Frauduleus boekhoudkantoor in netwerkconstructie: bestuurder krijgt forse straf

Gerechtshof Amsterdam 24 juli 2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:2169

Het gerechtshof veroordeelt een bestuurder van een boekhoudkantoor voor feitelijk leidinggeven aan valsheid in geschrift en gewoontewitwassen, en voor deelname aan een criminele organisatie. Via valse facturen en katvangers worden ruim 2,4 miljoen euro witgewassen. De verdachte blijft ondanks duidelijke signalen passief en grijpt niet in. Hij krijgt 18 maanden cel, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, een boete van 10.000 euro en een beroepsverbod van 5 jaar. De redelijke termijn is overschreden, wat leidt tot strafkorting.

Context van de zaak

In deze complexe strafzaak staat een bestuurder van een boekhoudkantoor terecht. De verdachte is enig aandeelhouder en middellijk bestuurder van het kantoor medeverdachte 1, dat in deze zaak fungeert als spil in een netwerk van fraude en witwassen. Samen met diverse andere natuurlijke personen wordt hij gelinkt aan grootschalige financiële malversaties binnen een langdurig en gestructureerd crimineel samenwerkingsverband.

De zaak komt voort uit een grootschalig strafrechtelijk onderzoek met de codenaam Styx, dat in 2016 wordt gestart na signalen van belastingfraude, faillissementsfraude en witwassen bij diverse vennootschappen waarvan medeverdachte 1 de boekhouding voert. Al eerder loopt een strafrechtelijk onderzoek (Lethe) tegen meerdere betrokkenen, waaronder de verdachte. Zijn formele betrokkenheid bij medeverdachte 1 en aanverwante vennootschappen vormt de kern van de strafbare gedragingen die hem worden verweten.

De tenlastelegging

Aan de verdachte wordt onder meer verweten dat hij feitelijk leiding heeft gegeven aan:

  • Het medeplegen van valsheid in geschrift, bestaande uit het opmaken en voorhanden hebben van valse facturen afkomstig van vennootschappen als bedrijf 2, bedrijf 3, bedrijf 4, bedrijf 14 en bedrijf 33.

  • Het gewoontewitwassen van in totaal ruim 2,4 miljoen euro, grotendeels in de uitoefening van zijn beroep.

  • De deelname aan een criminele organisatie met het oogmerk belastingfraude, witwassen en valsheid in geschrift te plegen.

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De advocaat-generaal stelt zich op het standpunt dat de verdachte ten volle verantwoordelijk is voor de bewezenverklaarde gedragingen, mede vanwege zijn formele positie en feitelijke betrokkenheid bij de organisatie van het boekhoudkantoor. De geëiste straf bestaat uit een gevangenisstraf van 24 maanden, een geldboete van 10.000 euro en een beroepsverbod van vijf jaar, met als zwaarwegende argumenten de lange duur van de criminele activiteiten, de omvang van het fiscale nadeel (647.000 euro), en de ondermijnende werking op het belastingstelsel.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging betwist de betrokkenheid van de verdachte en bepleit vrijspraak. De verdachte is volgens zijn raadsman slechts op papier bestuurder van medeverdachte 1 en heeft geen bemoeienis gehad met de feitelijke bedrijfsvoering, die geheel werd gevoerd door zijn broer getuige 1. Hij zou niets hebben geweten van de valse facturen en betwist voorwaardelijk opzet. Ook wordt gewezen op de lange duur van de procedure en de gezondheidsproblemen van de verdachte. De raadsman verzoekt om bij bewezenverklaring te volstaan met een voorwaardelijke gevangenisstraf, eventueel in combinatie met een taakstraf.

Het oordeel van het gerechtshof

Het gerechtshof acht bewezen dat de verdachte als feitelijk leidinggever betrokken is bij het opstellen van valse facturen en het witwassen van grote geldbedragen via vennootschappen die werden beheerd door katvangers. Hoewel hij niet de dagelijkse leiding heeft binnen het boekhoudkantoor, is hij wel formeel bestuurder en blijft hij ook na overdracht van zijn vennootschappen actief betrokken bij transacties zonder economische grondslag. De verdachte wordt gezien als de juridische spil van het netwerk.

Het hof stelt dat sprake is van zowel actief als passief feitelijk leidinggeven. Enerzijds heeft de verdachte zelf betalingen gedaan vanuit een vennootschap waarvan hij de enige bestuurder was, anderzijds heeft hij, ondanks duidelijke signalen (onder andere een verhoor door de FIOD), geen enkele actie ondernomen om strafbare feiten te voorkomen of te beëindigen. Daarmee heeft hij bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat binnen zijn boekhoudkantoor strafbare feiten zouden plaatsvinden.

Ten aanzien van het witwassen oordeelt het hof dat er sprake is van gewoontewitwassen, waarbij valse facturen worden gebruikt om schijnbare rechtmatigheid te creëren, waarna de gelden worden weggesluisd via pinopnames of andere vennootschappen.

Ook acht het hof bewezen dat de verdachte deelneemt aan een criminele organisatie die tot oogmerk heeft om structureel belastingfraude, valsheid in geschrift en witwassen te plegen. Het samenwerkingsverband kent een duidelijke structuur, waarbij de verdachte als bestuurder een centrale rol vervult.

De bewezenverklaring

Het gerechtshof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte:

  • Feitelijke leiding heeft gegeven aan medeplegen van valsheid in geschrift en het opzettelijk voorhanden hebben van valse geschriften;

  • Feitelijke leiding heeft gegeven aan medeplegen van gewoontewitwassen, mede in de uitoefening van zijn beroep;

  • Heeft deelgenomen aan een organisatie met het oogmerk het plegen van misdrijven.

De strafoplegging

Het hof veroordeelt de verdachte tot:

  • Een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.

  • Een geldboete van 10.000 euro.

  • Ontzetting van het recht om gedurende vijf jaar het beroep van bestuurder van een rechtspersoon uit te oefenen.

Bij het bepalen van de straf houdt het hof rekening met de ernst en omvang van de gepleegde feiten, de lange duur van het strafbare handelen en het feit dat de verdachte geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn rol. Wel wordt de overschrijding van de redelijke termijn in zowel eerste aanleg als in hoger beroep erkend, wat leidt tot een matiging van de gevangenisstraf met drie maanden.

De vordering tot gevangenneming wordt afgewezen, nu het hof geen onmiddellijke noodzaak daartoe ziet.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^