Ondanks schadeloosstelling toch fors bestraft: ex-bestuurder stichting veroordeeld voor verduistering en witwassen
/Gerechtshof Den Haag 8 april 2025, ECLI:NL:GHDHA:2025:1013
Een voormalig bestuurder van een stichting wordt veroordeeld voor verduistering, witwassen, valsheid in geschrifte en diefstal. Hij eigent zich grote bedragen toe die bestemd waren voor sociale woningbouw in Zuid-Afrika. De verdachte heeft volledige schadevergoeding betaald en zijn schuld erkend. Wegens ernstige gezondheidsproblemen en forse termijnoverschrijding worden procesafspraken gevolgd. Het hof legt 31 dagen gevangenisstraf (reeds uitgezeten), 12 maanden voorwaardelijke celstraf, een boete van 100.000 euro en een beroepsverbod van 4 jaar op.
Context van de zaak
De verdachte, geboren in 1951 en woonachtig in Nederland, is voormalig bestuurder van een stichting die door een Nederlands bedrijf is opgericht om sociale woningbouw in Zuid-Afrika te ondersteunen. Gedurende een periode van bijna tien jaar heeft hij zich schuldig gemaakt aan ernstige strafbare feiten, waaronder verduistering van aanzienlijke geldbedragen, valsheid in geschrifte en witwassen. Daarnaast is ook sprake van een winkeldiefstal. De feiten vonden plaats in Nederland, Zuid-Afrika en diverse andere landen. De verdachte verkeert inmiddels in een zorgwekkende gezondheidstoestand, heeft volledige schadevergoeding aan de stichting betaald en heeft ingestemd met procesafspraken in hoger beroep.
Tenlastelegging
De verdachte wordt verweten dat hij, als bestuurder van de stichting, op verschillende momenten tussen 2007 en 2017:
Valsheid in geschrifte heeft gepleegd door het vervalsen van koopakten en brieven die betrekking hadden op onroerend goed in Zuid-Afrika;
Geldbedragen, afkomstig uit fondsen bestemd voor de stichting, heeft verduisterd voor privédoeleinden;
Deze verduisterde bedragen heeft witgewassen door hun herkomst te verhullen of door deze op slinkse wijze te besteden;
In 2017 een winkeldiefstal heeft gepleegd bij een bouwmarkt;
Een valse brief heeft opgesteld om de schijn te wekken van een legitieme vastgoedtransactie ten behoeve van de stichting.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
Het openbaar ministerie stelt zich op het standpunt dat de feiten, gezien de aard, de duur en de omvang ervan, bijzonder ernstig zijn. De verdachte heeft misbruik gemaakt van zijn vertrouwenspositie en het vertrouwen in bestuurders van stichtingen ondermijnd. Toch heeft het openbaar ministerie – mede gelet op de aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn en de slechte gezondheidstoestand van de verdachte – ingestemd met procesafspraken. Hierin is onder meer overeengekomen dat een straf wordt geëist bestaande uit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 31 dagen, een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden, een geldboete van 100.000 euro en een beroepsverbod van vier jaar. De advocaat-generaal heeft ter zitting conform deze afspraken gerekwireerd.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich neergelegd bij de procesafspraken en geen verweren gevoerd. De verdachte heeft afstand gedaan van verdere onderzoekswensen en heeft ingestemd met de voorgestelde strafmodaliteiten. Hij heeft erkend fout te hebben gehandeld, spijt betuigd en de benadeelde partij volledig gecompenseerd. Zijn raadsvrouw heeft de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn ernstige medische toestand, nader toegelicht. De verdachte heeft bovendien inzicht gegeven in zijn financiële situatie, waaruit blijkt dat hij in staat is de geldboete in termijnen te betalen.
Oordeel van het gerechtshof
Het hof acht alle tenlastegelegde feiten, met uitzondering van enkele onderdelen, wettig en overtuigend bewezen. Het gaat om:
Valsheid in geschrifte en het voorhanden hebben van een vals geschrift;
Verduistering door een bestuurder van een stichting (meermalen gepleegd);
Witwassen van grote sommen geld (meermalen gepleegd);
Diefstal van goederen bij een bouwmarkt;
Vervalsing van een juridische brief betreffende een vastgoedtransactie.
Het hof neemt de procesafspraken over, aangezien zij tot stand zijn gekomen met inachtneming van de vereisten van artikel 6 EVRM. De verdachte heeft weloverwogen en vrijwillig ingestemd met deze afspraken, bijgestaan door zijn raadsvrouw. Het hof is bovendien van oordeel dat de afspraken recht doen aan de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het aanzienlijke tijdsverloop in deze strafzaak.
Bewezenverklaring
Het hof verklaart bewezen dat de verdachte:
Valsheid in geschrifte heeft gepleegd en een vals document heeft voorhanden gehad;
Als bestuurder van een stichting grote geldbedragen heeft verduisterd;
Deze gelden heeft witgewassen door gebruik, omzetting en verhulling;
Goederen heeft gestolen uit een bouwmarkt;
Een juridische brief heeft vervalst ter ondersteuning van een schijntransactie.
Strafoplegging
Het hof veroordeelt de verdachte tot:
Een gevangenisstraf van 31 dagen, reeds uitgezeten in voorarrest;
Een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden, met een proeftijd van twee jaren;
Een geldboete van 100.000 euro, te voldoen in elf termijnen, waarvan de eerste 50.000 euro binnen een maand na onherroepelijk worden van de uitspraak, gevolgd door tien maandelijkse termijnen van 5.000 euro;
Een ontzetting van het recht om gedurende vier jaren het beroep van bestuurder van een rechtspersoon uit te oefenen.
Lees hier de volledige uitspraak.