Veroordeling wegens internetoplichting: uit bewijsvoering blijkt niet dat het feit zou zijn gepleegd in Renkum, en niet blijkt dat verdachte de dader is

Hoge Raad 17 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:376

Het middel bevat de klacht dat de bewezenverklaarde oplichting niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan volgen, in het bijzonder dat daaruit niet kan volgen dat het de verdachte is geweest die de oplichtingshandelingen heeft verricht. Ook kan daar niet uit volgen dat de oplichting te Renkum is gepleegd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Is de ‘Landelijke Handhavingsstrategie’ recht i.d.z.v. artikel 79 RO?

Hoge Raad 17 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:436

Het eerste middel klaagt dat het hof ten onrechte de Landelijke Handhavingsstrategie (LHS) niet als recht beschouwt in de zin van art. 79 Wet RO, althans dat het hof zijn beslissing hieromtrent ontoereikend heeft gemotiveerd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over vordering benadeelde partij wegens immateriële schade

Parket bij de Hoge Raad 10 maart 2020, ECLI:NL:PHR:2020:188

In deze zaak heeft het hof geoordeeld dat de verdachte door opzettelijk in te rijden op het ene politievoertuig en opzettelijk aan te rijden tegen het andere politievoertuig opzettelijk een situatie heeft geschapen waarin de benadeelde partijen ernstig dienden te vrezen voor hun gezondheid. Tegen dat oordeel valt mede in het licht van de bewijsvoering van het hof weinig in te brengen. De vraag is echter of dat toereikend is voor het oordeel dat de verdachte het oogmerk had de benadeelde partijen ander nadeel dan vermogensschade toe te brengen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verdachte pakt dagvaarding aan, kijkt er naar, geeft hem terug en weigert te tekenen. Dagvaarding in persoon betekend?

Hoge Raad 17 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:380

In onderhavige zaak gaat het, net als in de zaak van dezelfde verdachte waarin uitspraak is gedaan, om de vraag of er een geldige betekening van de dagvaarding in persoon heeft plaatsgevonden voor de zitting in eerste aanleg. In beide gevallen is de dagvaarding aan de verdachte uitgereikt terwijl hij was aangehouden op het politiebureau en heeft de verdachte geweigerd te tekenen voor ontvangst. Het hof heeft in beide zaken, die gelijktijdig bij het hof zijn behandeld, vastgesteld dat er sprake is geweest van een betekening van de dagvaarding in persoon en de verdachte niet ontvankelijk verklaard in het hoger beroep omdat dit niet binnen twee weken na de einduitspraak in eerste aanleg is ingesteld.

Read More
Print Friendly and PDF ^

16 jaar geprocedeerd, 3x gecasseerd en uiteindelijk door de Hoge Raad zelf vrijgesproken

Hoge Raad 17 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:374

Deze zaak gaat over schijnbuitenlandverkoop van prepaid telefoonkaarten (dat zijn voor de BTW (belichaming van) telecommunicatiediensten; geen goederen) die feitelijk binnenslands zijn verkocht. De verdachte kocht de telefoonkaarten in bij A, die haar 19% BTW in rekening bracht en die die BTW voldeed aan de fiscus. De verdachte verkocht de kaarten door en trok de haar door A in rekening gebrachte 19% BTW in haar aangiften omzetbelasting af (input-BTW). Zelf bracht zij over ruim 40% van de door haar verkochte kaarten geen BTW in rekening omdat die volgens haar facturen verkocht zouden zijn aan het Belgische bedrijf B, met verlegging van de BTW-heffing naar die afnemer in België. De feitenrechters hebben vastgesteld dat de op naam van B gefactureerde telefoonkaarten niet aan B zijn verkocht maar aan personen op diverse locaties in Rotterdam, die hen op de Nederlandse markt hebben verkocht.

Read More
Print Friendly and PDF ^