Conclusie AG over ontbreken verhoorbijstand tijdens politieverhoren vóór 1 maart 2016 en bewijsuitsluiting n.a.v. EHRM-uitspraken Beuze/België en Van de Kolk/Nederland

Parket bij de Hoge Raad 8 oktober 2019, ECLI:NL:PHR:2019:1018

In de onderhavige zaak heeft de Hoge Raad het eerder door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen arrest vernietigd, onder meer omdat het hof de verklaringen die de Verdachte op 17 oktober 2007 bij de FIOD had afgelegd voor het bewijs had gebruikt. Die verklaringen legde de Verdachte af vóórdat hij een raadsman had kunnen consulteren. Het hof gaf destijds blijk van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat in het midden kon blijven of de Verdachte voorafgaand aan de verhoren door ambtenaren van de FIOD op 17 oktober 2007 in de gelegenheid was gesteld een raadsman te raadplegen daar hij ter terechtzitting in eerste aanleg en ter terechtzitting in hoger beroep had verklaard bij zijn ten overstaan van ambtenaren van de FIOD afgelegde verklaringen te zullen blijven, en dat hij daarom bij bewijsuitsluiting geen belang had.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Staat niet aansprakelijk voor niet prejudicieel verwijzen

Deze bijdrage bespreekt het recente KLM-piloten arrest van de Hoge Raad, waarin deze zich voor de eerste keer uitspreekt over een op het Köbler-arrest van het Hof van Justitie gebaseerde schadevordering wegens beweerdelijke schending van het Unierecht door een hoogste nationale rechter, namelijk de Hoge Raad zelf in een arrest uit 2012. In het KLM-piloten arrest oordeelt de Hoge Raad dat het schenden door een hoogste nationale rechter van diens verplichting om prejudiciële vragen te verwijzen naar het Hof van Justitie niet volstaat om die aansprakelijkheid te vestigen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Het leerstuk van de horizontale directe werking van Uniegrondrechten op de voet gevolgd

Deze bijdrage onderzoekt de horizontale werking van Uniegrondrechten. Deze kunnen rechtstreeks van toepassing zijn op particulieren, en zelfs verplichtingen voor hen scheppen. De stand van zaken wordt geanalyseerd mede aan de hand van de rechtspraak van het HvJ EU. Daaruit kunnen twee minimumeisen voor het aannemen van horizontale directe werking worden gedestilleerd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

EHRM: schending art. 6 door Nederland in zaak Van de Kolk

Op 9 november 2018 heeft het EHRM uitspraak gedaan in de zaak Beuze v België waarin het hof ondubbelzinnig oordeelde dat art. 6 EVRM voor de verdachte mede omvat het recht op verhoorbijstand van een advocaat tijdens een politieverhoor. Op 28 mei 2019 was Van de Kolk aan de beurt. Het EHRM was snel klaar met de klacht tegen Nederland en verklaarde deze unaniem gegrond.

Read More
Print Friendly and PDF ^

EHRM: schending ne bis in idem door boete Franse AMF én strafrechtelijke veroordeling n.a.v. beïnvloeding aandelenkoers

EHRM 6 juni 2019, application no. 47342/14 (Nodet v. France)

Het EHRM heeft schending aangenomen van het verbod op ne bis in idem zoals neergelegd in art. 4 van het Zevende Protocol bij het EVRM. Het gaat om een Franse zaak waarin een financieel analist een boete had opgelegd gekregen van de AMF voor het manipuleren van de waarden van aandelen. De verdachte is tevens strafrechtelijk vervolgd voor het belemmeren van de goede werking van de aandelenmarkt. In Straatsburg klaagde hij met succes over het twee maal worden bestraft voor dezelfde feiten.

Read More
Print Friendly and PDF ^