Faillissementsfraude: HR herhaalt overwegingen m.b.t. het vereiste dat verdachte opzet moet hebben op verkorting rechten van schuldeisers.
/Hoge Raad 21 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:906
De in artikel 343 (oud) Sr gebezigde bewoordingen “ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers” brengen tot uitdrukking dat de verdachte het opzet moet hebben gehad op de verkorting van de rechten van de schuldeisers, dat voorwaardelijk opzet in dat verband voldoende is en dat derhalve voor het bewijs van het opzet ten minste is vereist dat de handeling van de verdachte de aanmerkelijke kans op verkorting van de rechten van de schuldeisers heeft doen ontstaan.
Read More