Parket bij de Hoge Raad 26 november 2019, ECLI:NL:PHR:2019:1182
Het eerste middel behelst de klacht dat het onderzoek ter terechtzitting van 16 december 2009 aan nietigheid lijdt, nu het hof ten onrechte het onderzoek ter terechtzitting niet heeft geschorst omdat in strijd met art. 588 lid 2 Sv noch de mededelingen die behoren bij de inleidende dagvaarding, noch een vertaling van die mededelingen aan de verdachte zijn toegezonden. Hiertoe wordt in het middel aangevoerd dat een verdachte er in die mededelingen op wordt gewezen dat hij een advocaat kan machtigen om hem te vertegenwoordigen en dat een verdachte om uitstel van de behandeling van zijn zaak kan verzoeken. Nu de verdachte in eerste aanleg geen vertaling van de inleidende dagvaarding heeft ontvangen, kan daaruit voortvloeien dat de verdachte er niet mee bekend was dat hij een advocaat kon machtigen hem te vertegenwoordigen.
Read More