Veroordeling Schiedams bedrijf, bestuurder en administratief medewerkster in onderzoek Chula Vista

Rechtbank Rotterdam 9 april 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:4725, ECLI:NL:RBROT:2025:4736 en ECLI:NL:RBROT:2025:4750

In het onderzoek Chula Vista heeft de rechtbank Rotterdam drie verdachten veroordeeld voor omvangrijke fraude en witwassen. De rechtspersoon wordt schuldig bevonden aan meervoudige valsheid in geschrift en krijgt een geldboete van 10.000 opgelegd, terwijl het in beslag genomen kasgeld en de administratie worden verbeurd verklaard. De bestuurder wordt veroordeeld voor feitelijk leidinggeven aan de fraude en medeplegen van witwassen, waarvoor hij een geldboete van 50.000, subsidiair 100 dagen hechtenis, en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden krijgt. De administratief medewerkster wordt veroordeeld voor medeplegen van valsheid in geschrift en krijgt een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden. Bij alle drie de zaken houdt de rechtbank rekening met de aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn. De fraude bestond uit het opzettelijk manipuleren van kasboeken, Z-afslagen, urenstaten en loonadministratie. De afgeroomde omzet werd aangewend voor zwartloonbetalingen, privé-uitgaven en zakelijke transacties. De rechtbank benadrukt het maatschappelijk belang van betrouwbare administraties en de ernstige schade voor de samenleving. Lees hier de volledige uitspraak.

Achtergrond

De rechtbank Rotterdam behandelt in drie samenhangende strafzaken de resultaten van het grootschalige strafrechtelijk onderzoek "Chula Vista". Het onderzoek richt zich op een rechtspersoon, haar bestuurder en een administratief medewerkster, allen betrokken bij structurele fraude en witwaspraktijken. De rechtspersoon betreft een besloten vennootschap gevestigd in Schiedam, actief binnen de commerciële dienstverlening. De natuurlijke personen zijn de formeel bestuurder, geboren in 1955, en de administratief medewerkster, geboren in 1969.

In de periode van 1 januari 2016 tot en met 1 januari 2018 wordt een deel van de omzet systematisch "afgeroomd" door het valselijk opmaken en opnemen van kasboeken, Z-afslagen, urenregistraties, salarisspecificaties en jaaropgaven in de bedrijfsadministratie. Deze praktijken maken het mogelijk om contante betalingen aan personeel te verrichten zonder belastingafdracht en om privé-uitgaven van de bestuurder en zakelijke betalingen voor een andere onderneming van de bestuurder te bekostigen.

Daarnaast wordt vastgesteld dat een geldbedrag van 24.865 euro, afkomstig uit deze afgeroomde omzet, is witgewassen door betaling aan een leverancier. Tijdens de behandeling ter terechtzitting op 26 maart 2025 zijn alle verdachten vertegenwoordigd door hun respectieve raadslieden.

Tenlastelegging

De rechtspersoon wordt verweten zich meermalen schuldig te hebben gemaakt aan valsheid in geschrift door het opzettelijk valselijk opmaken van diverse administratieve documenten.

De bestuurder wordt verweten feitelijk leiding te hebben gegeven aan het plegen van valsheid in geschrift door de rechtspersoon en daarnaast samen met anderen geld wit te hebben gewassen.

De administratief medewerkster wordt verweten medepleger te zijn van de valsheid in geschrift door actief betrokken te zijn bij het manipuleren van de bedrijfsadministratie.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie vordert:

  • Ten aanzien van de rechtspersoon: bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten, oplegging van een geldboete van 10.000, en verbeurdverklaring van het in beslag genomen contante geld en de administratie.

  • Ten aanzien van de bestuurder: bewezenverklaring van feitelijk leidinggeven aan valsheid in geschrift en medeplegen van witwassen, oplegging van een geldboete van 50.000, subsidiair 100 dagen hechtenis, en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaren.

  • Ten aanzien van de administratief medewerkster: bewezenverklaring van medeplegen van valsheid in geschrift en oplegging van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaren.

Standpunt van de verdediging

De verdediging van de rechtspersoon voert aan dat de tenlastelegging onvoldoende gespecificeerd is en dat het onduidelijk is welke documenten centraal staan.

De bestuurder voert aan dat de urenregistraties naar waarheid door het personeel zijn ingevuld en dat er geen volledig onderzoek naar het witwasfeit is verricht, hetgeen volgens de verdediging zou moeten leiden tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie.

De administratief medewerkster stelt dat zij slechts uitvoerend heeft gehandeld, onder instructie van haar leidinggevende, en dat zij het opzet op het plegen van strafbare feiten ontbeerde.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank verwerpt alle door de verdediging gevoerde verweren.

Ten aanzien van de rechtspersoon oordeelt de rechtbank dat voldoende duidelijk is welke documenten ten grondslag liggen aan de tenlastelegging. De fraude met kasboeken en Z-afslagen is aantoonbaar en toerekenbaar aan de rechtspersoon.

Ten aanzien van de bestuurder stelt de rechtbank vast dat hij als feitelijk leidinggevende intensief betrokken was bij en verantwoordelijk was voor het systeem van structurele administratieve vervalsing en de besteding van het afgeroomde kasgeld. Tevens wordt bewezen geacht dat hij samen met anderen het bedrag van 24.865 euro heeft witgewassen.

Ten aanzien van de administratief medewerkster overweegt de rechtbank dat zij welbewust heeft meegewerkt aan het administratief verwerken van valse gegevens, zoals blijkt uit haar eigen verklaringen en de overige bewijsmiddelen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat:

  • De rechtspersoon zich schuldig heeft gemaakt aan meermalen plegen van valsheid in geschrift.

  • De bestuurder feitelijk leiding heeft gegeven aan de door de rechtspersoon gepleegde valsheid in geschrift en zich heeft schuldig gemaakt aan medeplegen van witwassen.

  • De administratief medewerkster zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van valsheid in geschrift.

Strafoplegging

Rechtspersoon:

  • Oplegging van een geldboete van 10.000

  • Verbeurdverklaring van het in beslag genomen contante geld van 168.319,50 en de volledige bedrijfsadministratie

Bestuurder:

  • Oplegging van een geldboete van 50.000, subsidiair vervangende hechtenis van 100 dagen

  • Oplegging van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaren

  • Verbeurdverklaring van de in beslag genomen administratie

Administratief medewerkster:

  • Oplegging van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaren

De rechtbank houdt bij de straftoemeting rekening met de overschrijding van de redelijke termijn, de proceshouding van de verdachten en het blanco strafblad van de natuurlijke personen. Zonder deze omstandigheden zouden aanzienlijk zwaardere straffen zijn opgelegd, gezien de ernst en omvang van de gepleegde feiten.

Verbeurdverklaring en teruggave

De rechtbank verklaart de in beslag genomen contante geldbedragen en administraties verbeurd, nu deze direct verband houden met de gepleegde strafbare feiten.

De in beslag genomen telefoonlijst wordt teruggegeven aan de rechtspersoon, nu deze geen strafrechtelijk belang meer heeft.

Samenvatten

Lees hier de volledige uitspraken:

Print Friendly and PDF ^