HR: Slechts sprake van ‘eigen waarneming’ van de rechter indien waarneming is gedaan door rechters die deel uitmaken van samenstelling die bestreden uitspraak heeft gewezen

Hoge Raad 27 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1682

Het cassatiemiddel klaagt onder meer met betrekking tot het onder 3 bewezenverklaarde feit, dat het hof voor het bewijs gebruik heeft gemaakt van een “eigen waarneming” die het hof in een andere samenstelling heeft gedaan dan de samenstelling die het bestreden arrest heeft gewezen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Politieambtenaar treft in privétijd hennepkwekerij aan in woning van vriend: ontdekking gedaan in het kader van voorbereidend onderzoek?

Parket bij de Hoge Raad 27 oktober 2020, ECLI:NL:PHR:2020:945

In deze zaak staat de vraag centraal of het handelen van verbalisant betrokkene 1 binnen het voorbereidend onderzoek valt. Daarbij speelt een rol of hij heeft gehandeld als politieambtenaar, tevens opsporingsambtenaar, of als burger.

Read More
Print Friendly and PDF ^

OM niet-ontvankelijk in vervolging wegens verduistering binnen familie door ontbreken tijdige rechtsgeldige klacht

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 7 oktober 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:8467

Aan verdachte is ten laste gelegd dat zij zich - samen met een ander- schuldig heeft gemaakt aan het in artikel 321 van het Wetboek van Strafrecht strafbaar gestelde. Artikel 321 van het Wetboek van Strafrecht betreft een relatief klachtdelict. Dit volgt uit het bepaalde in artikel 324 in verbinding met artikel 316 van het Wetboek van Strafrecht. Het tweede lid van het laatstgenoemde artikel houdt in dat indien de verdachte een bloed- of aanverwant, hetzij in de rechte linie, hetzij in de tweede graad van de zijlinie, van degene tegen wie het misdrijf is gepleegd betreft, de vervolging alleen plaatsvindt als door de klachtgerechtigde een klacht is ingediend tegen de verdachte. Een klacht moet hier begrepen worden als een verzoek tot het instellen van strafrechtelijke vervolging.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Geen ambtshalve oplegging schadevergoedingsmaatregel nu niet zeker is of slachtoffer door gewoontewitwassen nog schade lijdt

Gerechtshof Den Haag 22 september 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:2004

De verdachte in deze zaak wordt veroordeeld wegens medeplegen van gewoontewitwassen en bijstandsfraude tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep het hof verzocht om ambtshalve de schadevergoedingsmaatregel op te leggen, nu slachtoffer in eerste aanleg bij vergissing op een foutief adres is aangeschreven, waardoor dit slachtoffer zich in eerste aanleg niet op correcte wijze met een vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij heeft kunnen voegen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vordering cassatie in het belang der wet: Conclusie AG over ontgrendelen smartphone & nemo tenetur-beginsel

Parket bij de Hoge Raad 13 oktober 2020, ECLI:NL:PHR:2020:927

In deze vordering tot cassatie in het belang der wet gaat het om het biometrisch ontgrendelen van een smartphone van de verdachte tegen zijn wil teneinde met het oog op de opsporing toegang te krijgen tot de inhoud van de smartphone. De vordering betreft een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 28 februari 2019, met zaaknummers 15/870028-16 en 13/032439-13 (tul), ECLI:NL:RBNHO:2019:1568. Tegen het vonnis van de rechtbank is geen rechtsmiddel aangewend, zodat het onherroepelijk is geworden. Cassatie in het belang der wet is wel mogelijk.

Read More
Print Friendly and PDF ^