleggingsregeling in de maand maart 2017 nog niet toegepast mocht worden). Dit is echter naar het oordeel van de rechtbank niet voldoende voor de vaststelling dat bedrijf 1 (tenminste) willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard heeft dat een onjuiste invoeraangifte werd ingediend bij de Douane.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Fiscale fraude: Integrale vrijspraak verdachte die als accountant / financieel adviseur werkzaam was voor de B.V.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 21 november 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:3893

Verdachte is door de B.V. mede aangetrokken om de administratie op orde te brengen. Daardoor was er geen opzet van de B.V. om de administratie zodanig te voeren dat er een niet sluitende administratie was waardoor niet te allen tijde de rechten en verplichtingen van de B.V. en andere voor de heffing van belasting van belang zijnde gegevens konden worden gekend. Omdat de Verdachte zich er juist voor inspande om de administratie van de B.V. op orde te krijgen en daarnaast niet hijzelf maar de B.V. de administratieplichtige is in de zin van art. 52 lid 2 AWR, wordt hij ook hiervoor vrijgesproken.

Read More
Print Friendly and PDF ^

5 jaar later: lagere straffen voor omkoping bij woningcorporatie Vestia, korting voor klokkenluiden, overwegingen over lasthebberschap

Het gerechtshof Den Haag veroordeelt twee mannen voor omkoping bij woningcorporatie Vestia. Dit 5 jaar na de uitspraak in eerste aanleg. Een van de mannen was de treasurymanager van de woningcorporatie en maakte – in strijd met de afspraken - gebruik van een tussenpersoon. De tussenpersoon kreeg voor iedere transactie een fee betaald door de bank, waarna hij de helft betaalde aan de treasurymanager. In totaal werd op die manier een bedrag van ongeveer €10 miljoen euro betaald aan de treasurymanager van Vestia. Het hof legt de treasurymanager een gevangenisstraf van 30 maanden op, waarvan 12 maanden voorwaardelijk. De tussenpersoon krijgt een taakstraf van 460 uur en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 jaar opgelegd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Uitkeringsfraude: Verdenking medeplegen schending inlichtingenplicht van de partner van de verdachte: niet bewezen dat verdachte wist dat haar partner uitkering genoot

Rechtbank Rotterdam 28 september 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:10013

Voor een bewezenverklaring van zowel feit 1 als feit 2 is essentieel dat kan worden vastgesteld dat de verdachte in de betreffende periode wetenschap had van de uitkering van de medeverdachte en vervolgens pas of zij ook wetenschap had van het bestaan van de bijbehorende inlichtingenplicht en het schenden daarvan. De rechtbank is van oordeel dat juist de wetenschap dat de verdachte een bijstandsuitkering kreeg, niet uit het dossier volgt. Het dossier bevat een slecht leesbare screenshot waaruit zou moeten blijken van een zoekopdracht die de verdachte, tijdens haar baan bij de gemeente, in Suwinet heeft uitgevoerd met het BSN-nummer van de medeverdachte. Onduidelijk is echter welke informatie de verdachte met deze zoekopdracht heeft gezien. Bovendien vond deze zoekopdracht plaats voordat de uitkering aan de medeverdachte werd toegekend.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Unicum: veroordeling voor buitensporig middelenverbruik door bestuurder (art. 347 Sr nieuw)

Rechtbank Amsterdam 9 november 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:7145

De Verdachte heeft als bestuurder bedrijfsactiva om niet vervreemd ten gevolge waarvan een vennootschap ernstig is benadeeld en het voortbestaan daarvan in gevaar is gekomen. Verdachte heeft vanuit de betreffende vennootschap omzet uitgekeerd aan zichzelf en bedrijfsactiva die een bepaalde waarde vertegenwoordigden – namelijk het klanten- en personeelsbestand – om niet overgeheveld naar twee andere vennootschappen, terwijl de ‘verlaten’ vennootschap achterbleef met een verdampende omzet en een miljoenenschuld bij de Belastingdienst.

Read More
Print Friendly and PDF ^